Op 24 en 26 september aanstaande vindt het Vijfde Internationale Orgelconcours Jan Pieterszoon Sweelinck plaats. Acht finalisten spelen de 24e op het transeptorgel in de Oude Kerk in Amsterdam, de 26e op het Müller-orgel in de Grote of Sint Bavokerk in Haarlem. Jochem Schuurman is een van de finalisten en doet ons verslag van het concours door de ogen van een deelnemer.
Begint het concours voor het publiek pas op 24 september, voor de deelnemers is het echter al veel eerder van start gegaan. Begin maart 2014 werd bekend welke verplichte werken er voor de voorronde op het programma stonden. Vanaf dat moment hadden eventuele deelnemers tot 1 juni de tijd deze verplichte werken op te nemen en de opname op te sturen naar de organisatie en zichzelf daarmee in te schrijven voor het concours. Uit deze inzendingen werden door een jury de acht finalisten geselecteerd.
Gedegen
In eerste instantie dacht ik dat het vrij eenvoudig en overzichtelijk was en dat ik ruim de tijd had om de opnamen te maken. Dat viel me echter tegen. Je moet in vrij korte tijd de verplichte werken (werken van Sweelinck, Buxtehude en Bach) instuderen en in diezelfde korte tijd een gedegen mening vormen over hoe je de werken wilt spelen. Daarnaast is het vaak zo dat, als je je eigen spel beluistert op een opname, het altijd weer net iets anders klinkt dan je dacht toen je het zat te spelen.
Opname
Daarom wilde ik, voordat ik de definitieve opnamen ging maken voor het concours, eerst wat proefopnamen maken, zodat ik nog dingen zou kunnen aanpassen voor de definitieve opname. En als je jezelf en het concours een beetje serieus neemt, doe je dat natuurlijk op geschikte orgels! Voor proefopnamen ben ik daarom eerst een keer afgereisd naar Noordbroek en later nog een keer naar Anloo. Nadat ik deze proefopnamen kritisch had beluisterd, had ik voor mezelf een aardig beeld gevormd van hoe ik de stukken uiteindelijk wilde opnemen. De uiteindelijke opnamen zijn gemaakt in de Martinikerk in Groningen. Al met al dus een hele onderneming, waar nog behoorlijk veel tijd in ging zitten!
Naar de finale
Na het insturen van de opnamen duurde het nog een maand voordat bekend werd welke acht organisten door waren naar de finale. Er waren maar liefst 33 inzendingen uit binnen- en buitenland binnengekomen bij de organisatie, dus dat was wel even een spannende maand. Op 2 juli kwam dan eindelijk het verlossende bericht: ik was toegelaten!
Programma
Voor de finale van volgende week zijn er geen verplichte werken geprogrammeerd, maar wel een aantal beperkingen in de programmakeuze opgelegd. Zo mogen de deelnemers in Amsterdam alleen muziek van vóór 1700 spelen en in Haarlem alleen Bach en Noord-Duitse barok. Daarnaast mogen de beide programma’s zoals gezegd niet langer zijn dan twintig minuten. Ik heb gekozen voor Frescobaldi, Louis Couperin en Sweelinck in Amsterdam en Bach en Buxtehude in Haarlem.
Studietijd
Iedere deelnemer krijgt tweeëneenhalf uur studietijd op beide orgels. Samen met twee andere deelnemers aan het concours, Gerwin Hoekstra en Peter van der Zwaag, ben ik vorige week in Amsterdam geweest om het programma voor de Oude Kerk voor te bereiden. Afgelopen woensdag zijn we naar Haarlem afgereisd om in de Bavo te studeren. Dat je op zo’n moment met z’n drieën bent heeft als voordeel dat je aan elkaar kunt voorspelen, zodat je de registraties beneden in de kerk kunt beoordelen.
Registratie
Orgels klinken beneden in de kerk toch vaak heel anders dan boven bij de klaviatuur. In de Oude Kerk bijvoorbeeld klinkt het Borstwerk bij de klaviatuur heel luid omdat je er dan vlak bij zit, maar in de kerk juist heel zacht. En in de Bavo heb je op de plek van de deelnemer een hele andere indruk van de klank van het Rugwerk en het Bovenwerk dan op de stoel van de jury. Als je dus tijdens het spelen denkt: ‘wat heb ik toch een mooie registratie!’, dan kan het best zijn dat het in de kerk niet in balans is.
Maar volgens mij hebben we alles goed voorbereid. Ik kijk in ieder geval uit naar de uitvoeringen op 24 en 26 september! Graag tot dan!
Jochem Schuurman (*1989) volgde zijn studie aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen, in 2013 studeerde hij cum laude af als Master of Music. Daarna studeerde hij enkele maanden bij Leo van Doeselaar en Paolo Crivellaro aan de Universität der Künste in Berlijn. Nog tijdens zijn studie won hij meerdere prijzen op orgelconcoursen. Schuurman is actief als kerkorganist in Drachten en als geeft regelmatig concerten als solist en begeleider. Daarnaast is hij orgel- en pianodocent en is hij werkzaam voor onder meer Stichting Organum Frisicum en Boeijenga Muziek.
© 2014 fotografie Peter van der Zwaag