Gillian Weir
On Stage at The Royal Festival Hall, London
Charles Yves, Variations on ‘America’; Jean-Francois Dandrieu, Three Noels (Or Nous dites Marie, Puer Nobis, Ou s’en vont); Johann Sebastian Bach, Praeludium et Fuga in C, BWV 547; Jules Grison, Toccata; Max Reger Fantasie und Fuge in D moll Opus 135b; Marcel Dupré, Variations sur un Noël; Guy Bovet, Trois Préludes Hambourgeois (Salamanca, Sarasota, Hamburg)
Label: Priory PRCD 866
Tijdsduur: 79:58
Boekje: 24 pagina’s
Prijs: € 18,50
Klik hier om dit artikel te bestellen
De akoestiek van de Royal Festival Hall in London is sinds de bouw in 1951 al problematisch. Er is al van alles aan gedaan en gedokterd, maar het wordt maar niet beter. ,,Vaak wordt gezegd dat akoestiek het beste orgelregister is’’, schrijft William McVicker in het boekje. In de RFH – zoals de Britten de Royal Festival Hall noemen – is het ontbreken van nagalm en resonans de doodsteek voor elk musiceren, lijkt me.
Het 103 stemmen tellende orgel dat Harrison & Harrison in 1954 in de RFH plaatste, draagt sporen van de Orgelbewegung: veel vulstemmen en hoge registers, relatief weinig strijkers, tongwerken die meer knorren dan toon hebben. In de lange lijst van adviseurs staan ook de namen van Dirk Andries Flentrop en Maarten Albert Vente.
Het orgel staat laag op de vloer van het podium en het open front is 21 meter breed. Dat is ongunstig voor de uitstraling en menging van verschillende stemmen. De akoestiek van de zaal doet de rest. Toen ik de cd opzette, kreeg ik bijna meteen zin op ‘stop’ te drukken. Hoe lang moet je zoiets aanhoren?
Maar er is hoop. De RFH is sinds momenteel buiten gebruik om grondig gerenoveerd te worden. Daarbij wordt er alles aan gedaan de akoestiek van de zaal te verbeteren. Harrison & Harrison heeft het orgel uit de zaal gehaald en bouwt het vanaf 2007 in fasen weer op. Het orgel wordt dan compacter opgebouwd dan tot 2005 het geval was en het komt vier meter hoger te staan. Aan de intonatie wordt niets veranderd.
Overigens vindt de verbouwing niet plaats vanwege het orgel, maar omdat de gebruikers van de zaal een groter podium wensen.
Gillian Constance Weir (1941) is een zonder meer virtuoze organiste. Door de gortdroge zaal klinken snelle luide passages eerder lomp dan verfijnd. Haar programma is typisch Engels: van alles door elkaar. Voor mijn gevoel is Yves’ Variations on ‘America’ een uitsmijter, maar Weir begint ermee.
Ze moet na 2007 nog maar eens een cd opnemen, ten miste, als de verbouwing van zaal en orgel positief uitwerken. [JAAP ROTS]
© 2006 www.orgelnieuws.nl