Bijna twintig jaar (van 1948 tot 1967) verzorgde Piet van Egmond de wekelijkse populaire orgelbespeling voor de NCRV-microfoon. Vanaf 1953 deed Van Egmond dat op het Steinmeyer-orgel (1924) van de Prinsessekerk in Amsterdam. Voor het repertoire werd vooral geput uit symfonische muziek, pianowerken en muziek voor ballet, opera, operette en de salon, die hij voor orgel transcribeerde. Uiteraard ontbrak de improvisatie niet waarmee Piet van Egmond zijn bespeling afsloot.
Stichting Piet van Egmond Documentatiecentrum bracht op het label Festivo opnieuw een selectie uit van archiefopnamen van de populaire orgelbespelingen.
De opnamen op deze cd zijn gemaakt in de periode 1954 tot en met 1963 en werden zorgvuldig gerestaureerd. Historische opnamen dus, met alle (kleine) onvolkomenheden, of zo je wilt, charmes. De transcripties die voor het programma werden geselecteerd, geven een goed beeld van zo’n bespeling: van klassiekers van Dvorák, Sibelius en Debussy via Gershwin tot wat lichter repertoire. En natuurlijk een improvisatie.
Voor veel organisten is het maken en spelen van transcripties al lang geen verboden terrein meer. Zeker de afgelopen vijftien jaar is het repertoire voor orgel uitgebreid met orgelbewerkingen van niet de minste (orkest)werken. Nu is het voor orgel transcriberen van muziek voor andere bezettingen één ding, het overtuigend neerzetten van de muziek en het vertalen van de dynamiek van andere instrumenten naar het orgel is iets anders. Menig orgelinterpretatie zou, wanneer het zó zou worden gespeeld in de oorspronkelijke bezetting, genadeloos worden neergesabeld! Zo niet bij Van Egmond. Hij combineert muzikaliteit met een uitstekende beheersing van zijn instrument, waarbij de oorspronkelijke muziek intact blijf.
Het beste laat hij dat horen in de klankschilderingen van klassiekers als Claire de lune en het Largo uit de negende van Dvorák. In het lichtere repertoire weet Van Egmond het Steinmeyer-orgel door zijn zwelkast- en tremulantgebruik haast als een theaterorgel te laten klinken. Misschien niet ieders ding, maar het sluit wel aan bij het ‘populaire’ van die bespelingen uit de jaren 50. In zijn improvisatie laat Piet van Egmond een walsensuite horen die naadloos in het programma past.
Het sluitstuk van deze cd is George Gershwins Rhapsody in Blue, gecomponeerd voor piano en jazzorkest in 1924 (het bouwjaar van het Prinsessekerkorgel). Deze opname kon worden samengesteld uit twee incomplete bandopnamen die Van Egmond zelf via de Draadomroep maakte. Gelukkig maar, want wat Van Egmond hier presteert is meesterlijk. De Rhapsody wordt met grote flair gespeeld, terwijl het Steinmeyer-orgel onder zijn vingers haast kameleontisch van klankkleur verschiet. Ademloos blijf je luisteren hoe hij de levendigheid van het stuk weet te vertalen naar het orgel. Alleen de Rhapsody in Blue (waaraan de cd terecht zijn titel ontleent) zou al een reden zijn om de cd te kopen.
Muzikale interpretatie * * * * *
Programmakeuze * * * * *
Keuze van het instrument * * * * *
Kwaliteit van de opname * * *
Informatie in het booklet * * * *
Grafische presentatie * *
The Legendary Piet van Egmond – Rhapsody in Blue
Organ Transcriptions – Steinmeyer Organ Prinsessekerk, Amsterdam
Ouverture ‘Si j’étais Roi’ (Adolphe Adam), Selections from ‘Coppelia’ (Léo Delibes), Egyptian Ballet, Part 1 (allegro ma non troppo) (Alexandre Luigini), From ‘Interludes’ op. 17: No. 2 Andante sostenuto, ma non troppo, No. 3 Allegro vivace (Dirk Schäfer), Clair de lune, from Suite Bergamasque (Claude Debussy) Finlandia op. 26 (Jean Sibelius), Largo from Symphony no. 9 (‘From the New World’) (Antonin Dvorák), Selection from ‘The king steps out’ (Fritz Kreisler), Improvisation (Piet van Egmond), Shoutin’ ‘Glory!’ (Lee Sims), Rhapsody in Blue (George Gershwin)
Label: Festivo
Nummer: 6962.082
Speelduur: 73’11’’
Booklet: 20 pagina’s (N/E)
Prijs : € 13,75