De volgende column in de serie ‘Dat waren nog eens tijden’ lag al klaar op de plank en dan ineens gebeurt er iets in de orgelwereld waardoor die column nog even moet blijven liggen:
Er verschijnt een bericht over de befaamde organist en koordirigent John Scott. De ruim tien jaar in de V.S. woonachtige en werkende musicus had er net een tour door Europa op zitten en liet zijn volgers op Facebook telkens weten waar hij ging spelen, of waar hij had gespeeld. Enkele dagen daarvoor zei ik nog tegen mijn vrouw: ‘Wat maakt die man een reizen!’
Opnieuw verwacht je een mededeling over een van die concerten. Je leest even diagonaal het bericht, maar dan gaan ineens bellen rinkelen.
Hè?
Nog eens lezen. Nu aandachtig en dan dringt het tot je door:
John Scott is niet meer. Plotseling en zo jong gestorven. Hij laat kinderen, een zwangere vrouw en vele oud-studenten en liefhebbers treurend achter.
De dagen erop vult mijn nieuwsoverzicht op Facebook zich met meer dan honderd berichten over John Scott. Ongekend zoals en hoe vaak er wordt gereageerd.
Scott was dan ook een organist van de buitencategorie. Heel veel nog levende collega’s van dit kaliber durf ik zo een-twee-drie niet te noemen.
Hij werd niet alleen geprezen om zijn muzikale kwaliteiten, maar ook wie hij was als mens, als pedagoog.
Regelmatig bezocht hij Nederland, volgens mij al in de periode dat hij nog geen hoofdorganist was in St. Paul’s in London. Hij bespeelde beroemde en grote instrumenten in ons land, maar je trof hem ook aan op minder bekende orgels zoals het Duyschot-orgel in de Hervormde Kerk van Hendrik Ido Ambacht, waar ik hem voor het eerst live hoorde spelen.
Enkele langspeelplaten vanuit St. Paul’s had ik al in huis. Ze waren snel grijs gedraaid. Zijn eerste ‘Dupré’ met die fraaie fisheye-foto op de hoes én de lp ‘John Scott plays Liszt’. Dankzij die geluidsdrager – er staat meer op dan muziek van Liszt – leerde ik een heel andere Jean Langlais kennen. Scott speelt het betrekkelijk onbekende ‘La Cinquième Trompette’ uit de ‘Méditation sur l’Apocalyps’. Keer op keer draaide ik met een orgelvriend van mij dat stuk. Steeds meer raakten we onder de indruk. We vroegen Scott later of hij het eens in Nederland wilde spelen en dat deed hij.
Als ik het goed heb begrepen verdiende Scott in die beginjaren weinig met zijn concerten in Nederland. Dat maakte hem niet zo veel uit. Hij vond het een grote eer om op onze (historisch) interessante instrumenten te spelen. Dat konden dus beroemde instrumenten zijn, maar hij speelde ook op het ‘kleine’ Vierdag-orgel van de Oude Kerk, in mijn woonplaats Veenendaal. Het was de eerste keer dat we daar mochten applaudisseren na een concert. (zie column 2 in deze serie).
Na afloop van genoemd concert vertelde hij me dat hij dit instrument vele malen interessanter vond dan een beroemder en groter orgel dat hij niet lang daarvoor had bespeeld in ons land. Hoe bescheiden en beleefd Scott ook was, het ontbrak hem evenmin aan eerlijkheid. Hij liet vaker doorschemeren dat hij bepaalde orgels niet kon waarderen…
Nog twee aardige anekdotes tot slot.
Toen Scott na afloop van een concert in Nederland vertelde dat hij voornemens was ‘Le Chemin de la Croix’ van Marcel Dupré op te nemen, vroeg bovengenoemde orgelkameraad hem of hij dan ook iets met de teksten van Paul Claudel op de lp zou gaan doen. Scott keek hem verbaasd aan: ‘Text?’ Hij bleef ietwat verbouwereerd voor zich uit kijken en reageerde toen, nog steeds met een vragende blik: ‘I am afraid, it’s not in the music…’
Eén van de beste orgelconcerten die ik mocht meemaken was met John Scott in de Saint Sulpice van Parijs, op 29 april 1997. Op die dag overleed organist Willem Hendrik Zwart. Collega Peter Sneep schreef nog in zijn column dat diens vader – Jan Zwart – net zo oud werd als Scott.
Met onder ander de Tweede Symfonie van Marcel Dupré stond de stampvolle en tweede kerk van Parijs te dreunen op zijn grondvesten. Grandioos!
Na afloop troffen we de grootmeester onder het orgel. Hij nam graag de tijd voor zijn publiek. Tot onze stomme verbazing maakte hij direct excuses. Er was een kleine registratiefout gemaakt en hij betreurde nog iets: ‘The organ is to small for this music.’
We schoten een beetje in de lach, wezen naar de reus boven ons en zeiden: ‘Too small?’
Scott glimlachte even, maar bleef ernstig. Hij legde uit dat Dupré zijn tweede symfonie voor nog grotere Amerikaanse orgels had geschreven. In die zin waren de meer dan honderd registers in Parijs nog net niet voldoende…
Scott werd de afgelopen tijd dikwijls getypeerd als hét voorbeeld van de perfectionist.
De vele opnames die ons resten – gelukkig! – getuigen daarvan.
Hij is niet meer. Wat een verlies!
Helaas kunnen we nu alleen nog verzuchten: ‘Dat waren nog eens tijden!’
In de column ‘Dat waren nog eens tijden’ blikt verhalenverteller, organist en orgelliefhebber Bert Rebergen zo nu en dan terug op de orgelwereld van enkele decennia geleden. Bert (*1969) is vooral onderwijsman en verhalenverteller, maar orgelmuziek mag zich in zijn grote belangstelling verheugen, niet alleen passief maar ook in de praktijk. In 1988 werd hij organist in Veenendaal. Daar en daarbuiten bespeelt hij, tot de dag van vandaag, menig instrument. Sinds 2009 treedt hij als verteller en presentator op in het gehele land.
© 2015 beeld Bert Rebergen