Mijn eerste echte kennismaking met de klankwereld van Max Reger herinner ik mij nog als de dag van gisteren. Eigenlijk kende ik Reger alleen van zijn brave opus 135a en had ik zijn Introduction und Passacaglia in d-moll wel eens gehoord.
Maar in januari 1987 kwam daar verandering in. Jan Jansen speelde zijn inauguratieconcert als Domorganist en had daar de grote Morgensternfantasie geprogrammeerd. Vanaf de eerste tonen was ik geboeid door de enorme zeggingskracht en spanningsboog die deze muziek van tot de laatste maat met zich meebracht. Ik had veel geleerd en genoten die middag. Sindsdien ben ik verslaafd aan een goede Reger.
Gelukkig valt er op dat gebied veel te genieten. Zeker de laatste jaren zijn de grote werken veelvuldig vastgelegd op de grote Sauers en Walckers en is onder andere Bernhard Buttmann als opmaat naar het Regerjaar 2016 bezig met een ‘Gesammteinspielung’. Over het algemeen gaat het daarbij om interpretaties die als doel hebben om naadloos aan te sluiten bij de klankwereld van Max Reger en zijn grote promotor Karl Straube.
Een mooie aanvulling op dit Regeraanbod is de dubbel-cd die Isabelle Demers opnam met de zeven grote koraalfantasieën in St. Andrew’s Episcopal Church te Amarillo (Texas). Vanaf de openingsmaten van de eerste cd – uiteraard met ‘Ein feste Burg’ als binnenkomer – merk je direct dat de jonge Demers een eigen weg kiest. Bijna staccato zet ze de pedaalsolo in en deze non legato speelwijze zet ze grotendeels voort. Bij ‘Ein feste Burg’ moest ik daar wel aan wennen, maar gaandeweg begin je snel te delen in haar musiceervreugde. Door haar speelwijze wordt Reger heel transparant en kan je bijna noot voor noot volgen. Met deze andere aanpak krijgt Reger ook een ander gezicht.
Als ‘Freu dich sehr’ aan de beurt is roepen de eerste maten een beeld op van een koraalfantasie uit Noord-Duitse barok. Bij de grote fantasie over ‘Wie schön leuchtet der Morgenstern’ mag in de slotmaten de cymbelstern zelfs even mee doen, al komt deze maar nauwelijks boven het overige orgelgeweld uit. Bij de fuga’s vallen de lichtvoetige inzetten op, waarbij er bij ‘Halleluja, Gott zu loben’ zelfs voor wordt gekozen om de fuga op viervoets basis in te zetten. Anno 2015 zal dit menig purist de wenkbrauwen doen fronsen, toch zou ik blijven luisteren, want Isabelle Demers doet het beheerst en uitermate muzikaal. Bovendien weet ze altijd weer net op tijd de brug van transparantie en lichtvoetigheid naar een meer symphonische klankwereld te slaan.
Met veel zorg heeft ze haar registraties uitgekozen, waardoor ze veelvuldig gebruik maakt van duidelijke, maar zeker niet overheersende, soloregistraties. Met haar aanpak is ze doorgaans uiteraard sneller door de koraalfantasieën heen dan haar collega’s. Toch heb je nergens het gevoel dat ze zich haast. Boeiend om haar spel bijvoorbeeld te vergelijken met de grand old lady Rosalinde Haas, die rond 1990 in vrolijke vaart Reger volledig op cd zetten. Ongelofelijk knap, maar op een gegeven moment treed daar toch luistermoeheid op vanwege de meer mechanische benadering. Bij Demers klopt haar aanpak toch veel beter.
De vraag die we ons anno 2015 uiteraard stellen is ‘wat zouden Reger en Straube hiervan gevonden hebben?’ Ondanks dat Reger een wat ander klankbeeld en zeker lagere tempi voor ogen had denk ik dat hij content geweest zou zijn met deze uitvoering. ‘Zo kan het ook’ zou hij tevreden gebromd kunnen hebben. En de reactie van Straube is ‘mooi gedaan Isabelle, kijk maar eens naar mijn suggesties in de jaren toen de Orgelbewegung op gang kwam. Reger heeft vele gezichten!’
Het is wel de vraag wat het commentaar van Reger zou zijn geweest omtrent de aanvulling van Demers door naast de Morgenstern-fantasie van Reger ook die van zijn leraar Heinrich Reimann op te nemen. Het boterde maar matig tussen leraar en leerling, omdat de laatste vond dat zijn leraar onvoldoende zijn kwaliteiten herkende. Om te laten zien dat hij veel beter kon componeren dan de meester schreef hij als reactie op diens koraalfantasie zijn tegenvoorstel. Eerlijk is eerlijk, Reger wint glansrijk. Wat mij betreft had Demers Reimann ook weg mogen laten. Alhoewel het zeker geen slechte fantasie is (daar waren Reger en Straube het samen ook weer over eens) staat deze toch teveel in de schaduw van de zeven Reger-juwelen. Het is ook teveel een andere klankwereld. Wat mij betreft had ze de ruimte benut voor een ander groot Regerwerk, bijvoorbeeld de weinig gespeelde, maar wel heel mooie, eerste Suite in e-Moll, ook deels gebaseerd op een koraal. Met een beetje passen en meten had hij er best wel op gepast en ik ben ervan overtuigd dat Isabelle Demers ook daar wel weg mee weet.
De kerk van Amarillo herbergt een orgel van de Amerikaanse bouwer Aeolian-Skinner uit 1942 met een omvang van 84 stemmen over acht werken, die vervolgens weer te bedienen zijn vanaf vier klavieren en pedaal. Opvallend is de schoonheid van veel individuele stemmen die door Demers ook uitgebreid geëtaleerd worden. Ook het volle werk mag er zijn, toch krijgt het niet de grandeur die bijvoorbeeld de Sauers van Leipzig en Berlijn of de Walcker van Riga kenmerken. Wellicht heeft dit ook te maken met het feit dat de akoestiek voor een Amerikaanse kerk zeker niet slecht is maar toch onder doet voor die van een Europese kathedraal. Wat mij betreft doet dat niets af aan de kwaliteit van deze cd en de keuze om ons kennis te laten maken met een echt Amerikaans instrument. Hopelijk horen we in Europa nog vaker van Isabelle Demers. Deze Reger kan nog wel een vervolg hebben!
The Chorale Fantasias of Max Reger
Isabelle Demers – St. Andrew’s Episcopal Church, Amarillo, Texas
Ein’ fest Burg ist unser Gott, op. 27; Freu dich sehr, o meine Seele, op. 30; Wie schön leucht’ uns der Morgenstern, op. 40 no. 1; Straf mich nicht in deinem Zorn, op. 40 no. 2; Alle Menschen müssen sterben, op. 52 no. 1; Wachet auf! ruf uns die Stimme, op. 52 no. 2; Halleluja! Gott zu loben, op. 52 no. 3 (Reger); Wie schön leuchtet der Morgenstern (Reimann)
Label: Acis Productions
Nummer: APL01901 (2CD)
Speelduur: 119’54
Booklet: 24 pagina’s (EN)
Prijs: ca. € 20,50
Bestellen: Amazon.com
Meer van het label Acis: