Elk jaar geeft het Vlaamse tijdschrift Orgelkunst een cd als bijlage uit. Eind vorig jaar verscheen een dubbel-cd met het complete orgelwerk van de componist Chris Dubois. Een cd die het verdient om ook in de noordelijke Nederlanden beluisterd te worden.
Ik kende Chris Dubois (*1934) tot nu alleen als componist van werken voor beiaard. Zijn Suite nr. 1 en zijn Passacaglia voor beiaard zijn werkelijk schitterende werken. Daarom was ik zeer benieuwd naar de orgelwerken van deze componist. Ze blijken nadrukkelijk in de Frans-symfonische traditie te staan. Als ik ze in een hokje zou moeten stoppen – maar wat is dat eigenlijk vervelend – , dan doen met name de grotere werken me in de verte denken aan Gaston Litaize. Maar ik meen toch ook wat neobarokke trekken te bespeuren. Contrapuntisch vooral in de vernuftige fuga’s die Dubois weet te schrijven en idiomatisch vooral in zijn Concertino voor orgel en piano. Daar lijkt Hindemith toch ook om de hoek te kijken. Maar ondertussen hebben Dubois’ werken daardoor wel degelijk een eigen kleur.
Zijn kleinere werken, zoals de bewerkingen van een viertal Bach-koralen en een drietal Marialiederen, zijn idiomatisch wat minder geavanceerd. Maar over het algemeen heel smaakvol. De Kerstmijmeringen van Dubois spraken me wat minder aan: een medley van kerstliederen. Ook met zijn Burleske variaties kan ik niet echt uit de voeten. Maar waarschijnlijk ben ik daar teveel een calvinistische Ollander voor. Verder zitten er tussen die kleinere werkjes wel degelijk juweeltjes, zoals het Koraalpreludium Onze Vader. Of de variaties over ‘Abide with me’ waar ik vooral van heb genoten. De voorlaatste variatie lijkt wel een laatromantisch Orgelbüchleinkoraal. Prachtig! Ook de fuga die erop volgt mag er wezen. Voor organisten uit wat je zou kunnen noemen ‘het populair-romantische segment’, die eens wat anders willen zonder hun publiek voor het hoofd te stoten, lijkt me dit werk een regelrechte aanrader. Maar ik zou zo’n stuk ook voor, tijdens of na de kerkdienst graag horen (de middag- of avonddienst uiteraard).
Hoogtepunten zijn voor mij de Koraalfantasie en fuga over ‘Zingt Jubilate’, de Fantasia on C and D, de triptiek bij het Salve Regina en het Concertino voor orgel en piano. Eigenlijk is alleen de genoemde koraalfantasie met een duur van zo’n tien minuten een wat langer werk. Grootse muziek in een uitdagend idioom, die ook meer verstilde momenten kent. De andere werken zijn korter of bestaan uit kortere delen. Ook al duurt de Fantasia on C and D nog geen vijf minuten, het is zowel idiomatisch als contrapuntisch een sterk stuk, dat ook in Nederland wel eens uitgevoerd mag worden: een geweldig showpiece.
De deeltjes van het drieluik bij het Salve Regina duren gemiddeld slechts zo’n drie minuten. Maar daarin gebeurt dus wel wat! Misschien zelfs wel wat teveel. Want het derde deel bestaat zelf weer uit drie deeltjes. Op zich vind ik het een compliment als een hedendaags componist ook van ophouden weet, want mijns inziens ontbreekt het daar nogal eens aan. In elk geval blijft Dubois boeien met dit qua idioom uitdagende werk. Opmerkelijk is dat het middendeel elders op de cd’s ook uitgevoerd wordt in een versie voor orgel en trombone.
Goede muziek voor orgel en piano is weinig geschreven. De statische orgelklank en het levendige timbre van de piano combineren ook niet echt lekker. Dubois weet echter de sterke punten van beide instrument op een gelukkige manier te benutten om tot een overtuigende en sprankelende compositie te komen. Ook hier blijven de delen beknopt en pakkend.
De cd biedt tevens een staalkaart van prachtige Vlaamse orgels, zoals het Stevens-orgel van de kathedraal in Mechelen, dat in de jaren vijftig van de vorige eeuw onder advies van Flor Peeters is omgebouwd in neoklassieke zin. Of het wat rankere Drijvers/D’Hondt-orgel in de basiliek van Scherpenheuvel, dat hier door Dubois zelf bespeeld wordt. Bijzonder is ook het Loncke-orgel in de Ryelandtzaal in Brugge. Een prachtig symfonisch instrument uit 1988, dat helaas in een nogal droge ruimte staat. Daardoor kletst de Finale uit Dubois’ Salve Regina Triptiek je wel erg hard om de oren.
Kortom, laat ook Nederland kennismaken met het orgeloeuvre van Chris Dubois. Het is de moeite meer dan waard!
Chris Dubois – integraal orgelwerk
Chris Dubois, Peter Jeurissen, Bart Naessens, Peter Pieters, Luc Ponet, Gunter Carlier
Koraalfantasie en thema Fugatum voor groot orgel over het geestelijk lied ‘Zingt Jubilate’, Here Jezus om uw woord, Giga, Rorate caeli, Haec Dies quel fecit Dominus, Fantasia on C and D, Vier koraalbewerkingen rond koralen van J.S. Bach, Myriatriptiek, Twee gregoriaanse kleinoden, Twee partita’s op adventsliederen, Praludium op Victimae Pascali, Crteator alme siderum, Intermezzo, Abide with me, Parafrase op Adeste Fidelis, Kerstmijmeringen, Salve Regina, Aria, Elegie, Burleske variaties, Koraalpreludium Onze Vader, Concertino voor orgel en piano.
Label: Orgelkunst vzw
Nummer: AMP 14001 / Orgelkunst cd 11/12 [2cd]
Booklet: toelichtingen in bijbehorend tijdschrift Orgelkunst, XXXVII – 2014 – nummer 4
Speelduur: 74’45 + 69’12
Prijs: € 27,00 inclusief verzendkosten (buiten België)
Bestellen: zie www.orgelkunst.be