In juni 2020 is het gerenoveerde Fama & Raadgever-orgel in de Eskolkerk van de Gereformeerde Gemeente te Houten opgeleverd. Mense Ruiter Orgelmakers heeft in de voorliggende periode omvangrijke onderhoudswerkzaamheden en aanpassingen uitgevoerd.
Het orgel werd in 1975 gebouwd voor de Gereformeerde Kerk te De Meern. Adviseur was dr. A.J. Gierveld. Het instrument bood ruimte voor twintig stemmen, waarvan een Gedekte Fluit 4’ op het Hoofdwerk, een Regaal 8’ op het Borstwerk en een Fagot 16’ bij de oplevering gereserveerd bleven. Piet Raadgever, firmant van de Utrechtse orgelmakerij, was een van de vaste bespelers van het instrument.
In de loop der jaren werd de Fluit 4’ op het Hoofdwerk gerealiseerd, de gereserveerde sleep voor de Fagot 16’ werd bezet door een Trompet 8’.
Met het fuseren van de Gereformeerde Kerk en de Hervormde Gemeente van De Meern werd de Gereformeerde Kerk per 1 januari 2002 gesloten. Voor het orgel werd een nieuwe bestemming gevonden in de in 1998 gebouwde Eskolkerk te Houten.
De overplaatsing werd uitgevoerd door Orgelmakerij Boogaard te Rijssen, daarbij geadviseerd door P.J. Wols, H. den Hollander en D. den Engelsman mamens de Orgelbouw Advies Commissie van de VOGG. Bij deze gelegenheid zijn de ventielen opnieuw beleerd en is de stelmogelijkheid van de speelmechaniek verbeterd. Verder kreeg het Borstwerk een nieuwe Dulciaan 8′ en is de intonatie aangepast aan de nieuwe kerkruimte. Ook is rekening gehouden met een eventuele toekomstige uitbreiding van het Pedaal. De nieuwe balustrade op het orgelbalkon is door gemeenteleden vervaardigd naar ontwerp van Valk Architecten (Soest) die ook het kerkgebouw ontwierpen.
De recente werkzaamheden door Mense Ruiter bestonden uit:
- restauratie en aanpassing van de windladen;
- aanbrengen van een nieuw windvoorziening met balg
- vervangen van de Gedekt 8 van het pedaal door een nieuwe Octaafbas 8 van hout;
- vervangen van het koperen pijpwerk van de Subbas 16’ door nieuw houten pijpwerk, waarbij C-H is geplaatst op de een aparte lade achter het orgel;
- ombouw van de Trompet 8’ van het Pedaal tot Bazuin 16’; C-H – met houten bekers – geplaatst op het pedaallade achter het orgel;
- vervaardigen van een nieuwe Trompet 8’ voor het Hoofdwerk;
- opschuiven van de Nasard 1 1/3 van het Borstwerk naar 3’, aangevuld met nieuw pijpwerk in de bas;
- aanvulling van de bas van de Sesquialter II;
- plaatsing van een nieuwe Prestant 4 op het Borstwerk.
Te slotte werd het klankbeeld herschikt door onder meer mensuurwijziging en herintonatie.
Dispositie
Hoofdwerk C-g3
Prestant 8
Roerfluit 8
Octaaf 4
Fluit 4
Quint 3
Octaaf 2
Mixtuur III
Trompet 8 bas/discant – 2020 deling op e/f
Borstwerk C-g3
Holpijp 8 – C-H grenen
Prestant 4 – 2020
Roerfluit 4
Nasard 3 – 1975/2020
Woudfluit 2
Sesquialter II – a0-g3 1975, bas 2020
Dulciaan 8 – 2002
Pedaal C-f1
Subbas 16 – 2020, hout,
Octaafbas – 2020, hout
Octaaf 4
Bazuin 16 – C-H 2020, houten bekers; c0-f1 uit voormalige Trompet 8 (Ped.)
Werktuiglijke registers
Koppeling Hoofdwerk-Borstwerk
Koppeling Pedaal-Hoofdwerk
Koppeling Pedaal-Borstwerk
(koppelingen uitgevoerd als trede)
Tremulant Borstwerk