Text Example

advertentie

Een portret van George Frideric Handel, in 1740 geschilderd door John Theodore Heins, siert het omslag van het novembernummer van ‘de Orgelviend’, die op vrijdag 30 oktober a.s. verschijnt. Daarin ook een interview met de organiste/koordirigente van de Delftse Maria van Jessekerk: Petra Veenswijk.

Petra Veenswijk: “Ik ben een spontaan musicienne”

Op 24 en 25 oktober is het Maarschalkerweerd-orgel uit 1893 in de Maria van Jessekerk te Delft weer in gebruik genomen. Het front stond al op het oktober-omslag van de Orgelvriend. Als er íemand blij is dat het orgel weer helemaal meedoet, is het wel Petra Veenswijk, sinds 1987 als organiste en koordirigente verbonden aan de Delftse parochiekerk. Zes en een half jaar heeft zij het zonder ‘haar’ orgel moeten stellen, en dat viel best zwaar. Maar haar carrière stond niet stil, en naast het geven van concerten in binnen- en buitenland verzorgde zij workshops over Frans-symfonische muziek, in het bijzonder over de organist/componist Jean Langlais, van wie zij een der laatste leerlingen was.

Het doordringende geluid van een steenboor vult de gewijde ruimte van de Maria van Jessekerk, op het orgelbalkon ruikt het nog naar zaagsel, maar Petra Veenswijk is in haar nopjes. Ruim zes jaar heeft ze moeten wachten op de voltooiing van de restauratie en reconstructie van ‘haar’ Maarschalkerweerd, maar binnenkort is het dan zover. De restauratie en reconstructie door Elbertse Orgelmakers uit Soest is afgerond, een cd is inmiddels opgenomen. Als u dit leest, zijn de heringebruikneming en de kerkelijke inwijding net achter de rug, maar hebben we het festival ‘Orgel maar dan anders’ nog voor de boeg.

Voor het interview hebben we plaatsgenomen in een lokaal waar de drie koren van de Maria van Jessekerk repeteren. ‘Lokaal’ is eigenlijk niet het juiste woord, het lijkt eerder een kleine kapel met een houten tongewelf. Op deze plek, aan de Oude Langendijk, heeft ooit het huis van de Delftse schilder Johannes Vermeer gestaan. Het is aardig om te bedenken dat het licht dat op deze grijze dag door de ramen valt, hetzelfde licht is waarbij Vermeer zijn beroemd geworden schilderijen creëerde.

“… Eindelijk weer m’n eigen stek!”

Hoe ervaar je het nu om nu een geheel gerestaureerd orgel onder handen te hebben?

“Het is gewoon heerlijk om weer een goed instrument te mogen bespelen. Met deze restauratie hebben Hans Elbertse en zijn medewerkers een enorm staaltje vakmanschap tentoongespreid. Het was zes en een half jaar behelpen op het kleine koororgel dat door amateurs is gebouwd en dat eigenlijk minder geschikt is voor de begeleiding van de grote missen. Eindelijk weer m’n eigen stek waar ik me muzikaal kan uitleven. Ook de concertserie die we zo mooi hadden opgebouwd, heeft natuurlijk zeven jaar stilgelegen. Ook het gevoel dat het voor jezelf de beste jaren zijn waarin je zoveel kunt doen. Maar gelukkig had ik in die periode niet te klagen over uitnodigingen en kon ik volop concerten blijven geven.”

Het gehele interview is te vinden in het novembernummer van ‘de Orgelvriend’.

Verder in dit nummer:

• Het nieuwe Van Vulpen-orgel in de kerk van de Gereformeerde Gemeente in Gouda, besproken door Wim van der Ros

• De orgelconcerten van George Frideric Handel; Lex Gunnink belicht de oorsprong en ontwikkeling van deze als instrumentale Sinfonia tijdens een opera of oratorium ontstane muziekvorm en gaat ook in op de bewerkingen voor orgelsolo

• Een muziekbijlage van Bernard Renooij (1915-2007), de vroegere organist van de Kloosterkerk in Den Haag en adjunct-directeur van het Koninklijk Conservatorium aldaar, uitgezocht door Dick Sanderman

• Alle cd-recensies staan in het teken van ‘Handel & friends’ en latere componisten die door Handel werden geïnspireerd

• Een bespreking door Hendrik Jan de Bie van de Priory-dvd uit King’s College, Cambridge.

• Nieuws en berichten uit de orgelwereld

• Wegwijzers