Het jaar loopt haast ten einde. Tijd om terug te blikken op het afgelopen orgeljaar. De redactie van ORGELNIEUWS heeft columnist Bert Rebergen gevraagd daar op zijn eigen wijze invulling aan te geven. Niet met Oscar-, Emmy- of Edison-gala’s, maar met een heus Nederlands Orgelgala zet hij de crème de la crème der vaderlandsche orgelwereld anno MMXVIII in de schijnwerpers. O ja, de column is ook ingesproken te beluisteren …
Heel veel zin had ik er niet in, maar als die jongens van ORGELNIEUWS de winddruk verhogen, durf dan nog maar eens nee te zeggen.
Van dat hele orgelgala had ik nimmer gehoord, maar men fluisterde in de wandelgangen dat het geen kleinigheidje is. Mocht u het evenmin kennen, dan is dat zo vreemd niet, want we praten hier over een besloten eindejaarsfeestje. Zelfs de doorgewinterde orgelliefhebber komt niet zonder uitnodiging binnen. Het is dat ik nu een heuse perskaart had opgespeld gekregen, anders was u, als ware orgelfiel, opnieuw in het ongewisse gebleven.
Plaats en tijdstip van dit gala, voor de crème de la crème der Nederlandse orgelwereld, dienen onvermeld te blijven, want ze weten je te vinden als je – al is het zelfs op ORGELNIEUWS – uit de school klapt.
Ik kan u wel melden dat men een flink zalencentrum (koffie en broodjes kaas/ham bij de prijs inbegrepen) in het zuiden van het land had afgehuurd waar ik, ondanks genoemde perskaart, met de nodige terughoudendheid werd binnengelaten.
‘Je houdt je gedekt, hè?’, sprak de dagvoorzitter, mij naar een wiebelig stoeltje achterin de zaal begeleidend. Mijn grappig bedoelde opmerking ‘Gedekt 8?’ werd met een ontstemd hoofdschudden beantwoord.
‘We hebben … ’, vervolgde hij ‘… Ian Tracey uit Liverpool bereid gevonden om lastige types zoals jij de zaal uit te werken, dus geen geintjes, broeder!’ Hij had het nog niet gezegd, of een gepensioneerde en nogal verzuurde organist werd door een bestuurslid en de stevig gebouwde Brit, een bordje met ‘Brexit’ dragend, hardhandig de zaal uitgewerkt met de woorden ‘Je denkt toch niet dat we hier op die trieste Facebook-opmerkingen van jou zitten te wachten?’
Op het op instorten staande stoeltje vond ik het programma van die dag. Men had mij de helft nog niet aangezegd. En dat men dit al die jaren stil heeft kunnen houden! Je moet van goeden huize komen, wil je een spektakel als dit buiten de publiciteit weten te houden! De stichting Generaal Crescendo verdient wat dat betreft een pluim. En men organiseert dit gala toch al zo’n slordige twintig jaar.
De voorzitter, een handelaar in tentharingen – hij zou deze ook als authentieke achttiende-eeuwse stemijzers verkopen – begon de feestelijke bijeenkomst met een jaaroverzicht, daarbij alle (her) ingebruiknames van orgels met minder dan twintig sprekende stemmen, de verschijning van cd’s, bladmuziek en orgeltijdschriften, organistenjubilea, de door de Oranjes verstrekte lintjes, de voor Hauptwerk uitgebrachte samplesets en de 95 benoemingen tot stadsorganist overslaand, hetgeen hem direct een daverend applaus opleverde.
Zodra de voorzitter van onderwerp veranderde, werd deze overgang eerst muzikaal omlijst door de heer Adriaan Beukelman uit Onstwedde – hij werd vooral bekend vanwege zijn bestseller Messiaen. Ziet hij ze vliegen? – die geïmproviseerde miniatuurtjes speelde op een kistorgel. Reeds na de eerste improvisatie stond een organist op in de zaal die met een overduidelijk Friese tongval riep dat dit toch echt niet meer op zo’n instrument kon. Ook hij werd, gepaard gaande met het nodige rumoer, de zaal uitgezet. De voorzitter was even van zijn stuk, maar de vooraan gezeten penningmeester zwaaide ontspannen met de rechterhand, daarbij ‘Continuo!’ roepend; een aansporing die de voorzitter dankbaar aanvaardde.
Van mijn buurman begreep ik dat het slot van deze toespraak een traditie is waar alle aanwezigen op zitten te wachten: de presentatie van de zogenaamde Quint 500. De lijst van best bezochte organisten over het jaar 2018. Tot ieders leedwezen moest worden geconcludeerd dat die lijst inmiddels wordt aangevoerd door twee buitenlanders. Een organist uit het Groningse Usquert sloeg bij het horen van de uitslag de handen schreiend voor de ogen. Met een bezoekersaantal van 27 mensen was hij nipt zesde geworden. Een collega uit het zuiden des lands troostte de arme en riep vervolgens: ‘Eigen organist eerst!’, maar werd daarbij overstemd door de voorzitter die het programmaonderdeel met de prijsuitreikingen aankondigde.
Op een groot beeldscherm werd een live-verbinding geprojecteerd vanuit het Muziekcentrum van de Omroep. Op het aldaar opgestelde en (bijna?) gerestaureerde en voormalige AVRO-Concertorgel werd een trippelfuga geïmproviseerd over We are the champions! door ir. Jan Veen, één van de drijvende krachten achter de restauratie van dit instrument.
Het aantal prijzen bij een sportgala verbleekt bij de hoeveelheid loftuitingen die bij een orgelgala de revue passeert. Ik noem u slechts een deel van de uitgereikte prijzen:
Prijs voor
- de organist die, de nieuwe privacywet van mei 2018 respecterend, geen enkel concert met live-beelden vanaf de speeltafel wilde verzorgen;
- de orgelbouwer die bij restauratiewerkzaamheden het minst gebruik maakte van zilverfolie;
- het orgelconcert met de beste saté na afloop (kwaliteit van de orgelmuziek niet meegerekend);
- de organist die bij een concert in de Stephanuskerk van Hasselt de tremulant minder dan 55 minuten gebruikte;
- de organist die zijn/haar kerstconcert zeer vaak aankondigde in de social media;
- de musicus die dit jaar geen enkele keer in de #MeToo-campagne werd genoemd;
- de organist die een filmpje durfde te publiceren, opgenomen op een orgel waarvan de restauratie nog niet was voltooid;
- de organist die zijn/haar kerstconcert zeer vaak aankondigde in de social media. (De opmerkzame lezer ziet dat deze prijs daarnet ook werd genoemd, maar omdat het in dit geval om zoveel organisten ging, werd besloten deze medaille tweemaal uit te reiken);
- de organist die weigerde een concert te geven waarbij een scala aan fel gekleurde lichten op het orgelfront zouden worden geprojecteerd’
- de musicus die er van afzag om Die Zauberflöte van Mozart in z’n geheel voor orgel te transcriberen;
- de organist die nu eens niet bij een stomme, maar tijdens de vertoning van een interessante film ging improviseren;
- de orgelliefhebber die met zijn stichting Eén voor allen bleef pleiten voor een pijporgel in de Sint-Pieter van Rome’
- de orgelcommissie die de Canto Ostinato, na vier uitvoeringen in twee jaar tijd, nu weigerde op het programma van haar concertserie te plaatsen;
- de parkeerwachter die, voorafgaand aan het 67e orgelconcert van Olivier Latry in ons land, dit jaar, weigerde een geel hesje aan te trekken;
- het Orgelpark om af te zien van het idee om de collectie instrumenten uit te breiden met een Frobenius-orgel uit de Lutherse kerk van het Deense Sønderborg;
- opnieuw het Orgelpark waar de inpandige toiletten nu met piston worden aangeduid en waar uit de luidsprekers muziek van Samuel Scheidt klinkt. Bij grote drukte weerklinkt Bachs Wenn wir in höchsten Nöten sein;
- de organist die zich niet mengde in de discussie over de familie Zwart, waarbij een lokale omroep te Geleen een speciale aantekening kreeg, omdat ze in 2018 alle beschikbare opnames van Piet Zwart Jansz. de ether in durfde te sturen;
- de deelnemer aan het Haarlemse Orgelconcours 2018 die zonder gebruik van de vlakke hand en de onderarm trachtte te improviseren;
- die organist die besloot dit keer niet met zijn kersverse echtgenote een kerstgroet op YouTube te plaatsen;
- de orgelcommissie die haar orgelfeestje geen Engelse titel meegaf, met een speciale aantekening voor die orgelliefhebbers die een orgelactiviteit organiseerden voor kinderen, zonder het woord ‘kids’ te gebruiken;
- de organist, die een (serie) koorconcert(en) met Kerst muzikaal mag opluisteren en dit zeer frequent meldde in de social media. (Voor de duidelijkheid: dit is een andere prijs dan de hierboven genoemde kerstprijzen);
- de omroep die bereid bleek om meer dan twee orgelwerken per week te programmeren op NPO Radio 4 (Bachs Toccata BWV 565, Widors Toccata en opnames van Ton Koopman niet meegerekend);
- de organist die bepaalde orgelkoralen van Bach wel in middentoon durfde te spelen;
- die softwareproducent die een tekstverwerkingsprogramma maakte waarin ‘middentoon’ en ‘registrant’ niet door de spellingcontrole worden fout gerekend.
Ten slotte werd nog de Loden Labiaal uitgereikt aan die man of vrouw die ondanks een actieve rol in onze orgelwereld geen opbouwende bijdrage van betekenis leverde in het afgelopen jaar.
Uw correspondent was toen al zo murw dat hij, bijkans windziek geworden van al het applaus, de zaal voortijdig verliet. In de garderobe hoorde ik nog net dat mijn naam werd genoemd door de dagvoorzitter.
Bescheiden als ik ben, besloot ik niet terug te keren naar de zaal, maar vervolgde mijn weg naar buiten en trof daar Ian Tracey. We besloten samen naar Elburg af te reizen, om in het Nationaal Orgelmuseum alle indrukken van dit gala te verwerken. Onder het nog maar net aangebrachte bordje ‘Geregistreerd Museum’ hingen wij een tweede met de tekst ‘Volledige Vergunning’. Binnen wachtte de redactie van ORGELNIEUWS ons op en waren we blij dat we even konden bijkomen.
‘Wat voor een indruk maakt zo’n Hollands orgelgala nu op u?’, vroeg ik de organist uit Liverpool.
Deze plaatste glimlachend de wijsvinger op zijn opgespelde ‘Brexit’-kaartje.
‘Every disadvantage has its advantage’, prevelde Tracey.
Met een goede, ons door de redactie gratis aangeboden, gin and tonic, brachten wij dankbaar een toast uit op een memorabel orgeljaar.
Bert Rebergen (*1969) is vooral onderwijsman en verhalenverteller, maar orgelmuziek mag zich in zijn grote belangstelling verheugen, niet alleen passief maar ook in de praktijk. In 1988 werd hij organist in Veenendaal. Daar en daarbuiten bespeelt hij, tot de dag van vandaag, menig instrument. Sinds 2009 treedt hij als verteller en presentator op in het gehele land.
De waarheid is te bespeuren in de lichtvoetige verhaallijn. Verdient zeker een oorkonde.
Prachtig, ook de podcast aan het eind. En … dat oudejaarslied mag best helemaal gespeeld worden.
Subliem!