In de column ‘RE: gister’ deelt organist, componist, cantorijlid en journalist Peter Sneep op in zijn ervaringen vanaf de orgelbank (en soms de pianokruk). De wederwaardigheden van de afgelopen zondag van de begeleider in drie Amersfoortse kerken zullen dan ook het onderwerp zijn van deze column. Als het even kan wekelijks op maandag. Deel 10 – Liedbundels.
Gemeentelid Jaap van Dam komt voor de middagdienst in De Kandelaar even naar het orgel en vertrouwt me toe dat dit de kortste liturgie is die hij ooit heeft gezien.
We zingen vanmiddag uitgesmeerd over de dienst slechts drie verzen van de berijming van Psalm 146: ‘Alles wat adem heeft, love de Here’ en de geloofsbelijdenis in de toonzetting van Paul Christiaan van Westering (26 regels). Meer niet.
Mijn kortste liturgie – wat te zingen coupletten betreft – was in de vrijgemaakte kerk van Maassluis. Dominee Grätz liet in totaal drie verzen zingen. Hij wilde geen tijd verliezen ten koste van de preek en moest daarna ook nog voorgaan in Rozenburg. Daarom bezuinigde hij op het zingen.
Jaap ken ik al heel erg lang. Toen ik in 1975 naar de havo ging, kwam ik bij een jongen in de klas die heel erg goed kon orgel- en pianospelen: Jan Mulder. We werden vrienden en ik ging vaak op zondag naar hem toe, of hij kwam bij mij. Hij woonde aan de andere kant van de stad. Ik hoorde bij Rotterdam-Delfshaven, hij bij Rotterdam-Oost, zeg maar de Alexanderpolder. Als ik bij hem was, ging ik ook met hem mee naar de kerk. De vrijgemaakten van Oost huurden de Immanuelkerk van de Hervormden. De aloude moederkerk begon haar ochtenddienst om half tien. De vrijgemaakte dienst begon om – schrik niet – kwart over acht. Wilde ik bij Jan Mulder naar de kerk, dan moest ik dus vroeg uit bed, want ik moest ook nog een half uur fietsen.
In de vrijgemaakte diensten in de Immanuelkerk speelde Jaap van Dam. Na afloop van de dienst maakte ik vaak een praatje met hem.
Jaap was in die tijd ook een trouwe bezoeker van de districtsvergaderingen van de Vereniging van Gereformeerde Kerkorganisten (VGK). Het district omvatte heel Zuid-Holland en Jaap en collega Wiggert Pols (organist van de kerk van Capelle aan den IJssel) haalden mij op voor vergaderingen in Hardinxveld-Giessendam, Katwijk, Zwijndrecht, Hellevoetsluis, nou ja, zo’n beetje overal waar in Zuid-Holland vrijgemaakte kerken waren. Ik was veruit het de jongste deelnemer. Het onderlinge respect was er groot, ook al denken veel mensen dat organisten ruziezoekers zijn.
Jaap verhuisde later naar Hardenberg en een paar jaar geleden kwam hij zomaar opeens in Amersfoort wonen. Hij is al ver in de zeventig, maar is nog jong van geest. Voor de dienst ga ik niet spelen voordat hij op z’n plek zit. Als hij er is, weet ik zeker dat er in ieder geval één iemand luistert.
De ochtenddienst in de Martuskerk werd gisteren juist wel heel veel gezongen. Voorganger Thijs van de Kamp uit Nieuwegein had liederen gekozen uit maar liefst vijf verschillende bundels. Gereformeerd Kerkboek, Evangelische Liedbundel, Levensliederen, Opwekking, E&R-bundel.
Een beamer in de kerk heeft voor- en nadelen. Voordelen: je kunt uit bundels zingen die kerkgangers nooit zouden aanschaffen, het spaart (dus) papier en daarmee ook het milieu, je hebt een goede zanghouding en je kunt bij elk vers de noten bij de tekst laten zien.
Nadelen zijn er ook. Is de beamer stuk (of valt de stroom uit) dan zingt niemand meer mee. Je kunt een lied dat je aansprak niet meer rustig nalezen onder de preek. Weg is weg.
Klik,
Volgende dia.
Het lijstje dat Thijs van de Kamp samenstelde (met in totaal zeventien coupletten) was niet eens zo revolutionair. Van de meeste liederen was de melodie bekend. Uit de Evangelische Liedbundel liet hij bijvoorbeeld lied 99 zingen: ‘Op aarde plant het kwaad zich voort’, tekst Willem Barnard, bekende melodie van O kom, o kom Immanuël – eigenlijk is het hetzelfde lied. Psalm 14 uit Levensliederen is op de Geneefse melodie. Die kennen ze wel in de Martus. Echt onbekend was het adventslied ‘Wanneer zal komen’ van Hans Bouma en Sander van Marion. Van de Kamp had dat ook nog eens als slotlied uitgekozen. Om het goed te laten verlopen, had ik er zaterdag voor gezorgd dat het lied met noten geprojecteerd zou worden. En wat denk je: de Martusmensen zongen het lied alsof ze het al jaren kenden.
De beamer gooide in de middagdienst bijna roet in het eten. Degene die de powerpointpresentatie moest maken, was ervan uitgegaan dat ‘LB 21’ uit het nieuwe liedboek gezongen zou worden – en dan zouden we Psalm 21 zingen. Ik dacht dat het om het oude liedboek ging. Tijdens het voorspel zie ik in de spiegel Psalm 21 op het scherm verschijnen. De dominee hakt de knoop door. Het moet inderdaad ‘Alles wat adem heeft, love de Here’ zijn.
Het ultrakorte lijstje van ’s middags weerhoudt me er niet van lekker te spelen. Want zeg nou zelf: dat zeventiende-eeuwse lied van Herrnschmidt is heerlijk om te zingen.
Peter Sneep (•1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Peter Sneep is journalist. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna (2) en Manuel (0).
Leuk hè, zo’n beamer! Ik ben er dol op:
1. Alle liederen worden erop aangegeven en iedereen kan meezingen.
2. Het spaart papier en liedboeken kunnen de kerk uit, mensen hoeven niet meer te bladeren.
3. Ook van die geweldige christelijke liederen die op youtube staan kunnen ook worden getoond tijdens de dienst.
4. Ook de ouderen die slechtziend zijn kunnen meezingen.
5. Past helemaal in deze tijd van de grote massa, samen zingen onder het genot van een beamer. Het geritsel en het omslaan in een liedboek is niet meer nodig, men wordt op zijn wenken bediend.
6. Achtergrondmuziek bij het binnenkomen en weggaan van de kerkbezoekers komt ook wel eens voor zodat het orgelspel voor en na de dienst langzaam verdwijnt.
7. Men raakt van de beamer helemaal afhankelijk, en als die uitvalt raakt iedereen in rep en roer, de gemeente zingt niet meer verder en de organist begeleid rustig door.
8. Past ook helemaal in deze tijd, de meeste cafés en loungebars hebben ook een beamer (tv).
9. Het trekt ook weer wat meer kerkbezoekers: die van karaoke houden!
10. De kerk creëert zo meer werkgelegenheid: enthousiaste en fanatieke vrijwilligers die met muziek wel raad weten…
11. En last but not least: het individuele zingen uit een liedboek in de kerk (wat voor heel veel mensen in hun geloofsleven toch ook heel belangrijk is) gaat er helemaal uit. Een computergestuurde beamer zorgt ervoor dat iedereen (de grote massa) keurig op commando laat zingen.
12. Misschien is het een idee om op de beamer de targets van de organist erop te vermelden. Lijkt me geweldig dat iedereen kan zien hoeveel noten de organist al gehad heeft én dat de beamer een seintje geeft als de dienst te lang gaat duren.
Zo’n beamer heeft oneindig veel mogelijkheden, fantastisch!
Op een beamer kan men niet tussen de regels door lezen, als dat zou gebeuren raakt iedereen in de kerk achter want het volgende plaatje staat alweer op de muur.
Hier wel…
😉
Peter, de GKv synode Ede 2014 heeft de suggestie gedaan om een uniforme schrijfwijze te hanteren: LB = Liedboek – zingen en bidden in huis en kerk; LvdK = Liedboek voor de Kerken (1973); PvN = Psalmen voor Nu; Opw. = Opwekking. Met gastpedikant heb je dan geen verwarring. LB 21 is dan inderdaad psalm 21 🙂
Hallo Ria,
Ik ken die suggestie, maar de onze gastpredikant van zondagmiddag was daarvan dus niet op de hoogte. Voor hem was LB het Liedboek voor de Kerken (1973)
De jongen van het beamteam kende de afkortingen wel. Daar ging het fout.
Hartelijke groet,
Peter