Op maandag 3 augustus is een begin gemaakt met de demontage van het hoofdorgel van de Notre-Dame in Parijs. Na schoonmaak, restauratie en herplaatsing moet het in 2024 weer klinken.
Het circa 8.000 pijpen tellende orgel overleefde de brand van 15 april 2019 wonderwel. Dat was vooral te danken aan de betonnen constructie boven het orgel tussen de twee torens. Het orgel liep relatief weinig waterschade op, maar raakte sterk vervuild door giftig loodstof. Ook hadden delen van het orgel te lijden van temperatuurschommelingen, met name rond de hittegolf van juli 2019.
De Franse overheidsinstantie die belast is met de restauratie van de Notre-Dame maakte zaterdagavond bekend dat de ontmanteling van het orgel deze week van start gaat. De demontage gaat zeker nog tot het einde van het jaar duren.
Opgeslagen
Vorige maand zijn de voorbereiding voor de klus getroffen. Toen is een dertig meter hoge steiger geplaatst. De werkzaamheden beginnen met het verwijderen van de vijfklaviers speeltafel. Na de demontage gaan pijpwerk en de overige orgeldelen in opslag in vier waterdichte containers.
Voor het schoonmaken, restaureren en terugplaatsen van het orgel schrijft de Franse overheidsinstelling een aanbesteding uit. Het werk zal zo’n vier jaar in beslag nemen.
Ambitie
Generaal Jean-Louis Georgelin, die de leiding heeft over de reconstructie van de kathedraal, voor France 3: ‘Het is onze ambitie om het instrument te herstellen naar de toestand van voor de brand. Er zijn zes maanden nodig voor de intonatie en het stemmen van het orgel. Het was daarom essentieel om deze operatie zo snel mogelijk te starten, zodat het grote orgel op 16 april 2024 weer kan klinken.’
Koororgel
Ook het koororgel, dat veel meer dan het hoofdorgel te lijden heeft gehad van de gevolgen van de brand, wordt eind dit jaar verwijderd. Een deel van de circa 2.000 pijpen komt bij de herbouw terug.