In de column ‘RE: gister’ deelt organist, componist, cantorijlid en journalist Peter Sneep op in zijn ervaringen vanaf de orgelbank (en soms de pianokruk). De wederwaardigheden van de afgelopen zondag van de begeleider in drie Amersfoortse kerken zullen dan veelal het onderwerp zijn van deze column. Als het even kan wekelijks op maandag. Deel 24 – MarcusPassie.
Het was een leuk weekend in Groningen. Zaterdagavond heb ik in Ten Boer gespeeld, zondagmorgen in Enumatil. De Sneepjes logeerden in een gezellige bed en breakfast in Sint Annen.
Er zijn tijden geweest dat ik regelmatig op andere orgels speelde. Elke maand was ik één zondag vrij en dan speelde ik nogal eens ergens anders. Maar ik heb nu twee kleine kinderen en ik ben overspannen geweest. Alle reden om rustig aan te doen.
Maar afgelopen weekend een keertje niet. En de komende week ook niet. Want het is passietijd.
Sinds 2001 trekken John Kuiper en ik in de twee weken voor Pasen het land door met de MarcusPassie. Dat is een soort Matthäus Passion, maar dan in zijn allereenvoudigste vorm. John leest Marcus 14 en 15 voor en daartussendoor zingen de aanwezigen bijpassende koralen, meest psalmverzen. De aanwezigen geven op die manier al zingend commentaar op de gelezen bijbelteksten of stemmen ermee in. Ze kunnen zich verbazen dat bijna alles wat Jezus is overkomen – tot in detail – eeuwen eerder al in de psalmen is opgeschreven.
Als organist heb ik het lekker druk. Er zijn 29 samenzangmomenten, die allemaal een compleet andere registratie vergen. De schriftlezingen duren meestal hooguit een minuut, soms maar een paar seconden. In die korte tijd moet ik de registers voor het volgende lied klaarzetten. Ik klaag niet, het is juist heel erg leuk om te doen. Je bent doorlopend in touw en je moet steeds vooruit denken. Als een vers klaar is, kun je niet ontspannen, maar je moet meteen aan het werk. Registers dicht, registers open en ondertussen meelezen met de bijbeltekst, zodat je precies op het goede moment weer kunt inzetten.
John en ik hebben de MarcusPassie sinds de start in 2001 al 81 keer uitgevoerd. De eerste keer was in de vrijgemaakte kerk van Franeker op een orgeltje met vijf stemmen. Daarna zijn we op allerlei bijzondere plaatsen geweest. In 2005 bijvoorbeeld in de hervormde kerk van Bovensmilde, in een buitengebruik gestelde kerk met een heel oud orgeltje. Wondermooi vond ik het Steinmeyer-orgel in de Adventskerk in Alphen aan den Rijn, waar we in 2004 optraden. Een jaar eerder werd ik al verliefd in op het Vermeulen-orgel in Schildwolde.
Moeilijke orgelmomenten waren er ook. In de oude kerk van Siddeburen, in 2008, waar het orgel in zo’n slechte staat was, dat je niet meer dan twee registers tegelijk kon gebruiken. In de Christelijke Gereformeerde Kerk van Zwijndrecht ontstonden in 2003 een half uur voor de uitvoering allemaal hangers in het orgel. Een van de plaatselijke organisten heeft de hele passie in het orgel gezeten om de hangers weer terug te duwen. In 2013 brak in de Vredeskerk in Winschoten een paar dagen voor de uitvoering de pedaallade doormidden. De dispositie van het orgel was ook nog eens ooit veranderd en de naamplaatjes niet aangepast. In De Windwijzer in Vlaardingen raakte in 2012 het zwelwerk van het prachtige Standaart-orgel halverwege de uitvoering defect.
Afgelopen zaterdag in de vrijgemaakte kerk Ten Boer kwam daar weer een nieuwe hindernis bij. Na een hartelijke ontvangst door koster Roelf wilde ik gaan spelen. De koster gaf me een sleutel mee, maar die bleek niet te passen. Vervolgens bleek in het hele gebouw geen sleutel van het orgel te zijn. Roelf is gaan bellen en bij het derde telefoontje had hij iemand in het dorp thuis aangetroffen die een orgelsleutel in bezit had. ‘Ik ben over tien minuten terug’, zei Roelf terwijl hij blijmoedig zijn jas aantrok.
Het Verschueren-orgel in de vrijgemaakte kerk van Ten Boer komt uit Rotterdam-Overschie. Het is qua dispositie bijna gelijk aan het orgel in de Simonstraatkerk in Rotterdam, waar Dirk Janszoon Zwart jarenlang organist was. Zwart was adviseur bij beide orgels, gebouwd in respectievelijk 1954 en 1953. Op een grotere versie van die orgels – de gkv van Delfshaven – begon mijn organistenloopbaan.
Het zijn functionele orgels, maar of ze nu echt mooi zijn? Ik vroeg me al heel lang af waardoor dat kwam. Vorig jaar interviewde ik voor De Orgelvriend Remy Syrier, die net gepromoveerd was op het oeuvre van vader en zoon Binvignat. In een hoekje van dat gesprek zei Syrier, dat Verschueren in die tijd een soort assemblagebedrijf was. Het leverde orgelonderdelen voor de klant en zette het instrument in elkaar. Het bedrijf leverde aan katholieke kerken elektro-pneumatische orgels, op advies van Dirk Jansz. Zwart bouwde de onderneming een flink aantal mechanische instrumenten, alle stemmen tamelijk middle of the road geïntoneerd.
In Overschie stond het orgel voor in de kerk, deels achter een muur, waartegen de preekstoel stond. In Ten Boer staat het orgel tegen een zijmuur, pal naast de kerkgangers. Het borstwerk (in zwelkast), dat in Overschie door de muur indirect de ruimte inkwam, brult in Ten Boer tegen de kerkgangers aan. Geen ideale situatie. Gelukkig hebben John en ik altijd een heleboel A4-tjes bij ons met daarop de tekst ‘Dit vak vrijhouden’. Zo voorkom je gehoorbeschadigingen bij het publiek. Bovendien zitten de mensen dan wat dichter bij elkaar.
Tijdens het inspelen vielen me de nadelen van dit orgel op, tijdens de uitvoering hoorde ik de voordelen. Je kunt bij dit orgel lekker zingen en er zijn veel kleurmogelijkheden. Het tweede klavier heeft drie achtvoeten, Baarpijp, Viola en Quintadeen. Dat laatste register vond ik het mooiste van het orgel: een lekkere snuiver die de Prestant 8’ van het hoofdwerk een mooie glans gaf.
Groningers staan bekend als stug, maar daar geloof ik niks van. Niet alleen in Ten Boer was de ontvangst hartelijk, ook zondagmorgen in Enumatil. Plaatselijke organist Wim Wilts maakte me voor de dienst razendsnel wegwijs in de liturgische gewoonten ter plaatse. Hij leende mij ook zijn Gereformeerd Kerkboek uit, want dat was ik vergeten mee te nemen.
Mijn spel viel kennelijk in de smaak, want heel wat kerkgangers vroegen na afloop of ik ’s middags weer wilde spelen. Ik moest ze teleurstellen. We moesten ook nog van het Groningerland genieten. Plat als een dubbeltje en leeg, maar met de mooiste dorpjes. Een beetje opladen voor deze week, want ik ga nog drie MarcusPassies spelen, Voorburg, Hattem en Hardinxveld-Giessendam. Heerlijke stille week.
Peter Sneep (1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Hij is radiopresentator bij de Reformatorische Omroep. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna (2) en Manuel (0).
Dag Peter,
Ik geniet elke week van je wetenswaardigheden. Zeer herkenbaar. Ook ik geef me elke week weer over aan de orgel- of pianoklavieren. Met heel veel geloofsplezier. En vaak leuke reacties. Ik hoop nog lang je gebeurtenissen tegen te komen. En wens je veel zegen op je zeer belangrijke werk. Onze God heeft mensen* hun stem gegeven. Waarmee ze mogen loven. En een goede leider (zie de opdrachten van koning David aan de Levieten) is een opdracht van Hem. Gouden instrumenten, maar wel oefenen en nog eens oefenen.
Met vriendelijke groet, Hans Ridderhof, Gorinchem
* in veel liederen zingen Engelen. In de Bijbel echter niet. Daar spreken, of loven zij. Zingen creëerde Hij in ons.