In 2015 verscheen de dubbel-cd Audite Nova 3. Hierop bespeelt Gerben Mourik het Bosch-orgel (1964) in de Martinskerk te Kassel. Eind vorig jaar verscheen een cd die kan worden beschouwd als een aanvulling: op dit schijfje laat Mourik namelijk het Bosch-orgel (1962) horen in de Kasseler Markuskerk.
Beide instrumenten zijn op en top ‘neo-barok’: in beide is, met gebruikmaking van barokke bouwwijzen, gezocht naar een eigentijdse vorm en klank. Maar omdat bij de bouw adviseurs betrokken waren die er verschillende idealen op na hielden, hebben deze instrumenten, ofschoon afkomstig van dezelfde bouwer, elk een eigen gezicht gekregen.
Martinskerk
Het orgel in de Martinskerk (57/IIIP; thans in de Elisabethkerk) werd gebouwd onder advies van Orgelsachverständiger Helmut Bornefeld. Met dit instrument wilde hij ‘ein zweites Stadium der Orgelbeweging’ in gang zetten: een stadium waarin Werkorgeln worden gemaakt waarop behalve barokmuziek, ook die Moderne tot hun recht kunnen komen. Ze moesten daartoe worden voorzien van een fluiten- en tongwerkenkoor dat, dankzij hogere boventonen, ‘kleur- en contrastrijker’ is dan voorheen. Het leverde in de Martinskerk een instrument op met een Franse Hautbois, Spaanse Trompetten, (breedgemensureerde) Italiaanse Principalen en exotische aliquoten zoals Baßzink 10 2/3’+6 2/5′, Rauschharfe 4’+2 2/3′, Siebenquart 1 1/7’+16/19′ en Unruh III (2/9′). Expressieve geluiden die, aldus de toenmalige organist Ziegler, met de Prestanten versmelten tot een ‘draagkrachtig plenum’ dat straalt ‘in een verzadigde glans’.
Markuskerk
Bij de bouw van het orgel in de Markuskerk (32/IIIP) stond de organoloog Hanz Klotz aan het roer. Hij zorgde ervoor dat dit instrument een traditionele dispositie, kreeg (Prestantenkoren gebaseerd op 16′, 8′, 4′, 2′), en dikwandig pijpwerk met mensuren die niet, zoals bij Bornefeld, op eigen inzicht, maar op Silbermann en Schnitger waren gebaseerd. Desalniettemin is het Markus-orgel allesbehalve een stijlkopie. Het bezit brede, bijna dik klinkende grondstemmen en een zwelbaar Borstwerk dat qua sterkte (Klotz had gestudeerd bij Widor!) ‘dem Hauptwerk ebenbürtig ist’. En het orgel mag dan braver klinken als dat in de Martinskerk, het beschikt wel over eigentijdse registers als Tertsnone 1 3/5’+8/9′ – waarmee de klank oranjerood (?) kan worden opgekleurd, en een flitsende Septimenzimbel III (2/7′) – die in het plenum prominent aanwezig is.
Mourik
Mourik geeft een mooie demonstratie van dit orgel in Bonsets ‘Variaties over een thema van Purcell’. Behalve brede grondstemmen en ronde tongwerken, zijn hier de Tertsnone en Septimenzimbel te horen.
Levendig klinkt de, door Bach geïnspireerde, ‘Kleine Musik’ van Ahrens. En verrassend Arie J. Keizers springerige bewerking over Psalm 15, waarin de ietwat nasale Pedal-Trompete een hoofdrol speelt. Het is frisse muziek, die voor dit orgel geknipt is !
Kapaan
Op een groot gedeelte van de cd is tevens de hoboïst Han Kapaan te beluisteren. Samen met Mourik voert hij aangename, onderhoudende muziek uit van Fauré (een melancholiek ‘Pièce’), Roussel (een barcarolle-achtige ‘Aria’), Schaffrath (een galant ‘Duetto’) en J.S. Bach (ingetogen Aria’s). Opvallend is hoe smaakvol Mourik bij dit samenspel registreert: niet alleen fluiten, maar ook prestanten, de Nasard, de Zimbel en de Schalmeioboe van het Borstwerk komen aan bod. In Van Westerings ‘Drieluik’ is zelfs een klein plenum te horen!
Fraai wordt Van den Sigtenhorst Meyers Eerste ‘Landelijke Miniatuur’ door Kapaan neergezet, en intrigerend is de improvisatie die Mourik erop volgen laat. Minder succesvol klinkt Wagenaars prachtige ‘Larghetto’: omdat het orgel hier een orkestrale rol vervult, verdient dit stuk het om niet met een neobarok, maar met een romantisch instrument te worden uitgevoerd.
Tot slot
Waarom deze cd de titel ‘Cum Passione’ draagt, is mij een raadsel. Ja zeker, de muziek op dit schijfje – niet in het minst die van Keizer en Ahrens – is met hoorbaar plezier geschreven en wordt met toewijding ten gehore gebracht. En in het cd-boekje kun je lezen met hoeveel hartstocht aan de bouw van ook dit Kasseler orgel is gewerkt. Maar dat lijkt me logisch. Passie is immers iets dat niet alleen bij neobarok, maar bij alles past wat met muziek te maken heeft.
Cum Passione
Gerben Mourik (orgel) & Han Kapaan (hobo) – Markuskirche Kassel, D
Couvre Feu (Adrien Barthe); Pièce (Gabriel Fauré); Aria BWV 76 ‘Es wolle Gott uns gnädig sein’, Aria BWV 24 ‘Ein ungefaerbt Gemute’, Aria BWV 29 ‘Gedenk’ an uns mit deiner Liebe’ (Johann Sebastian Bach); Duetto B-Dur (Christoph Schaffrath); Variaties over een thema van Purcell (Jac. Bonset); Larghetto (Johan Wagenaar); Landelijke miniatuur I (B. van den Sigtenhorst Meyer); Improvisatie over de landelijke miniatuur I (Gerben Mourik); Psalm 15 (Arie J. Keijzer); Aria (Albert Roussel); Kleine Musik in a-moll (Joseph Ahrens); Drieluik voor hobo & orgel (Paul Chr. van Westering)
Label: OGW Records
Nummer: OGW 160913
Speelduur: 73’34
Prijs: € 14,95
Bestellen: www.gerbenmourik.nl