Gillian Weir – On Stage
CD1
J.S.Bach Toccata and Fugue in D minor (BWV 538) “Dorian”. Dietrich Buxtehude Toccata in F (BuxWV 156). Max Reger Toccata and Fugue in D minor/major (Op.59, nos 5 & 6). Anton Heiller Tanz-Toccata. Georg Muffat Toccata Duodecima. Sergei Slonimsky Toccata. Georgi Mushel Toccata.
CD 2
Michelangelo Rossi Toccata Settima. Flor Peeters Toccata, Fugue et Hymne sur ‘Ave Maris Stella’. William McVicker Six variationen über una tema di Vincent Youmans. Peter Planyavsky Toccata alla rumba. Léonce de Saint-Martin Toccata de la Libération.
Klik hier om dit artikel te bestellen
Recent verscheen op het Britse label Priory een nieuwe (dubbel-cd) productie met Dame Gillian Weir. Ditmaal bespeelt ze het Klais-orgel in de Symphony Hall te Birmingham met een programma met elf toccata’s en ‘Tea for Two’.
Een nieuw, groot instrument in een nieuwe zaal is tamelijk uniek. Wanneer het bespeeld wordt door een musicienne van het statuur als Gillian Weir, zijn de ingrediënten aanwezig voor een zeer interessant product.
Het instrument
Het Klais-orgel is ontworpen in 1989 onder supervisie van Thomas Trotter en uiteindelijk in 2001 gereed gekomen. Het is duidelijk te herkennen als een synthese-instrument (in ons land toch een vies woord; ‘fusion’-instrument is dan misschien beter, met een knipoog naar de voedselkunstenaars). Op zich heb ik geen bezwaar tegen dit synthese-instrument, omdat men het instrument vooral ook voor educatieve doeleinden wil gebruiken en in die situatie een grote veelzijdigheid zeker nuttig kan zijn. De gemiddelde concertzaalbezoeker heeft doorgaans weinig met een orgel en zeker niet met de nerd-praat die het instrument zo vaak vergezelt.
Zolang de orgelmaker er in slaagt om van het instrument in zijn (synthese) diversiteit een klinkende eenheid te creeën, kan het een uitstekend muzikaal voertuig zijn. Muziek maken – daar dient het tenslotte voor.
Het instrument is samengesteld met een nogal Duits klinkend Pedaal, Positiv en Great, een Frans getint Swell en een hybride Solo met onder andere chamades en een batterij solotongwerken in een nagalmkamer achter het orgel. Uiteraard is het instrument voorzien van een mechanische tractuur ‘boven’ en elektrische klaviatuur op de orkestvloer, beide met volledige klavieromvang. Verder is het voorzien van alle (buiten Nederland) gebruikelijke elektrische hulpmiddelen. Qua ‘looks’ is het instrument passend gestyleerd naar de inrichting van de zaal, met veel lichte hout- en metaalkleuren.
Het programma
De dubbel-cd is geprogrammeerd met maar liefst elf toccata’s en ‘Zes variaties over een thema van Vincent Youmas’ (Tea for Two dus). Op het eerste gezicht misschien een eenzijdig programma met alleen toccata’s, maar juist die keuze is interessant, omdat nu eens niet de bekende, Franse exemplaren verschijnen. Zeker een combinatie van Bach, Rossi, Saint-Martin en Heiller in één productie is opmerkelijk. Daarnaast vinden we nog toccata’s van Reger, Buxtehude, Muffat, Mushel, Planyavsky en Slonimsky.
Het resultaat
Dame Weir speelt zoals van haar is te verwachten. Haar technisch en muzikaal kunnen ligt ver boven hetgeen de werken vereisen (bijvoorbeeld Tanztokkata-Heiler, Toccata-Slonimsky en AveMarisStella-Peeters) waardoor het spel steeds vlijmscherp en duidelijk blijft. Inzicht voor grote lijnen in de composities (de Dorische Toccata van Bach) wordt gecombineerd met een groot gevoel voor poetische elementen (het begin van de Reger-Fuga). De zeggingskracht van haar vertolking maakten dat ik de cd uiteindelijk toch al weer een flink aantal keer heb beluisterd.
Het instrument kan mij minder bekoren. Vooral de meer Duits klinkende delen ervan overheersen, vooral in sterkere passages. Een van de mixturen heeft een hinderlijk dominant koor dat na verloop van tijd ergerlijk wordt (er worden vrij veel plenumklanken gekozen). Persoonlijk denk ik dat het als ‘Symphony organ’ gepositioneerd instrument zijn naam niet helemaal waarmaakt, de Ave Maris Stella van Peeters en de Toccata de la Libération van de Saint-Martin klinken in het tutti aardig richting een Frans-symphonisch instrument, maar daar blijft het dan bij. Een paar zwelkasten en een French Horn maken wat mij betreft nog geen symphonisch orgel, zoals één Voce Umane van dit orgel ook niet meteen een Italitaans barokorgel maakt (zoals in de Rossi-Toccata).
Hoe de opname zich verhoudt tot de werkelijkheid is altijd moeilijk te zeggen. De Royal Albert Hall bleek live ook een heel eindje spectaculairder dan Priory’s al spectaculaire opname. Mogelijk dat het instrument ‘in situ’ beluisterd meer overtuigd. De uitvoering van de cd is tamelijk standaard: plaatje-van-orgel-en-solist voor op het booklet, programmatoelichting, curriculum vitae, dispositie zonder beschrijving, reclame voor andere cd’s in het midden, plaatje-van-orgel-en-solist achter op het booklet. Jammer dat zóveel orgel cd’s er zóveel hetzelfde uitzien.
Samenvattend beschouw ik deze productie als een ‘collectors item’. Een portret van de klankmogelijkheden van het instrument had mijns inziens, zeker op een dubbel-cd, interessanter gekund. Wie toccata’s verzamelt, wie graag zijn buren orgelmuziek wil laten horen en wie minder bekende toccata’s door een ‘worldclass’ solist wil horen heeft hier een goeie schijf aan. [HENNIE VAATSTRA]
De link
http://www.symphonyhall.co.uk/about_the_organ.asp
Klik hier om dit artikel te bestellen
© 2006 www.orgelnieuws.nl