Een fraaie muzikale binnenkomer aan het begin van dit jaar. Tegelijk een mooi visitekaartje van een werkelijk prachtig orgel. Bij mijn weten zijn er niet zoveel opnamen van dit orgel voorhanden. Des temeer een reden om dit schijfje aan te schaffen. Warm aanbevolen! Die orgel im Dom zu Schwerin (1871) | Domorganist Jan Ernst
Klangdocumentation F. Ladegast Orgeln Vol. 4
Gabriel Pierne (1863-1937) Prelude, op. 29,1; Theodore Dubois (1837-1924) Chant pastoral; Eugene Gigout (1844-1925) Toccata h-Moll; Max Reger (1873-1916) Jesus, meine Zuversicht, O daß ich tausend Zungen hätte, O Gott, du frommer Gott; Georg Friedrich Händel (1685-1759) Andante G-Dur aus dem Orgelkonzert op. 4,1; Otto Dienel (1839-1905) Scherzando a-Moll; Charles Villers Stanford (1852-1924) Fantasia und Toccata in d-Moll, op. 57; Ernst Friedrich Richter (1808-1879) Wie schön leuchtet der Morgenstern, op. 20,1; Johann Sebastian Bach (1685-1750) Passacaglia c-Moll, BWV 582 (Registrierungen nach Angaben von J.G. Töpfer); Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Adagio C-Dur, KV 356; Georg Wilhelm Derx (1801-1864) Fantasie im freien Stil; Cor Kee (1900-1997) Merck toch hoe sterck (Variationen über ein altniederländisches Volkslied)
Label: Orgelfachverlag Fagott
Bestelnummer: F-3903-9
Speelduur: 76’26”
Boekje: 36 pagina’s (D,E)
Prijs: € 21,00
Muzikale interpretatie * * * * *
Programmakeuze * * * * *
Keuze van het instrument * * * * *
Kwaliteit van de opname * * * * *
Informatie in het boeklet * * * * *
Grafische vormgeving (cd en boekje) * * *
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]
Naar aanleiding van de 100e sterfdag van orgelbouwer Friedrich Ladegast (1818-1905) uit Friedrichshafen (D) verschenen er diverse klankdocumenten van zijn verschillende instrumenten bij Orgelfachverlag Fagott. Tezamen schetsen die een realistisch beeld over het in de loop der jaren ontstane werk van Ladegast. Een mooi en kleurrijk initiatief.
Orgelfachverlag Fagott bracht tot nu toe in deze serie totaal zes volumes uit. De grote(re) instrumenten in Weissenfels (Vol. 1), Wernigerode (Vol. 2), Schwerin (Vol. 4) en Wittenberg (Vol. 5) kregen meer aandacht dan de wat kleinere instrumenten (Vol. 3 & 6). In deze bespreking gaat het om Volume 4, opgenomen in de Dom van Schwerin. Eerder werden hier de volumes 2 & 6 al besproken waarin de recensent nader inging op de visie en werkwijze van orgelbouwer Ladegast. Ik zou hem dat niet kunnen overtreffen, vandaar dat ik dat aspect hier verder wil laten liggen.
Het orgel in de Dom van Schwerin (1871) is één van de mooiste, zoniet hét mooiste instrument dat de werkplaats van Ladegast heeft verlaten. Het was ook een van de laatste instrumenten van de orgelbouwer. Al zijn creatieve inventiviteiten kwamen samen in dit opus magnus. Misschien wel de ‘Michelangelo’ onder zijn instrumenten. In die zin zijn er vergelijkbare overeenkomsten met het prachtige Cavaillé-Coll-orgel uit de Saint-Ouen in Rouen (F), eveneens een van de laatste instrumenten van een orgelbouwer met een belangrijk oeuvre. Het instrument in Schwerin beschikt over vier klavieren en een vrij pedaal. Elk werk is onderverdeeld in twee afdelingen. Ook Ladegast werkte met verschillende winddrukken en ook daarin kunnen we de link leggen naar Cavaillé-Coll die deze technieken ook toepaste. Nog een kenmerkend aspect aan zijn orgels zijn de doorslaande tongwerken. Deze zijn ten opzichte van de opslaande tongwerken minder helder van toon en ronder van klank wat weer resulteert in een brede orkestrale kleur.
Domorganist Jan Ernst, sinds 1993 cantor en organist van de kerk, koos voor een evenwichtig programma, volledig toegespitst op het orgel, met Franse, Duitse, Engelse en Nederlandse componisten. Hij opent de cd met de Prélude uit de Troïs Pièces van Gabriel Pierné. Het valt direct op dat we hier met een organist van doen hebben die thuis is op zijn instrument én thuis is in het romantische repertoire. Hoe kan het ook anders met zo’n orgel… Zijn tempi zijn mooi afgestemd op de kathedrale ruimte. Zijn orgelgebruik is weloverwogen en dat gekoppeld aan zijn prachtige legatospel (een vereiste in dit repertoire) laat een diepe indruk achter. Hoe vaker je luistert hoe mooier het muzikale verhaal wordt. Frappant detail is dat hij weinig gebruik maakt van de zwelkast, wat je wel zou verwachten in dit repertoire. Ongemerkt gaat hij daaraan voorbij. Dat zegt wel iets over zijn creativiteit. Een kwestie van registreren, al teken ik aan dat niet elke keus de mijne zou zijn. Maar dat heeft meer te maken met smaak dan met verkeerde keuze(s). Bachs Passacaglia in een romantische ‘bearbeitung und registration’ van Johann Gottlob Töpfer raakt eveneens diep en herinnert aan de legendarische orkestuitvoering van de eveneens legendarische dirigent Leopold Stokowski met het LSO. Prachtig! Ook in de kleinere werken is mooie lyriek te horen, verbonden aan wonderschone klanken. Neem die prachtige doorslaande klarinet van het derde klavier in de Chant pastoral van Dubois of de intieme fluiten en strijkers in de choralvorspielen van Reger en Richter; wat een klankschoonheid! Hulde aan de organist, hij etaleert op uiterst fraaie wijze zijn orgel. In het Andante uit het 1e orgelconcert van Händel (hier in een negentiende-eeuwse bewerking van Samuel de Lange) horen we middenin het stuk opeens een vrolijk twinkelend klokkenspel. In het werk van de Britse componiste Stanford, die veel raakvlakken heeft met Duitse romantiek, maken we kennis met een breed en voornaam en vooral tertsrijk volle werk. Ernst beleeft hoorbaar plezier aan deze muziek. Als slot van deze cd klinkt nog muziek van onze ‘eigen’ Cor Kee met zijn variaties over ‘Merck toch hoe sterck’. Het is dit orgel allemaal op het lijf geschreven. Alles klinkt hier even mooi en uitgebalanceerd en dat zegt wel iets over de kwaliteit van het instrument.
De opname is bijzonder fraai. Mooi ruimtelijk zonder dat het ten koste gaat van duidelijkheid. Ook het boekje is goed gedocumenteerd, voorzien van een mooie foto van de prachtige neogotische orgelkast en de speeltafel, inclusief vermelding van de dispositie en geschiedenis van het orgel. Daarnaast nog een uitgebreide beschrijving van de hand van Ladegast-kenner Alexander Koschel over het leven en werk van Friedrich Ladegast.
Samenvattend: Een fraaie muzikale binnenkomer aan het begin van dit jaar. Tegelijk een mooi visitekaartje van een werkelijk prachtig orgel. Bij mijn weten zijn er niet zoveel opnamen van dit orgel voorhanden. Des temeer een reden om dit schijfje aan te schaffen. Warm aanbevolen! [JAN-WILLEM VAN BRAAK]
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]
© 2008 www.orgelnieuws.nl