Op 25 november jongstleden is het orgel van de Lutherse Kerk in Amersfoort weer in gebruik genomen na een algehele restauratie door Flentrop Orgelbouw te Zaandam. Adviseur was Peter van Dijk, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed werd vertegenwoordigd door Wim Diepenhorst.
Het instrument – het oudste orgel van Amersfoort – verkeerde al jaren in een slechte staat. In 2012/13 voerde de toenmalige vaste bespeler van het orgel, Jaap Jan Steensma, een uitgebreid historisch en technisch onderzoek uit. De resultaten daarvan gaven belangrijke impulsen voor het in gang zetten van een restauratie-traject.
Behoud
Onder auspiciën van de Protestantse Gemeente Amersfoort werd de Stichting tot Behoud van het Bätz-orgel in de Lutherse Kerk te Amersfoort opgericht. Deze voerde een succesvolle geldwervingsactie uit. Na een offertetraject, uitgaande van het herstelplan uit 2013 van Peter van Dijk, werd de opdracht tot restauratie van het orgel aan Flentrop Orgelbouw verleend, die kans zag de uitvoering te realiseren in 2016, het 250e bestaansjaar van het orgel.
Een beknopt historisch overzicht
- 1766 – Johann Heinrich Hartmann Bätz (Utrecht) bouwt een orgel met negen registers. Op de windlade wordt een plaats voor een tongwerk gereserveerd.
- 1796 – Zijn zoon Gideon Thomas Bätz voegt een Dulciaan 8 toe.
- 1827 – De Gebr. Bätz wijzigen de middentoonstemming in een gelijkzwevende temperatuur.
- 1850 – C.F.A. Naber vervangt de Mixtuur door een Viola di Gamba 8. Het in het front geplaatste deel van het dubbelkoor van de Prestant 8 wordt stom gemaakt, de binnenpijpen ervan worden verwijderd. Vermoedelijk wordt ook de stemtoonhoogte gewijzigd.
- ? – Op een onbekend moment tussen 1766 en 1872 is de Flageolet 1 1/2 opgeschoven en aangevuld tot een eenvoets register.
- 1873 – De Fa. J. Bätz & Co (C.G.F. en J.F. Witte) voegt een tweede klavier (Positief) met drie registers toe, geplaatst in een aparte kast achter het orgel.
- 1926 – De firma J. de Koff & Zn vervangt de Flageolet 1 door een Voix Celeste 8.
- 1973 – Partiële restauratie door de orgelmakers Fama & Raadgever.
- 1988/1993 – Herstelwerkzaamheden door de orgelmaker A.H. de Graaf. De Voix Celeste wordt vervangen door een Flageolet 1 1/2.
Toestand 1873
Bij de thans voltooide restauratie is de toestand-1873 hersteld, met inbegrip van de beide originele spaanbalgen en voettreden. Het orgel kan nu zowel met behulp van menskracht als middels de (nieuwe) motor van wind worden voorzien.
Herschilderd
De orgelkasten zijn herschilderd in de bestaande kleurstelling (1873) door Gerard de Jongh (Waardenburg). Daarbij kwamen, na het voorzichtig verwijderen van de registerschildjes uit 1873, de originele op de kast geschilderde registeropschriften tevoorschijn. Deze zijn fotografisch gedocumenteerd. De Witte-schildjes zijn vervolgens weer aangebracht op een dunne houten plaat, zodat de Bätz-opschriften toegankelijk blijven.
Vermelding verdient voorts dat het pedaalklavier nog uit 1766 stamt. Het is het enige bewaard gebleven exemplaar van J.H.H. Bätz.
Dispositie
Hoofdwerk (II) C-d3
Prestant 8 voet – 1766
Roerfluit 8 voet – 1766
Viola di Gamba 8 voet – 1850; af c
Octaaf 4 voet – 1766
Gemshoorn 4 voet – 1766
Quint 3 voet – 1766
Superoctaaf 2 voet – 1766
Flageolet 1 voet – 2016
Cornet Disc[ant 3 sterk] – 1766
Dulciaan 8 voet Bas/Disc. – 1796
Positief (I) C-d3
Holfluit 8 voet – 1873
Viola 8 voet – 1873; C-H gecombineerd met Holfluit 8
Fluit 4 voet – 1873
Pedaal C-c1
Geen eigen registers
Werktuiglijke registers
Koppeling Hoofdwerk – Positief
Pedaalkoppel – trede, naar keuze aan Hoofdwerk of Positief
Ventiel
Winddruk: 76,5 mm
Windvoorziening: 2 spaanbalgen – 1766
Stemmingssysteem: gelijkzwevend
© 2016 fotografie Peter van Dijk