Driedubbel orgelplezier [RECENSIE]

De drie orgels van de Oude Kerk in Delft zijn de afgelopen jaren gerestaureerd. Het resultaat is te horen op een aantrekkelijke cd, waarop Bas de Vroome, organist van de Oude Kerk, en zijn leerling Rien Donkersloot de orgels zowel solistisch als in samenspel demonstreren.

Text Example

advertentie



Het oudste van de drie orgels is het kabinetorgel, waarvan herkomst onbekend is. Zeker is dat het uit de zogenaamde Goudse school (H.H. Hess) stamt. De orgelmaker J.C. van Rossum voltooide in 2005 een grondige restauratie / reconstructie. Bas de Vroome laat dit prachtige kleinood horen in werken van Sweelinck (Est-ce Mars) en Johann Sebastian Bach (Preludium en Fuga in d uit Das Wohltemperierte Klavier). Gezien de bouwtijd van het orgel (ca. 1770) is zijn keuze voor deze werken opmerkelijk en in het geval van Sweelinck wat mij betreft niet zo gelukkig. Dat neemt niet weg dat De Vroome met zijn uiterst verzorgd en muzikaal spel de toon zet voor deze cd.

De Oude Kerk heeft de beschikking over twee orgels uit de werkplaats van de Utrechtse orgelmaker Witte. Het zogenaamde noordbeukorgel werd in 1873 door J.F. Witte gebouwd voor de Armenkerk aan de Schoolstraat in Delft. In 1962 plaatste de firma Flentrop dit orgel op zijn huidige locatie, waarbij de dispositie enigszins gewijzigd werd. Deze wijzigingen werden bij de laatste restauratie door Verschueren Orgelbouw ongedaan gemaakt. Ondanks het kleine formaat (één klavier, vijf registers) heeft het een opvallend present karakter. Het grote orgel, in 1857 door C.G.F. Witte vervaardigd, werd de afgelopen jaren eveneens door Verschueren Orgelbouw gerestaureerd. Daarbij werden niet alle latere wijzigingen ongedaan gemaakt. Helaas ontbreekt de dispositie in het begeleidende booklet; enkel dispositiewijzigingen worden vermeld.

Op deze beide orgels spelen leraar De Vroome (noordbeukorgel) en leerling Donkersloot (hoofdorgel) op verzorgde en aanstekelijke wijze twee fuga’s uit Die Kunst der Fuge van Bach, het tweede concerto in Bes van Händel, de Sonate in a van Carl Philipp Emanuel Bach en Concerto 6 van Soler. Afgezien van de twee fuga’s is het niet al te diepgravende muziek, die dankzij goed gekozen registraties heel stijlvol en met hoorbaar plezier worden gespeeld.

Rien Donkersloot besluit de cd op het hoofdorgel met drie werken van symfonische allure. De overgang van de speelsere werken voor twee orgels naar de degelijke laatromantische werken is tamelijk groot. In de Troisième Fantaisie van Saint-Saëns komen verschillende karaktervolle soloregistraties aan bod. Het niet zo vaak gespeelde Scherzo uit Opus 65 van Max Reger wordt heel muzikantesk neergezet door Donkersloot. Het Deuxième Choral van Andriessen, slotstuk van de cd, komt naar mijn idee net niet helemaal tot zijn recht op het Witte-orgel, dat in de zachtere passages te grof klinkt voor de fijnzinnige melodieën en lijnen die Andriessen schildert. In het fanfare-achtige slot doet het volle werk wel erg massief aan. Niettemin laat Donkersloot ook hier horen over een mooie speeltechniek te beschikken en gevoel voor timing te hebben.

Het begeleidende boekje geeft enkel in het Nederlands achtergrondinformatie over de orgels, de gespeelde werken en de uitvoerders. De lay-out is uiterst sober. De opname van Aad van der Waal is mooi ruimtelijk bij de twee Witte-orgels en prettig direct bij het kabinetorgel.

Deze sympathieke productie, met een ietwat onevenwichtige programmering maar met uitstekend spel, is de aanschaf zeker waard.

 


De 3 orgels van de Oude Kerk in Delft

Bespeeld door Bas de Vroome en Rien Donkersloot

 

SKD 18570701, TT 77:04, booklet 12 pagina’s (N), prijs € 15,00

 

Muzikale interpretatie * * * * *

Programmakeuze * * *

Keuze van het instrument * * * * *

Kwaliteit van de opname * * * *

Informatie in het boeklet * * * *

Grafische vormgeving (cd en boekje) * *