GERBEN MOURIK
St. Peter Düsseldorf (D)
Improvisaties / Improvisations
Prijs: € 19,95 (dubbel cd).
Muzikale interpretatie * * * *
Programmakeuze * * *
Keuze instrument * * * *
Kwaliteit opname * * * *
Informatie in het booklet * *
Grafische vormgeving * * * *
Klik hier om dit artikel te bestellen
Gerben Mourik improviseert graag en veel. Dat heeft hij wel bewezen met de talloze cd’s die hij in betrekkelijk korte tijd heeft opgenomen, zelf heeft geproduceerd of de opnamesessies met diverse koren waaraan hij heeft deelgenomen. Mourik is derhalve een zeer actief baasje en dat hoor je ook wel een beetje terug in zijn manieren van improvisatie. Hij is bedeeld met een flink portie speeltechniek en schuwt bepaald niet virtuositeit te etaleren. Met zijn hoorbare voorliefde voor improvisaties ‘op de Franse wijze’ (lees: Cochereau, Hakim, Latry, Lefebvre) kan Mourik zich vooral uitleven op grote en gemakkelijk bedienbare orgels. Evenals bijvoorbeeld zijn docent Henco den Berg en meer collega’s neemt hij dus zijn toevlucht tot orgels buiten Nederland (Rhede, Düsseldorf, Dudelange, Wiltz enz.). Het zijn allemaal bepaald imponerende en eigentijdse orgels in kerken die gezegend zijn met een royale akoestiek. Kom daar eens om in Nederland, laten we eerlijk zijn.
Toch kan die orgelkeuze ook een valkuil zijn. Het enorme in min of meer Franse stijl gebouwde Göckel-orgel (57 stemmen) in de St. Peter te Düsseldorf is zo’n orgel dat al imponeert als je er de vlooienmars op speelt. Reken ook maar dat het speel- en bedieningsgemak je als organist voortstuwt. Op een dergelijk orgel spelen, in zo’n rijke akoestiek en met zo’n rijkdom aan kleurrijke registers moet elke Nederlandse organist, die het vak doorgaans leert op 2-klaviers neobarokorgels in 60-er jaren kerken of op liefdeloze electro-pneumaten, rijkelijk inspireren. Vandaar denk ik dat Mourik gelijk maar twee cd’s volspeelde. Nu is luisteren naar één improvisatie-cd al een pittige opgave dus wie er twee achter elkaar luistert van één en dezelfde organist op hetzelfde orgel raakt een beetje snel verzadigd, ik geef het toe.
Op de eerste schijf improviseert Mourik in een Bonnet/Guilmant/Widorachtig idioom een Symfonie over thema’s van de Duitse organist Otto Maria Krämer. Thema’s zou ik het zelf niet willen noemen, eerder aanzetten tot… dan wel motieven. Met hoorbaar plezier en geestdrift gaat Mourik dit materiaal te lijf. Improviseren in deze stijl ligt hem wel, jammer dat de afbouw van de thema’s en de melodische ontwikkeling daarvan niet wordt doorgezet. Zo blijven het terugkerende motieven. Andere improvisaties worden gespeeld met materiaal van Ansgar Wallenhorst, Naji Hakim en Pierre Cochereau. Tot slot schudt Mourik acht vrije stukken (Huit Pièces) met Franse titels als Dialogue, Arabesque, Méditation, Marche Pontificale uit de mouw.
Op de tweede schijf vinden we vijf variaties in romantische stijl over psalm 61 (we zijn Nederlander!) en een ordinarium (Missa Reformatica) over thema’s uit het Liedboek voor de Kerken (inclusief psalmen). Dat is dan gelijk de luisteropdracht: zoek de thema’s, ze staan niet vermeld in het booklet. Wie evenwel een digitale display op zijn of haar afspeelapparatuur heeft, ziet de thematiek wél voorbij komen en ziet dan ook dat de postlude van de Missa hier Itta Missa wordt genoemd i.p.v. Ite Missa Est. Afgezien daarvan is Ite Missa Est de wegzendingsformule in de roomskatholieke misliturgie die op enkele vaststaande melodieën gezongen kan worden. Het is geen genre-uitdrukking of een substituut voor slottoccata ….
Wie niet erg vertrouwd is met de orgelimprovisatiecultuur zal van de verrichtingen van Mourik ongetwijfeld van de stoel vallen. Het is ook niet niks wat hij kan. Toch zou ik, maar wie ben ik, Mourik willen adviseren bij een volgend cd-project eens een andere richting in te slaan, eens een bescheidener orgel te kiezen (het niet geringe tutti van het St. Peter-orgel komt mij iets te vaak voorbijscheuren) en te focussen op melodische ontwikkeling en harmonische verscheidenheid. Scherzi, toccata’s, fuga’s en perpetuum mobilé’s improviseren kan hij al, maar op deze cd’s valt bij de langzamere, statige of meditatieve gedeeltes (het zijn er niet veel) iets te veel het zwelkastgebruik of de (register)kleurverandering op, terwijl je in die delen juist zo hunkert naar een spannend en logisch opgebouwd harmonisch patroon in plaats van een akkoordkeuze die soms een beetje toevallig lijkt te ontstaan. Een improvisatie is geen compositie, maar als je het voor regelmatig terugluisteren vastlegt op cd wordt het dat in zekere zin natuurlijk wel. Dan mag je ook een beetje navenante eisen stellen. Wie een dubbel-cd met improvisaties uitbrengt, stelt zich dan natuurlijk ook kwetsbaar op, al siert het Mourik absoluut dat hij niet afwacht maar zelf druk aan de weg timmert. Niet onvermeld mag blijven dat de opname en productie in handen was van Willem van Beek, die kort na de opnames helaas kwam te overlijden. Mourik eert Van Beek door deze cd’s aan hem op te dragen. [AART DE KORT]
Klik hier om dit artikel te bestellen
© 2007 www.orgelnieuws.nl