Gereformeerde Gemeente Nieuw-Beijerland neemt Gradussen-orgel in gebruik

Nieuw Beijerland Ger Gem Gradussen-orgel

De Gereformeerde Gemeente van Nieuw-Beijerland neemt op zaterdag 9 december het orgel in haar nieuwe kerkgebouw ‘De Kandelaar’ in gebruik. Het instrument is met een groot deel historisch materiaal van orgelmaker Gradussen gebouwd achter een orgelfront uit 1921 naar een ontwerp van Tjeerd Kuipers. Restauratie en uitbreiding werd uitgevoerd door Adema’s Kerkorgelbouw te Hillegom.

Text Example

advertentie



Het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente Nieuw-Beijerland, ontworpen door RoosRos Architecten, werd in maart 2017 in gebruik genomen. De kerkzaal is waaiervormig, aflopend vanaf het hoogste punt op achttien meter waar zich centraal opgesteld de kansel bevindt met daarboven een orgelnis. Daaromheen zijn de ruim 900 zitplaatsen gegroepeerd. Het gesproken woord kreeg bij de inrichting van de kerk voorrang, waardoor de akoestische omstandigheden voor muziek ongunstiger zijn dan de grote ruimte doet vermoeden.

Kerkgebouw ‘De Kandelaar’ van de Gereformeerde Gemeente van Nieuw-Beijerland. De spits van de toren reikt tot dertig meter | foto www.gergemnbl.nl

In de voorbereiding van de totstandkoming van het nieuwe kerkgebouw ging de ‘werkgroep orgel’ onder advies van Dirk Bakker te Piershil op zoek naar een geschikt gebruikt instrument. De werkgroep was, binnen een taakstellend budget, op zoek naar een negentiende-eeuws orgel met een ‘warme toon’, geschikt voor veel muziek, en in het bijzonder geschikt voor gemeentezangbegeleiding.

Gradussen 

De werkgroep kwam uit bij Adema’s Kerkorgelbouw te Hillegom die het binnenwerk van het voormalige Gradussen-orgel uit de Sint-Calixtusbasiliek in Groenlo te koop had staan. Dit instrument was in 2011 door Adema aangekocht toen het op de koorzolder plaats moest maken voor het Adema-orgel uit de H.H. Nicolaas en Barbarakerk (‘De Liefde’) dat sinds 1993 in het transept van de Groenlose kerk stond opgesteld.

Het in 1877-1878 gebouwde orgel van 22 stemmen (Hoofdwerk, Positief en Pedaal) had de tijd niet ongeschonden doorstaan. In 1920 werd de Melophone 4 van het Positief opgeschoven tot Vox Celeste. Een complete gedaantewisseling onderging het echter in 1942 toen de firma Verschueren te Heythuysen het met drie registers uitbreidde en de mechaniek verving door elektrische tractuur met een nieuwe vrijstaande speeltafel. De windladen werden ingrijpend gerestaureerd en aangepast. De neogotische orgelkas werd verwijderd en vervangen door een zinken pijpenfront. In 1968 weren de tongwerken door Verschueren vervangen.

De omvang, herkomst, kwaliteit en uitbreidingsmogelijkheden van het materiaal bleken aan te sluiten bij de ideeën van de Nieuw-Beijerlandse werkgroep. Ter verdere oriëntatie werd in 2015 nog een bezoek gebracht aan het orgel dat de Gebroeders Gradussen in 1890 in de Sint-Martinuskerk te Arnhem bouwden. Het instrument was van vergelijkbare omvang als de Groenlose Gradussen en bovendien in 2008 door de firma Adema gerestaureerd.

Orgelfront

Voor het te reconstrueren Gradussen-orgel was men nog op zoek naar een geschikt front. Reconstructie van het oorspronkelijke neogotische front was geen optie. Niet alleen waren er geen oude foto’s of tekeningen van de situatie van voor 1942 beschikbaar, voor zover bekend bestaat er van het Groenlose instrument ook geen ‘tweeling’. Een neogotische Gradussen-kast in het eigentijdse kerkinterieur zou een sprong in het diepe zijn geweest. Bovendien werd het als onbetaalbaar en dus onhaalbaar ingeschat.

Adema’s Kerkorgelbouw bleek nog over een front uit 1921 te beschikken – zonder orgel maar met bijbehorende kansel – afkomstig uit de gereformeerde Grote Kerk te Halfweg. Het front was, evenals het kerkgebouw, in 1919 ontworpen door Tjeerd Kuipers. Deze kerkarchitect was ook verantwoordelijk voor de frontontwerpen van de orgels in onder meer de Nieuwe Zuiderkerk te Rotterdam (Walcker, thans Doesburg), de Nieuwe Kerk te Kampen en de Grote Kerk te Wildervank.

In verband met de sloop van de Grote Kerk werd het front in 2011 door Adema verworven, gedemonteerd, opgeslagen en ontdaan van het door K.P. van Ingen gebouwde binnenwerk. Evenals in Halfweg kreeg het front opnieuw een plaats voor een nis boven de kansel. Van plaatsing van de oorspronkelijke kanselpartij met bekronende bogen werd afgezien. Ter plaatse werd de voorkeur gegeven aan een kerkzaal-verwant ontwerp van RoosRos architecten.

Het Kuipers-front met kansel in de voormalige Gereformeerde Grote Kerk te Halfweg | © fotografie Gérard van Betlehem

Restauratie en uitbreiding

Op basis van grondig onderzoek stelde Ronald van Baekel van Adema’s Kerkorgelbouw samen met de orgeladviseur een restauratie- en uitbreidingsplan op. Alle oude onderdelen werden vervolgens nauwgezet gerestaureerd. Omdat er door de ingrijpende verbouwing door Verschueren in 1942 en ook nog in 1968 aan het vrijwel oorspronkelijke orgel van Gradussen veel was gewijzigd, kwamen er tevens mogelijkheden in beeld om het orgel aan te passen aan zijn nieuwe functie.

Ter wille van de begeleidingsfunctie in de protestantse eredienst zijn een paar registers binnen historische kaders aangepast en andere zijn toegevoegd. Die aanpassing gebeurde alleen als het geen origineel pijpwerk van Gradussen betrof. Origineel pijpwerk dat was verplaatst of gewijzigd is zoveel mogelijk op de originele plaats en/of functie teruggezet.

Voor wat betreft het in 1942 en 1968 geplaatste pijpwerk was dat niet altijd een goede keuze. In een (ongedateerd) rapport van Dr. Ton van Eck, adviseur voor de Katholieke Klokken- en Orgelraad, pasten vooral de Dulciaan, Fagot, Sesquialter en Cymbel niet in het klankbeeld van Gradussen. Een paar registers pasten echter wèl, zeker als ze wat aan Gradussens werkwijze en klankbeeld zouden aangepast worden  Dat waren de Trompet 8 vt, Zwitsersepijp 2 vt (volgens Van Ecks rapport sinds 1968 Gemshoorn 2 vt geheten), Mixtuur en Cornet.

Nieuw metalen pijpwerk is gemaakt voor de verdwenen Quint 3 vt, Basson/Hautbois 8 vt en een aantal pijpen van de Prestant 16 vt en Melophon 4 vt. Hetzelfde geldt voor de toegevoegde Tertiaan, het 4 voets koor van de Cornet en een stukje van de Mixtuur.

De gereconstrueerde Hautbois 8 discant op de voorgrond. De bekers van de Basson 8 bas (linksonder) zijn hier nog niet geplaatst.

Mechaniek
De toets- en registermechaniek is geheel nieuw opgezet. Dat moest op een andere wijze dan in Groenlo, omdat het Positief nu boven in de kas, in haakse positie ten opzichte van het front, staat opgesteld. Voorheen stond het Positief op hetzelfde niveau als het Manuaal. De registertrekkers zijn naar Gradussen-voorbeeld opnieuw gemaakt, voorzien van palissander knoppen met ingelegde porseleinen plaatjes. De nieuw gemaakte wellenborden zijn van eikenhout met metalen wellenarmen.

Klaviatuur
De klaviatuur is afkomstig uit Warmond en dateert uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Waarschijnlijk functioneerde het in een orgel met hoofdwerk en rugpositief of een onderpositief. De met een registerknop bedienbare schuifkoppel van het boven- naar het onderklavier is gehandhaafd. Andere koppels zijn nieuw toegevoegd. De eiken bakstukken van de klavieren zijn bij de restauratie belegd met palissanderhout. Ook het pedaalklavier is oud, laat-negentiende eeuws, en afkomstig uit voorraad van de orgelmakers. Zelfs de orgelbank is historisch, deze is afkomstig van het Adema-transeptorgel uit de Sint-Willibrordus buiten de Veste te Amsterdam en dateert uit 1890.

Klaviatuur met gerestaureerde negentiende-eeuwse klavieren en orgelbank. Registertrekkers zijn naar Gradussen-voorbeeld nieuw gemaakt

Windvoorziening
De forse magazijnbalg met in- en uitspringende vouw heeft een oppervlakte van 2,50 x 2.00 meter. Deze is samen met één harmonicakanaal nog origineel. Een nieuwe extra balg met enkele vouw en twee harmonicakanalen werden in dezelfde stijl toegevoegd, Hieruit wordt nu het Pedaal gevoed. Het balggewicht bedraagt 650 kg. Een nieuwe orgelmotor voorziet de balgen van wind. De oorspronkelijke schepbalg- of trapinstallatie met windwijzer werd niet gereconstrueerd; er was geen plaats voor.

Windladen
De windladen zijn eveneens van forse afmetingen en ruim opgezet. Dat bood de mogelijkheid om extra registers toe te voegen. Op het Manuaal was dat de Salicionaal 8 vt (deze stond oorspronkelijk op het Positief), een Tertiaan en een vergrote Cornet als stimulans voor de gemeentezangbegeleiding. Ook werd een nieuwe Trombone 16 voet B/D toegevoegd. Om eventuele ‘overbelasting’ van de windladen te voorkomen is de bas van de Bourdon 16 vt op een aparte (moteurs-)lade van de orgelmaker Maarschalkerweerd tegenover de klaviatuur geplaatst.

Op het Positief werd de in 1948 toegevoegde Zwitsersche pijp 2 vt gehandhaafd, maar ‘omgedoopt’ tot Piccolo 2 vt. De Salicionaal 8 vt werd omgeruild voor een Prestant 8 vt. In de hieronder vermelde dispositie zijn nadere bijzonderheden terug te vinden. Op het Pedaal werd een viervoets register behouden. Dit is de in 1942 verschoven Octaafbas 8 vt van Gradussen. Voor het achtvoets register zijn andere historische pijpen gebruikt. De Prestant 16 voet kreeg haar grootste houten pijpen terug en de Bazuin 16 vt heeft de plaats van de verdwenen Fagot ingenomen.

De twaalf grootste pijpen van de houten Prestant 16 zijn nieuw bijgemaakt. Zes daarvan zijn hier te zien achter op een van de twee nog grotendeels lege pedaalladen.

De windladen werden grondig gerestaureerd en van dilatatievoegen voorzien om ongunstige klimaatinvloeden (een langdurige lage luchtvochtigheid) enigszins te kunnen opvangen. Alle voorventielen uit 1942 zijn verwijderd en de oorspronkelijke ventielen weer in de oorspronkelijke stijl teruggebracht.

Orgelkas
De orgelkas kreeg een nieuwe achterwand. Bij de zijwanden werden de kwalitatief goede delen gehandhaafd en aangevuld met nieuwe panelen. Boven het Positief werd een schuin aflopend plafond aangebracht, voorzien van verstelbare jaloezieën om de klankuitstraling te bevorderen.

De Jongh Schildersbedrijf bv te Waardenburg schilderde het orgel opnieuw in de oorspronkelijke kleuren en technieken. De kas kreeg hiermee haar eikenhoutimitatie terug, gebaseerd op consoles van (imitatie) zandsteen. Deze consoles bekroonden in Halfweg de boogvormige toog boven de kansel. Op de labia van de frontpijpen verscheen het bladgoud weer, evenals op de tandlijsten van de pijpenbanden. Ook de gestileerde vogelfiguren op de frontstijlen – een late echo uit de Jugendstilperiode – werden in het goud gezet.

De gerestaureerde orgelkas van Tjeerd Kuipers ingepast in 21e-eeuwse architectuur van RoosRos. Naast de kansel zijn twee psalmborden aangebracht die volledig digitaal worden aangestuurd.

Ingebruikname

De ingebruikname vindt plaats op zaterdag 9 december om 14.00 uur. Ronald van Baekel van Adema’s Kerkorgelbouw en adviseur Dirk Bakker zullen een toelichting bij de historie, samenstelling en restauratie van het orgel geven, vergezeld van een klankdemonstratie. Marcus Bergink, vaste bespeler van twee Gradussen-orgels in Arnhem, zal een concert geven met werk van Bach, Mendelssohn, Reger, Rheinberger en Dubois. Samenzang wordt begeleid oor Henk C. de Gelder.

Na het officiële gedeelte zal het orgel nog door enkele (vak-)organisten worden bespeeld. Er is dan tot 17.30 uur gelegenheid om het orgel te bezichtigen, vragen te stellen of een kopje koffie/thee of fris gebruiken.

‘De Kandelaar’ is te vinden aan de Dorpsgaard 1 in Nieuw-Beijerland.


Dispositie

Manuaal – C-f3 – C en Cis-lade. Indeling: C – Fis  e3 – Gis  |  A – f3  G – Cis

Prestant 16 voet

Discant c1-d1 en cis3-f3 nieuw. dis1-c3, verlengd en opnieuw voorzien van expressions; Gradussen, 1878. Corpus met hoog tingehalte, op metalen voet. Mensuur twee halve tonen wijder dan Salicionaal 8vt. Pijpen op kantsleep achter het front.

Cornet 5 sterk Discant

samenstelling c1: 8, 4, 2 2/3, 2, 1 3/5 vt, 8 vt metaal, gedekt (Verschueren, 1942 – ex. Holpijp 8 vt); 4 vt open, nieuw, met enkele stemrollen; 2 2/3, 2, 1 3/5 vt. c1 en c2 nieuw, rest Verschueren 1942, op kantsleep achter het front, op verhoogde pijpenbank, afkomstig uit het orgel van Scherpenzeel (C.G. F. Witte, 1865).

Prestant 8 voet

C-H in front, zink. Van Ingen, 1921. c0-f3 19e eeuws pijpwerk afkomstig uit vroegere orgel van de St. Jeroenskerk te Noordwijk. Expressions. Zijbaarden t/m f2.

Salicionaal 8 voet

C-H in front (uiterste zijvelden) met zij- en rolbaarden, zink. Van Ingen 1921. c0-h0 met freins. c0-f3 met expressions en zijbaarden. Gradussen, 1878.

Bourdon 16 voet

C-h0 gedekt, grenen, afgevoerd tegen zijwand op een historische windlade van Maarschalkerweerd, plm. 1900. Pijpwerk Gradussen, 1878. c1-f3 gedekt, metaal met zijbaarden; Adema, Amsterdam 1890. Wijde mensuur.

Holpijp 8 voet

C-G grenen, Gradussen, 1878. Gis-H gedekt, metaal, 19e eeuws uit voorraad orgelmakers. c0-f3  gedekt, metaal, met zijbaarden Gradussen, 1878.

Octaaf 4 voet

C-G in front (bovenste gedeelte), Van Ingen 1921. Gis-H Verschueren, 1942. c0-f3 verlengd. Alle pijpen met expressions. Gradussen 1878.

Roerfluit 4 voet

C-f2 Gedekt, metaal, met lange roeren en zijbaarden. fis2-f3 eng conisch open. Gradussen 1878

Quint 3 voet

Open, metaal, nieuw. makelij als Octaaf 4 voet. C-dis0 met zijbaarden. C-c1 met expressions.

Octaaf 2 voet

Open, metaal. C-H zijbaarden.C-f1 met expressions. Adema, Amsterdam, 1890.

Tertiaan

samenstelling C: 1 3/5   c1: 3 1/5 voet. Open metaal, nieuw. makelij als Octaaf 4 voet.

Mixtuur 3,4 5 sterk

Open, metaal. Vrijwel geheel Verschueren, 1942. Pijpen tot ½ voets lengte verlengd en voorzien van expressions. 1 1/3 voets koor vanaf c2 nieuw.

Trombone 16 voet Bas/Disc.

Metalen stevels en koppen. Bekers trechtervormig, C-H met halve bekerlengte. Franse makelij, nieuw

Trompet 8 voet

metalen stevels en koppen met trechtervormige bekers. Franse makelij. Verschueren, 1968.

Positief C-f3 – lade-indeling: chromatisch

Prestant 8 voet

C-H grenen, vroeg 20e-eeuws, met stemschuiven en rolbaarden. c0-f3. Vioolprestant, 1890, afkomstig uit het Adema-orgel te Rotterdam, Stieltjesplein. Expressions. Op kantsleep.

Bourdon 8 voet

C-H gedekt, grenen; Gradussen. c0-f3 gedekt, metaal, 19e-eeuws, herkomst als Prestant 8 vt Manuaal. Wijde mensuur, zijbaarden.

Quintadeen 8 voet

Gedekt, metaal; Gradussen. Relatief wijde mensuur.

Open Fluit 8 voet

Open, metaal. Gradussen. C-H gecombineerd met Bourdon 8 vt. Boogvormige opsneden. Originele stemrollen.

Melophon 4 voet

Open, metaal; C-h2 Gradussen. C-H met kastbaarden. c0-h0 met zijbaarden. C-f2 met expressions.fis2-f3 op lengte, nieuw. mensuur als Salicionaal 8 vt.

Dwarsfluit 4 voet

Open, metaal; Gradussen. C-H expressions, c0-e0 met stemrol, f0-f3 dubbele lengte met stemrol.

Piccolo 2 voet

Open, metaal; Verschueren 1942 (voorheen Zwitsersche pijp, sinds 1968 Gemshoorn 2 vt). Dubbele lengte (overblazend). vanaf c1. c1-cis1 nieuw.

Basson 8 voet Bas

Metalen stevels en koppen, eng trechtervormige bekers van 72% tin. Traanvormige messing kelen.

Hautbois  8 voet Disc.

Metalen stevels en koppen. Bekers trechtervormig, à pavillion, 72% tin. Franse makelij. c1 –f3 enge open kelen.

Pedaal C-d1 – C en Cis-lade – indeling: C – d1  |  cis1 – Cis

Prestant 16 voet

Open, hout. C-H yellow pine, nieuw. c0-d1 grenen, Gradussen.

Subbas 16 voet

Gedekt, grenen. Gradussen

Violoncel 8 voet

Open, Amerikaans grenen, met rolbaarden. Afkomstig uit Adema-orgel van de St. Dominicuskerk te Haarlem (1891).

Octaafbas 4 voet

Open, metaal. Gradussen. Verlengd en voorzien van expressions. Voorheen Octaafbas 8 vt, sinds 1942 een octaaf verschoven. 

Bazuin 16 voet

Grenen stevels, loden koppen. Bekers van zink. Kelen en tongen messing. Afkomstig uit de St. Jeroenskerk te Noordwijk. Pels,1919.

Werktuiglijke registers
Koppeling Pedaal – Manuaal
Koppeling Pedaal – Positief
Koppeling Manuaal – Positief
Koppeling Positief – Manuaal
Tremulant – Opliggend met uitlatende wind. Uit voorraad orgelmakers.

Winddruk
– Pedaal: 94 mm wk, uit eerste magazijnbalg
– Manuaal en Positief:85 mm wk, uit tweede magazijnbalg.
Toonhoogte: 440 Hz bij 180 C
Stemming: gelijkzwevend

Samenstelling Mixtuur
C: 2, 1 1/3, 1
c0: 2 2/3, 2, 1 1/3, 1
c1: 4, 2 2/3, 2 1 1/3
c2: 5 1/3, 4, 2 2/3, 2 1 1/3

Uit: Dirk Bakker: ‘Solied werk’ – Het Gradussen-orgel in ‘De Kandelaar’ te Nieuw-Beijerland. Piershil, 17 november 2017; deels samengevat en bewerkt.

© 2017 fotografie Sander Booij (tenzij anders vermeld)