De Duitse orgelbouw en orgelmuziek zijn onlangs door de UNESCO op de lijst van immaterieel werelderfgoed geplaatst. ‘Orgelambacht en -muziek hebben het Duitse muzikale landschap en de instrumentenbouw door de eeuwen vormgegeven’, volgens de VN-organisatie. De plaatsing werd donderdag bekendgemaakt tijdens een UNESCO Comité-vergadering in Zuid-Korea.
UNESCO vermeldt daarbij de zeer specialistische kennis en vaardigheden van ambachtslieden, componisten en musici die van generatie op generatie wordt doorgegeven; vaak in een directe meester/gezel-relatie. Niet alleen is orgelmuziek van nature ‘transcultureel’, ze is ook een universele taal die het onderling begrip van verschillende religies bevordert. Hoewel orgels veel worden geassocieerd met kerkdiensten, concerten en eigentijdse culturele evenementen, wordt het instrument ook bespeeld tijdens belangrijke festiviteiten die de gemeenschap bevorderen.
Duitsland telt ongeveer 400 orgelmakerijen waarin circa 2.800 mensen werkzaam zijn. Daarnaast zijn er ongeveer 300 orgeladviseurs actief. Bij onze oosterburen zijn ruwweg 3.500 fulltime professionele organisten actief, zowel kerkorganisten als concertorganisten. Het aantal part-time kerkorganisten wordt geschat op enkele tienduizenden. Het Duitse orgelbestand omvat meer dan 50.000 orgels.
In 2016 werd de aanvraag voor plaatsing op de erfgoedlijst ingediend door de Duitse gedelegeerde voor de UNESCO. Nog datzelfde jaar volgde de nominatie, die dit jaar werd omgezet in definitieve bijschrijving op de lijst van beschermwaardige cultuuruitingen. De lijst Immaterieel Cultureel Werelderfgoed kent momenteel 399 vermeldingen. Naast de Duitse orgelcultuur kregen 7 december 2017 nog eens 23 tradities een vermelding op de lijst, waaronder de pizza uit Napels en het Nederlandse molenaarsambacht.
Foto: detail Klais-orgel Dom te Trier
© 2017 beeld Gérard van Betlehem