De universele Bach ‘voor kenner en liefhebber’

Onlangs verscheen van de hand van Kees van Houten een nieuw boek over allerlei aspecten en achtergronden van de muziek van Johann Sebastian Bach. Het is het zesde boek in de serie Van Taal tot Klank. Van Houten trok met zijn eerdere uitgaven in deze serie de aandacht dankzij zijn uitgesproken opvattingen en heldere analyses.

Het nieuwe boek is anders van opzet dan de vorige delen in de serie.

Text Example

advertentie



Van Houten: “Het boek gaat, in tegenstelling tot mijn vorige boeken, niet over één werk of cyclus van Bach. Het behandelt allerlei verschillende aspecten van de persoon Bach en zijn muziek en wil de grote universaliteit van deze componist vanuit een breed perspectief belichten. Bachs muziek blijkt zulk een dwingende kracht te bezitten dat zij zelfs ruim tweehonderdvijftig jaar na het ontstaan de mens van vandaag nog zeer essentiële dingen te zeggen heeft, waardoor hij tot in het diepst van zijn ziel geraakt, ontroerd, ja zelfs getroost wordt. En het is langzamerhand duidelijk geworden dat het hierbij gaat om mensen van allerlei verschillende rangen en standen en met een zeer uiteenlopende religieuze achtergrond, van streng christelijk of islamitisch tot vrijdenkend, agnostisch en heidens. Bij allen wordt binnen in hun hart kennelijk een diepe gemeenschappelijke snaar geraakt wanneer zij geconfronteerd worden met welk Bachwerk dan ook. Alsof Bachs muziek de mens in contact brengt zijn oerbron, met een oerecht en zuiver universeel religiositeitsgevoel dat alle confessionele tegenstellingen overstijgt en mensen in hun diepste ziel met elkaar verbindt.”

Van Houten plaatst de muziek van Bach in een breed perspectief.

“Vanuit Bachs unieke plaats in de muziekgeschiedenis, op het kruispunt van de stile antico en de stile nuovo, zullen twee aspecten van zijn kunst in het bijzonder worden belicht. Enerzijds is Bachs werk doordrenkt van de oude Pythagoreïsche en Platonische denkbeelden, waarbij heldere, logische en objectieve kosmische structuren, getalsverhoudingen, getalsymbolen en een universele beeldentaal een voorname plaats innemen. Anderzijds zijn Bachs composities tot in de diepste kern en het kleinste detail verbonden met de ars retorica. Bach kende de verschillende muzikaal-retorische principes als geen ander; sterker nog, meestal steeg hij ver boven de vastgelegde regels en wetten uit. Zijn creativiteit en fantasie bij het bedenken en uitwerken van een suggestieve beeldentaal en zijn verbeeldingskracht ten aanzien van het aanbrengen van muzikale symbolen waren schier onuitputtelijk.”

Beide facetten van Bachs muziek worden door middel van allerlei kleine en grote voorbeelden uitgewerkt.

Van Houten: “Vanuit de retorische invalshoek is er bijvoorbeeld een uitgebreide analyse van het openingskoor van de Matthäus-Passion en een symbolische duiding van Bachs uiterst inventieve en fantasierijke orgelbewerking van het kerstlied “Christum wir sollen loben schon” (Orgel-Büchlein)”.

Uiteraard komt de kruisvorm in de Mathäus-Passion, waar Van Houten eerder over publiceerde, aan de orde.

Van Houten: “Tijdens mijn vele lezingen over deze kruisstructuur is mij steeds duidelijker geworden hoe Bach door het centraal stellen van de verloochening van Petrus een uiterst actueel thema aan de orde stelt, een thema dat ver uitstijgt boven de puur christelijk-theologische duiding van zonde en genade. Dit hoofdstuk bevat een aantal nieuwe inzichten.”

Er is ook aandacht voor de volgens Van Houten ingenieus verborgen getallenstructuur in de dertig Inventiones en Sinfoniae voor clavecimbel en voor de relatie tussen Bach en de Rozenkruisers.  Wat spreekt Van Houten aan in de persoon en musicus Johann Sebastian Bach?

“Zijn vermogen om schijnbare tegendelen met elkaar te verbinden en zelfs te verzoenen. In het boek komt dit bijzondere en unieke aspect van Bachs universele geest naar voren. In zijn muziek komt dit bijvoorbeeld tot uitdrukking in een perfect samengaan van de horizontale polyfone schrijfwijze (stile antico) met de verticale homofone (stile nuovo), als ook in de manier waarop hij zich de bestaande muzikale regels en wetten door grondige studie zó heeft eigen gemaakt dat hij er zich met een maximum aan geestelijke vrijheid in beweegt, er boven uitstijgt en ze als het ware nieuw leven inblaast. Daarnaast is er dat zeldzame vermogen om logische, heldere structuren, compleet met getallenschema’s, zonder enig probleem te combineren met een ongekende retorische beeldentaal, vol affecten, symbolen en metaforen. Hier komt Bach naar voren enerzijds als de rationele, verstandelijke mathematicus en anderzijds als de irrationele, gevoelige mysticus.”

Dit gaat volgens Van Houten verder dan Bachs composities.

“In Bachs persoonlijke levensovertuiging treft ons steeds weer de natuurlijke vanzelfsprekendheid waarmee hij aan de ene kant heel zijn leven trouw blijft aan de regels en dogma’s van de lutherse geloofsovertuiging en aan de andere kant vrij met deze dogma’s omgaat, ze relativeert en steeds zoekt naar de universele éénheid achter de bestaande religies: de persoonlijke verbinding met het goddelijke.”

Dit boek is geschreven voor ‘kenner en liefhebber’, voor vakmusici en leken.

Van Houten: “Sommige hoofdstukken of delen hieruit zijn bedoeld als leesstof en dus voor iedereen te begrijpen. De muzikale analyses beperken zich veelal tot kleine detailvoorbeelden die op een eenvoudige manier de verbinding muziek-tekst of muziek-getal laten zien. Bij de meer uitgebreide analyses, bijvoorbeeld van het openingskoor van de Matthäus-Passion en de orgelbewerking “Christum wir sollen loben schon” worden moeilijke vaktermen zoveel mogelijk vermeden en is de duiding vooral gericht op de retorische, symbolische en getalsmatige aspecten. Voor het begrijpen van de reconstructie van het bouwplan van de kruisvorm in de Matthäus-Passion, alsmede van de verborgen getallenstructuur in de dertig Inventiones en Sinfoniae, is weinig of geen muzikale voorkennis nodig; hier wordt bij de lezer vooral een beroep gedaan op een logische, heldere denktrant.”

Is dit nu het ultieme boek over Bach?

Van Houten: “Hoe kun je nu van jezelf zeggen dat je hèt ultieme boek over Bach hebt geschreven? Die pretentie heb ik absoluut niet. Het boek is in de eerste plaats geschreven puur uit idealisme en vanuit een grote bewondering en liefde voor Bach en zijn muziek. Ik denk wel dat ik juist door mijn benadering vanuit totaal verschillende invalshoeken, die voor velen vaak niet met elkaar te verenigen zijn (de schijnbare tegendelen dus!), een nogal uniek boek geschreven heb. Mijn benaderingen zijn enerzijds rationeel en musicologisch-wetenschappelijk maar daarnaast ook muzikaal inhoudelijk en spiritueel, met veel ruimte voor verborgen, mystieke lagen, die niet direct te bewijzen zijn. Ik ken eigenlijk geen andere boeken over Bach waarin deze componist met name vanuit de laatst genoemde o zo kwetsbare “onwetenschappelijke” hoek zo diepgaand benaderd wordt.”

 

Het boek bevat ruim 200 pagina’s. Bestellen kan door € 23,50 (inclusief verzendkosten) over te maken op postgiro 1511142 van Kees van Houten, Stapelen 4, 5281 EH Boxtel. Graag naam en adres duidelijk vermelden.