Op vrijdag 21 oktober werd het gerestaureerde Gebr. Franssen-orgel in de O.L.V. Munsterkerk te Roermond in gebruik genomen. Het orgel werd op basis van het nog aanwezige materiaal en de oorspronkelijke orgelkas gereconstrueerd door Verschueren Orgelbouw.
Het orgel van de Munsterkerk werd in 1890/91 door de Roermondse orgelbouwfirma Gebr. Franssen gebouwd naar een dispositieontwerp van P.M.H. Janssen, een docent aan het Bisschoppelijk College in Roermond. De orgelkas werd gemaakt door H. Geelen naar een ontwerp van J.A. Jorna. Het orgel stond opgesteld in een hoek van de zijbeukgalerij met het front richting het middenschip van de kerk. Op deze wijze werd de westzijde van de kerk vrijgehouden.
In 1947 zou het orgel dan toch naar de westwand van de kerk worden verplaatst, zij het in een nieuw concept van drie manualen, pedaal en 39 registers. Dr. Caecilianus Huigens O.F.M. trad daarbij op als adviseur. De firma Verschueren uit Heythuysen, die de werkzaamheden uitvoerde, maakte gebruik van de (sleep)laden, pijpwerk en balgen van het Franssen-orgel. Het orgel kreeg een elektrische tractuur. De neogotische orgelkas kwam in opslag bij de orgelmaker; het aanzicht van het orgel werd voortaan bepaald door een parade van zinken frontpijpen.
In 2009 werd het orgel gedemonteerd om zo te komen tot reconstructie van het Franssen-orgel op zijn oorspronkelijke locatie in de Munsterkerk. Door orgeladviseurs Marcel Verheggen en Rogér van Dijk was een plan opgesteld waarmee het mogelijk bleek om de restauratie voor een groot deel te bekostigen uit de ‘achterstandsregeling’ van Monumentenzorg (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
De orgelkas, die op de zijwand na nog steeds bij de orgelmaker lag opgeslagen, kon zo door Verschueren Orgelbouw worden herenigd met het historische deel van binnenwerk. Orgelkas, windladen, pijpwerk en delen van de windvoorziening werden gerestaureerd. Stelling, zijwand van de kas en mechaniek werden gereconstrueerd. Voor een aantal delen kon gebruik worden gemaakt van afkomend Franssen-materiaal van de restauratie van het Smits-orgel in Deurne. De zwelkast werd nieuw gemaakt, waarbij gebruik kon worden gemaakt van de bestaande jaloezieën. Aan de oorspronkelijk dispositie werd wel een mixtuur 3-5 sterk toegevoegd, een register dat al vrij snel na de 1891 werd gemist.
Op 21 oktober 2011 werd het orgel in gebruik genomen. Jean-Pierre Steijvers bespeelde het orgel bij die gelegenheid in werk van Bach, Vierne, Dupont, Rachmaninov, Widor en Franck.
Dispositie
Hoofdmanuaal C-f3
Bordone 16 – 1891, C-h zachthout, rest metaal
Principale 8 – 1891, C-H zink, rest metaal
Portunale 8 – C-H, nieuw, grenen; rest, 1891, metaal
Flauto maggiore 8 – C-H uit Principale, rest nieuw, af c2 overblazend
Viola di gamba 8 – 1891
Diapason 4 – 1891
Flauto minore 4 – 1891, af c1 overblazend
Ottavino 2 – 1891
Mistura – nieuw, 3-5 sterk
Cornetto – vrijwel geheel nieuw, 1-2-5 sterk, doorlopend
Tromba 8 – bekers metaal, C-H zinken stevels, Bertounèche-kelen
Positief C-f3
Bordone 8 – 1891, C-H zachthout, rest metaal
Corno di camoscio 8 – 1891, C-H zinken voeten
Salicionale 8 – 1891, C-H zachthout, rest metaal, licht trechtervormig
Viola d’amore 8 – 1891, pijpwerk verlengd, C nieuw, C#-H zinken voeten
Fugara 4 – C-f2, 1892, verlengd; f#2-f3, nieuw
Tibia traverso 4 – C-f2 1892, f#2-f3 nieuw, af c1 overblazend
Piccolo 2 – 1891, metaal, conisch
Bassone-Oboè 8 – Franse factuur, C-H nieuw, c-f3 1891
Pedaal
Contrebasso 16 – 1891, zachthout
Ottava 8 – nieuw, zachthout
Violoncello 8 – 1891, zink, bij restauratie verlengd en van freins voorzien
Tuba 16 – 1891, stevels en bekers zink, C-H houten koppen
Trombone 8 – 1891, bekers zink, C-H zinken stevels, Bertounèche-kelen
Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel
Pedaalkoppel
Trede crescendokast Positief
Ventilatore – motorschakelaar
Winddruk manualen: 95 mm wk (manualen) en 105 mm wk (Pedaal)
Stemming: evenredig zwevend
Toonhoogte: a1 = 435 Hz bij 18 graden Celcius
© 2011 fotografie Verschueren Orgelbouw Heythuysen B.V.