In de column ‘RE: gister’ deelt organist, componist, cantorijlid en journalist Peter Sneep op in zijn ervaringen vanaf de orgelbank (en soms de pianokruk). De wederwaardigheden van de afgelopen zondag van de begeleider in drie Amersfoortse kerken zullen dan veelal het onderwerp zijn van deze column. Als het even kan wekelijks op maandag. Deel 29 – Skrabbelen.
Hoe klinkt de Salicionaal 4’? En hoe klinkt dat register als ik de Roerfluit 4’ erbij open doe? En wat gebeurt als ik dan de zwelkast dicht doe?
Nog een paar dagen, dan ga ik weer een samenzang-cd opnemen. Dat gaat gebeuren in kerkgebouw De Fontein in Nijkerk, waar een nieuw Škrabl-orgel staat. Afgelopen week heb ik het orgel grondig verkend. Ik heb de meeste orgels gauw door, maar kan eindeloos blijven doorzoeken naar mooie combinaties. De mogelijkheden zijn onuitputtelijk met 22 registers en ik hou ervan om out-of-the-box te denken. Wat op het ene orgel mooi klinkt, klinkt op het andere orgel met registers met dezelfde namen nergens naar. Het is futloos, of te pittig, of gewoon niet zo betoverend mooi. Zoeken, altijd zoeken. En je laten verrassen. Dat wil ik.
Neem ik alleen de Portunaal 8’ (hoe klinkt een portunaal eigenlijk), of doe ik ook de Holpijp 8’ erbij? En als ik die twee registers als begeleiding van de Prestant 8’ van het Hoofdwerk gebruik, hoe klinkt dat dan?
Waarom is in Nijkerk de Hoofwerkmixtuur op 16’-basis?
Een cd opnemen is eigenlijk helemaal niet leuk. Ik denk dat dat komt omdat je niet onbekommerd kunt zijn. Als ik tijdens een kerkdienst speel, maakt het niet uit dat ik een keer een foute noot speel of een ongelukkige registercombinatie gebruik. Je mag niet in het veilige midden gaan zitten. Je moet risico’s durven nemen en lef hebben. Maar een cd moet ook perfect zijn. Maak je een foutje bij een opname, dan blijf je dat altijd horen. Al luisterend naar de cd voel je de fout al aankomen. Doodongelukkig word je daarvan.
Ander nadeel: ik mis bij het improviseren bij een cd-opname de liturgische context. Natuurlijk kun je psalmen contextloos zingen, maar door het zingen van psalmen in de liturgie kun je inspiratie opdoen voor een voorspel, of voor een begeleidingsvorm.
Gelukkig heb ik al wat ervaring. Sinds 1994 heb ik zes keer een samenzang-cd opgenomen. Daardoor heb ik geleerd dat de uren vóór de opname de allerergste zijn. Als het maar eenmaal is begonnen, kun je tenminste spelen. Dan hoef je je nergens meer zorgen over te maken. Vooral het laatste uur is erg. De eerste zangers komen al binnen. Je kunt niet meer spelen, want dat staat gek. Je wilt eigenlijk met niemand praten, maar als je jezelf in een zaaltje opsluit, word je helemáál gek. En komen er wel genoeg mensen meezingen? De samenzang moet als het even kan wel een beetje vol klinken.
Het beste is om tijdens de opname overal lak aan te hebben en te doen alsof de microfoons er niet zijn. Gewoon lekker spelen, de mensen laten zingen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. En ik heb ook nog een naam hoog te houden. Recensenten van mijn eerdere cd’s noemen zonder uitzondering mijnregisterkeuzes. Marc de Leeuw schreef in Kerk en Muziek van de VOGG over mijn vorige cd: ‘Zijn voorspelen zijn juweeltjes, waarbij de uitgekiende registraties opvallen.’
Ooit moest ik registeren bij Harry van Wijk, mijn collega-organist in De Kandelaar. Hij deed een examen op het Kam-orgel in de Grote Kerk van Dordrecht. Voorafgaand aan het examen zochten we de registers uit voor een groot Bachwerk. Na een heleboel probeersels stelde ik voor om de prestantenplenums van Hoofdwerk (zonder Prestant 16’) en Rugwerk te koppelen met de Trompet 16’ van het Hoofdwerk eraan toegevoegd. Dat was precies de klank die Harry zocht. Na afloop bij de bespreking met de examencommissie kreeg Harry daarover een compliment. Hij wuifde dat weg en noemde mijn naam. Toen Harry met de gecommitteerden het zaaltje uitkwam, kreeg ik de lof van Arie J. Keijzer nog wel. ‘Als jij examen had gedaan, had je er een hoog cijfer voor gekregen’, zei hij.
Een cd-opname heeft ook voordelen. Althans, voor mij. Door de week kom ik namelijk niet altijd aan spelen toe. Ik ben geen beroepsorganist, ik heb een salarisbaan én een vrouw en twee jonge kinderen die veel aandacht vragen. Als ik aan spelen toekom, is het vaak al halverwege de avond en durf ik niet goed meer. We hebben ook buren. En die kan en wil ik op dat tijdstip niet meer lastigvallen met mijn psalmgetier. Het grote voordeel van het maken van een cd is dat ik mezelf verplicht om veel te spelen. Daardoor speel ik beter en dat is leuk om te merken.
Gisterochtend bijvoorbeeld heb ik prettig gespeeld in De Kandelaar. En ook het out-of-the-box- denken werpt zijn vruchten af. Ik speel al sinds de bouw in 1991 op het Leeflang-orgel in De Kandelaar, maar gisteren vond ik toch weer een nieuw geluid. Bij het collectevoorspel speelde ik Gezang 37 (een vertaling door Ria Borkent van Vater Unser im Himmelreich). De akkoorden met Prestant 8’ en Octaaf 4’, een vrolijk basje op het tweede klavier met fluiten 8’, 4’, 2 2/3’, 2’ en 1 3/5’. Wat hoor je dan in de bas? Een zacht tongwerk. Zo grappig.
De bedoeling is dat ik komende zaterdag alles improviseer: voorspelen en begeleiding. Om te voorkomen dat ik in herhaling val, improviseer ik de laatste tijd veel over de veertien psalmen die we zaterdag in Nijkerk gaan zingen. Tijdens de opname hoop ik daarom origineel te zijn, fris en verrassend. En mocht ik vastlopen in mijn hoofd of met mijn vingers en voeten, dan heb ik door de voorbereiding nog wat achter de hand.
Donderdag ga ik weer in Nijkerk spelen, op zoek naar nieuwe parels.
Peter Sneep (1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Hij is radiopresentator bij de Reformatorische Omroep. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna (2) en Manuel (1).
Ha Peter,
Heel veel plezier met de voorbereiding voor Nijkerk. En sterkte als het zover is. Houd het lijntje dat je met Boven hebt maar goed open.
Ik kan helaas niet aanwezig zijn, maar ben benieuwd naar de cd.
Hartelijke groet,
Anneke Nijman.