Onlangs is de restauratie van het Knipscheer-orgel in de Noorderkerk in Amsterdam door Flentrop Orgelbouw te Zaandam afgerond. Het 28 registers tellende instrument heeft een opvallend uiterlijk: het is rondom een pilaar gebouwd. Adviseur bij het project was Ir. Henk Kooiker die samen met de vaste organist Arthur Koopman de inspeling op vrijdag 16 september verzorgde.
In de loop der tijd hebben verschillende bekende orgelmakers werkzaamheden aan het uit 1849 stammende instrument uitgevoerd: Flaes (1877), Steenkuyl (1906), De Koff (1951) en Flentrop (1978, 1995)
Een ingrijpende wijziging betrof die door Steenkuyl. Hierbij werd de tractuur gepneumatiseerd. Flentrop reconstrueerde bij de meest recente werkzaamheden de situatie ‘Knipscheer’, waarbij het pijpwerk van 1877 als richtinggevend diende.
De wijzigingen door Flaes bleken uiteindelijk minder rigoureus dan gedacht. Flaes heeft het klankbeeld van Knipscheer niet drastisch willen ombuigen en heeft tevens het concept van Knipscheer gerespecteerd; er werden door hem alleen enkele noodzakelijke verbeteringen ten aanzien van de aanspraak van de pijpen doorgevoerd.
Op de werkzaamheden van Steenkuyl aan het pijpwerk is evenwel minder zicht. Dit vanwege de latere werkzaamheden door de Koff.
Het pijpwerk van de Koff is door Flentrop bij de huidige restauratie geheel verwijderd. De registers Scherp en Mixtuur zijn met nieuwe pijpen op hun oude sterkte aangevuld. Flentrop geeft aan met de recente werkzaamheden de situatie ‘Knipscheer’ – en rekening houdend met de wijzigingen door Flaes – heel dicht te genaderd te hebben.
Dispositie
Hoofdwerk
Praestant 16
Bourdon 16
Octaaf 8
Roerfluit 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Quint 2 2/3
Octaaf 2
Mixtuur V-VI
Scherp V
Cornet V
Trompet 8
Bovenwerk
Praestant 8
Baarpijp 8
Quintadeen 8
Octaaf 4
Dwarsfluit 4
Nasard 2 2/3
Octaaf 2
Sesquialter II sterk
Vox humana 8
Tremulant
Pedaal
Praestant 16
Bourdon 16
Holfluit 8
Roerquint 6
Octaaf 4
Bazuin 16
Trompet 8
© 2005 foto Sander Maarsman