In de column ‘RE: gister’ deelt organist, componist, cantorijlid en journalist Peter Sneep op in zijn ervaringen vanaf de orgelbank (en soms de pianokruk). De wederwaardigheden van de afgelopen zondag van de begeleider in drie Amersfoortse kerken zullen dan veelal het onderwerp zijn van deze column. Als het even kan wekelijks op maandag. Deel 48 – Utrecht.
Wat een stad, Utrecht! Zaterdag was ik er weer en ik was verbaasd over de talloze sporen die de christelijke cultuur er heeft nagelaten. De stad was zonovergoten en dat speelde zeker mee bij mijn euforische ervaring. In zowat elk straatje dat je inkijkt zie je wel een toren(tje), een spitsboogvenster of een pinakel(tje).
Mijn weg voerde afgelopen zaterdag vanaf Utrecht Centraal langs allerlei plekken waaraan ik goede herinneringen heb. Neem de oud-katholieke Gertrudiskathedraal. Ik woonde er ooit een dienst bij, waarin het hele Credo op één toon werd gezongen. Dat is op zich niks bijzonders, maar organiste Eveline Jansen begeleidde dat met zulke vindingrijke akkoorden! Nooit geweten dat heel erg lang op zelfde toon zingen zo leuk kon zijn.
Achter de Gertrudis doemen ook nog allerlei geestelijke gebouwen op, die vroeger (of nog steeds) in oud-katholieke handen zijn. Torentjes en mooie ramen.
Even verderop staat in een zijstraat een gebouw dat lijkt op een oud klooster. Dan sta je opeens bij de Geertekerk. In een van de huizen naast de kerk woonde kerklieddichter Willem Barnard. Ik heb hem daar in de zomer van 2010 geïnterviewd. Dat was een paar maanden voor zijn dood, maar dat hij zo snel na het vraaggesprek zou overlijden, wist ik natuurlijk niet toen ik het interview met hem afsprak. Het gesprek ging onder andere over de vraag waarom het geliefde lied ‘Ere zij God’ niet in het Liedboek voor de kerken stond. Hij woont er niet meer en dat voelt vijf jaar na zijn dood nog steeds geamputeerd.
En die Geertekerk, daar zag ik in 2009 Ton Koopman een groot Bachwerk repeteren met zijn Amsterdams barokorkest en -koor tijdens het festival Europa Cantat. De kerk puilde uit. Mensen zaten op tafels, op de grond in de gangpaden. De kerk was midden vorige eeuw een ruïne, maar werd in de jaren vijftig gerestaureerd. Het verhaal gaat dat de Utrechtse vrijgemaakten het gebouw daarna van de burgerlijke gemeente konden kopen, maar dat aanbod afsloegen. De remonstranten kochten het gebouw en kerken er nog steeds.
Ik loop langs het schip en het koor van de Geertekerk door een smal straatje naar de Oudegracht, steek die over en sla rechtsaf. In de verte steekt boven de huizen de vieringstoren van de voormalige Sint-Martinuskerk uit. De enorme kerk is al een tijd geleden verbouwd tot woningen. Ik ken iemand die er een huis heeft en die dagelijks geniet van de neogotische gewelven in haar woonkamer. Het Maarschalkerweerdorgel uit de kerk staat al weer een hele tijd in de vrijgemaakte kerk van Gouda.
Linksaf vind ik mijn doel: de Nicolaïkerk. In welke stad in Nederland staan zoveel middeleeuwse kerken? De kerk staat er prachtig bij, badend in zonlicht. Ook binnen heeft het licht van de zon de overhand. Hier vindt vanmiddag de finale plaats van het PsalmenProject. Gerben Mourik gaat hier de twaalfde cd opnemen. Als Ko Zwanenburg me binnenlaat, zit Gerben al te spelen en is Han Leentvaar al in de weer met snoeren, statieven en microfoons.
Ko Zwanenburg, voor het eerst zie ik hem in levenden lijve. Eindelijk heb ik de gelegenheid hem te bedanken voor een van de mooiste orgelconcerten die ik ooit heb gehoord. Het was in de Domkerk, lang geleden. En het was zomer en zaterdagmiddag. Wat hij speelde weet ik niet meer zeker. Ik vermoed dat het Reger was. Ik was tot tranen toe geroerd.
Wat een kracht heeft dat orgel daar in de Nicolaï. Maar als we eenmaal aan het zingen zijn, blijkt dat het orgel niet eens heel erg hard is voor de ongeveer tachtig gretige zangers. Bovendien speelt Gerben niet erg luid. Pas bij de allerlaatste psalm horen we voor het eerst het volle werk, inclusief cimbelster. Maar voordat we Psalm 150 zingen heeft het orgel vroeg- en laatromantisch, galant en modern geklonken. Mozart, Reger, Vierne en Messiaen. Mourik kan alles. Hoe moeilijk hij het zich al improviserend maakt, hij komt er altijd uit. Inspirerend. Zondagmorgen in De Kandelaar had ik er baat bij.
Na afloop gaan we uit eten. Initiatiefnemer Adriaan Arkeraats, dirigent Arjen Uitbeijerse, de organist, de platenbaas, de secretaresse en registrant Jaco van den Berg. Over een zowat verlaten Nieuwe Gracht lopen we naar het restaurant. In een zijstraat zien we de Catharinakathedraal. Voor ons zien we de Domkerk. Zo voelt het in de kleine Engelse kathedraalsteden als je in de avondschemer naar de evensong loopt. In gedachten hoor ik zoemend orgelspel en ‘O Lord, open thou our lips’. Utrecht is bedwelmend.
De deuren van de Domkerk staan uitnodigend open als ik ’s avonds tegen negenen van het restaurant naar het station loop. Wat zou er nog te doen zijn? Ik laat het maar gaan.
Ik wandel over de Mariaplaats waar ooit een kerk stond. En waar ik bij een van de huizen de sleutels terugbracht van de Willibrordkerk na een cd-opname.
Langs het conservatorium.
Voordat ik de Catherijnesingel oversteek, kijk ik nog een keer om.
Wat een stad!
Peter Sneep (1962) is organist van drie vrijgemaakt-gereformeerde kerken in Amersfoort: de Kandelaar, de Schaapskooi en de Martuskerk. Hij componeert kerkmuziek en maakte daarvan een aantal cd’s. Orgelles kreeg hij van Hetty Koelewijn en Gerrit ’t Hart. In De Kandelaar is hij lid van de cantorij, die onder leiding van Harry van Wijk eens in de zoveel tijd aan de diensten meewerkt. Hij is radiopresentator bij de Reformatorische Omroep. Van 1986 tot 2014 werkte hij bij het Nederlands Dagblad. Hij is getrouwd met Petra en vader van Anna (3) en Manuel (1).
Dit is een mooi verhaal en heel andere koek dan al dat gesomber van PKN predikanten die vinden dat (notabene) hun eigen kerk er niet meer toe doet. Wat moet je met een kerk waarvan de leiding niet meer gelooft in haar eigen toekomst. Vind je het dan raar dat zo’n kerk afbrokkelt tot iets marginaals? De kerk zou voor buitenstaanders zoiets zijn als een Chinees schouwspel…
Nou en, denk ik dan. Liturgie is toch ook een prachtig heilig spel waar je niet alles van hoeft te begrijpen. Het mystieke en spirituele karakter van liturgie is het wezen waar het om gaat, ook bij de muziek er omheen. Maar dat zal ze worst zijn bij de kerkleiding. Daar gaat het om het getal en “overleving strategie” om het bedrijf draaiend te houden. Nou ja, uiteindelijk zullen alle mooie kerken wel een soort museum worden. Tja, prachtige muziek, cultuur, liturgie, als je dat (zoals ik begrijp van actievoerende PKN predikanten) liever beleeft achter een keukentafel, dan is een kerk (gebouw) inderdaad ballast……….. Treurig toch, zo’n post-moderne benadering? Het meest treurige vind ik nog dat het eigenlijk niemand iets kan schelen en dat er zelfs geen discussie is over zoiets als cultureel erfgoed. Want dat zijn (historische) kerkgebouwen met alles er op en aan toch ook?