Na jaren van stilzwijgen is het Maarschalkerweerd-orgel in de St. Jozefkathedraal in Groningen weer tot klinken gebracht. Adema’s Kerkorgelbouw uit Hillegom verzorgde de restauratie van het in 1905 gebouwde instrument. Adviseur was Ton van Eck in samenwerking met de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Een uitgebreid restauratieverslag.
Geschiedenis
Het orgel in de uit 1887 daterende Sint Jozefkerk werd in de jaren 1902-1905 gebouwd door Maarschalkerweerd. Het neogotische front vertoont sterke overeenkomsten met het orgel in de Sint Catharinakathedraal in Utrecht dat in 1903 werd voltooid. Tussen de twee kassen maakte Maarschalkerweerd een loos middenfront waarvoor de vrijstaande speeltafel werd geplaatst. Het orgel kreeg een pneumatische tractuur volgens het systeem-Weigle.
In 1942/1943 is het orgel door Hubert Schreurs gereviseerd waarbij het loze middenfront werd verwijderd. In 1948 volgden opnieuw werkzaamheden door Schreurs, waarbij enkele dispositiewijzigingen werden doorgevoerd.
De Dolce 8′ van het Hoofdwerk werd vervangen door een Mixtuur in strijkersmensuur. De oude Mixtuur werd verwijderd, maar uit het pijpwerk konden een Octaaf 2′ en een Terts 1 3/5′ worden gehaald. De Zacht Gedekt 8′ van het Zwelwerk moest plaatsmaken voor een Scherp.
In 1963 zou de de Basson-Hobo worden vervangen door een ander exemplaar van Giesecke. Het orgel is vanaf 1970 steeds slechter gaan functioneren, en was in 1988 niet meer te gebruiken.
Restauratie
In 2004 is een start gemaakt met de algehele restauratie van het orgel. De firma Adema’s Kerkorgelbouw uit Hillegom kreeg de opdracht voor de werkzaamheden. De situatie 1905 werd als uitgangspunt genomen waarbij de dispositie èn de kast werden gereconstrueerd.
Dispositieherstel
Bij de restauratie is de Mixtuur weer in de originele samenstelling teruggebracht. Het tertskoor 1 3/5 maakt weer deel uit van de Mixtuur, de Octaaf 2 staat weer op zijn oude plaats. Oorspronkelijk werd met het trekken van de Mixtuur de Octaaf 2 automatisch ingeschakeld door een doorverbinding in de windlade. In 1943 is deze doorverbinding ongedaan gemaakt en is een aparte inschakeling van de gang van de Octaaf 2 gemaakt. Op deze gang werd echter de uit de Mixtuur afkomstige Terts 1 3/5 geplaatst. Met het inschakelen van de Mixtuur gaat de Octaaf 2 nu weer mee via een pneumatische transmissieschakeling.
Door het verwijderen van de Dolce 8 in 1948 werden de registers vanaf de Octaaf 4 een plaats opgeschoven. Dit is weer hersteld. Een Dolce werd, uit voorraad van Adema, opnieuw geplaatst vanaf C groot.
Op het zwelwerk was de oorspronkelijke Zachtgedekt vervangen door een tertscymbel. In 2005 werd weer een Zachtgedekt geplaatst van Maarschalkerweerd afkomstig uit de Dominicuskerk te Alkmaar (1897). Het groot octaaf is een transmissie met de Holfluit (origineel). De oorspronkelijke Basson-Hobo werd in 1963 vervangen door een Giesecke-exemplaar omdat de originele geheel door tinpest was verteerd. Uit inventarisatie en originele aantekeningen van Maarschalkerweerd bleek dat de overige tongwerken van het orgel zijn vervaardigd door Masure uit Parijs. Een Basson-Hobo van Masure uit de bouwtijd van ‘Groningen’ (1903) die bij Adema op voorraad lag, werd nu geplaatst ter vervanging van het Giesecke-register.
De pijpen van de Contrabas werden geheel opnieuw opgebouwd. Alle houten pijpen werden geheel uitgelijmd en in oorspronkelijke hoogglanslak afgewerkt.
Windvoorziening en tractuur
De frontladen van de Openfluit van het pedaal werden voorzien van nieuwe dekstukken. De windladen (acht stuks!) werden geheel gedemonteerd en volledig opnieuw opgebouwd. De bodems werden demontabel gemaakt. Het leer voor de membraanlatten (systeem-Weigle) werd betrokken uit de medische industrie. Een voldoende luchtdichte leersoort werd elders niet gevonden!
In de kerk werd de gehele windaanleg herzien. De hoofdbalg (uitgevoerd als een tweetal enkelvouws balgen, parallel opgaand door ijzeren beugels) ontvangt nu rechtstreeks wind uit de windmachine, die tussen de orgelhelften werd opgesteld. Het hoofdkanaal naar Hoofdwerk en Groot Pedaal, werd in ere hersteld en enkele centimeters omgelegd. De flexibele kokers werden geheel gerestaureerd (twee stuks). Een tweetal balgen werd opnieuw beleerd. Alle reguleerkleppen werden vervangen omdat ze waren kromgetrokken. Alle kanalen werden verlijmd, ontdaan van papier. De gelijmde zijden werden beleerd. De registerbalgjes werden opnieuw beleerd evenals de balgjes van de Contrabas-moteurslade.
De speeltafel werd geheel gedemonteerd en opnieuw gemonteerd, waarbij alle functiekasten werden voorzien van nieuwe membranen, kegels en garnituren, afsluitende materialen, transmissieklepjes en pneumatiekbuis. Meerdere kartonnen conducten in de speeltafel werden opnieuw gemaakt. De klavieren werden deels opnieuw belegd met ivoor, de speeltafelkop werd gerestaureerd met palissanderfineer en opnieuw gepolitoerd.
De orgelkast
De jaloezieën van de zwelkast waren dusdanig kromgetrokken dat ze vervangen moesten worden. Het loze tussenfront dat de twee kastdelen van het neogotische front tot 1943 aan elkaar verbond werd aan de hand van tekeningen gereconstrueerd. Oorspronkelijk was het tussenfront hangend tussen beide kastdelen geplaatst. Nu werd daaronder ten behoeve van de windmachine een onderkast vervaardigd uit massief eiken, geheel in stijl met de overige kastdelen, ter afsluiting van de ruimte tussen de orgeldelen. Voor het tussenfront werden 35 nieuwe frontpijpen vervaardigd, met opgeworpen labia, conform de originele frontpijpen (90% tin). Het gehele front werd gereinigd, de pijpen gepolished (niet gepolijst, ten behoeve van het patin), de kast in de was gezet. Op de plaats waar oorspronkelijk gasverlichting zat, werd een viertal messing beugellampen met melkglazen bol geplaatst.
Op 11 september 2005 is het instrument weer in gebruik genomen tijdens de hoogmis. Na de officiële overdracht aan het kerkbestuur werd een concert gegeven door Ton van Eck, Theo Jellema en Sjoerd Ruisch.
Dispositie
Hoofdwerk C-f3
Bourdon 16
Prestant 8
Bourdon 8
Flûte harmonique 8
Salicionaal 8
Dolce 8
Octaaf 4
Roerfluit 4
Nazard 3
Octaaf 2
Mixtuur III-V
Trompet 8
Positief C-f3 (in crescendokast)
Zacht Gedekt 8
Holfluit 8
Quintadeen 8
Gamba 8
Voix céleste 8
Flûte octaviante 4
Gemshoorn 2
Basson-Hobo 8
Pedaal C-d1
Contrabas 16
Subbas 16
Open Fluit 8
Gedekt 8
Bazuin 16
Speelhulpen
P+I, P+II, I+II, tremulant, vrije combinatie, vaste combinaties p-mf-f-o
© 2005 orgelnieuws.nl