Guy Weitz – Complete Organ Works

Guy Weitz Complete Organ Works Aeolus AE-11091

Een collega-organist zei me ooit: ‘Soms krijg je orgelcomposities te horen van een onbekende componist en als je die muziek dan hebt beluisterd weet je waarom de persoon in kwestie nooit zo geliefd werd als zijn beroemde collega’s.’

Text Example

advertentie



Het was pas ergens in de jaren negentig dat iemand me een cd liet horen met orgelwerken van Guy Weitz, door Paul Derrett in Hereford. (Priory PRCD410). Al had deze organist en componist goede contacten met onder anderen Louis Vierne, Charles-Marie Widor en George Thalben-Ball en schreef hij twee orgelsymfonieën, toentertijd zei die naam mij niets. Dit in tegenstelling tot de namen van andere Belgische organisten/componisten,  zoals Joseph Jongen en Flor Peeters.

Weitz, die vrijwel zijn hele leven in London woonde en werkte, was er in ieder geval de man niet naar om veel ruchtbaarheid aan zijn composities te geven. Hij had weinig leerlingen en was niet al te gemakkelijk in de omgang.

De organist van de Antwerpse kathedraal, Peter van de Velde, besloot om het gehele orgeloeuvre van Weitz in Antwerpen op te nemen op een dubbel-cd. Van de Velde speelt op het Bernard Pels-orgel van de Sint-Laurentiuskerk en op het Schyven-orgel van de kathedraal, dat na deze opname in restauratie is. Er werd voor twee orgels gekozen omdat het Schyven-orgel te kleine (pedaal)klavieren heeft voor de 2e orgelsymfonie van Weitz en op het kathedraalorgel zijn de regelmatige registratiewisselingen lastig uitvoerbaar.

Weitz mag dan bijna zijn hele leven in London hebben vertoefd, zijn composities zijn duidelijk Frans georiënteerd. Al leefde Weitz in dezelfde tijd als een Strawinsky en zijn landgenoot Jongen, hij is geen vernieuwer te noemen. Weitz was een groot liefhebber van de muziek van J.S. Bach – er staat een transcriptie van een Bach-koraal op de eerste cd – en César Franck en grijpt veel terug naar Frans symfonische orgelcomposities.

Zeg ik wat geks als ik, wat dat betreft, even aan Hendrik Andriessen moet denken? Pas in zijn laatste werken – met name in zijn Regina Coeli Laetare – is bij Weitz een stijl te bespeuren die meer aan Duruflé doet denken. In zijn jongste composities ‘Christmas Rhapsody’ en ‘In Paradisum’ komt Franck soms ‘letterlijk’ voorbij en in het ‘Sicilienne’ vraag je je af of je geen deel uit Viernes ‘Pièces de Fantaisie’ zit te beluisteren.

De tweede cd is dus in de Laurentiuskerk opgenomen. De kerk doet me, wat de neo-byzantijnse architectuur betreft, denken aan Westminster Cathedral in London, waar Weitz, samen met onder anderen Marcel Dupré, regelmatig concerteerde. Op deze cd staan de twee symfonieën van Weitz. De eerste is één grote Mariahymne en kent niet de indeling zoals we die van Widor en Vierne kennen. Wat het muzikale karakter betreft zit je met deze twee namen wel dicht in de buurt. Het Gregoriaanse ‘Ave Maria’ is de rode draad in deze compositie die je wel een symfonisch gedicht zou kunnen noemen. De eerste twee delen boeiden mij het meest. Het slot is wel virtuoos, maar zoekt te lang naar een climax die uiteindelijk niet komt.

De tweede symfonie bestaat uit vijf delen die als losse werken werden gecomponeerd. In het eerste deel komen ‘Lisztiaanse’ motieven voorbij en steekt Louis Vierne opnieuw en regelmatig het hoofd om de deur. Was dat maar het slot van de eerste symfonie geweest! In de Passacaglia is de Bach-liefhebber Weitz opnieuw te horen. Het thema is bijna identiek aan dat van BWV 582. Wat doet Van de Velde hier verrassende en prachtige dingen met dit betrekkelijk onbekende orgel! Het slot van de Passacaglia is helaas wel wat abrupt.

De donkere Prologue start als Choral 2 van Franck, maar met het erop volgende Scherzo maakt de somberheid langzaamaan plaats voor uitbundige klanken, waarin Weitz nadrukkelijker op zoek gaat naar nieuwe en spannende vormen. Na een gedragen fuga (Procession) volgt een finale die weer aan Vierne doet denken en – net zoals bij de eerste symfonie – een beter slot verdient.

Om de twee cd’s vol te krijgen, speelt Van de Velde nog wat werken van Joseph Jongen. Ja, dan hoor je dat Jongen van een ander kaliber is, maar het voert te ver om te zeggen dat Weitz amper in de schaduw mag staan van hem en van zijn beroemde tijdgenoten. De liefhebber van (laat) romantische en neoklassieke orgelmuziek vol Gregoriaanse thema’s komt met deze cd’s volop aan zijn trekken. De eerder genoemde cd van Derrett is absoluut niet slecht, maar met deze dubbelaar hebt u het oeuvre van Weitz compleet in huis, plus de extra’s van Joseph Jongen, die eveneens fraai worden vertolkt. Daarbij sluiten de gekozen instrumenten beter aan bij de composities van Weitz, ook al was hij een Londenaar en bespeelde dikwijls orgels alla Hereford.

Over het spel van Van de Velde kan ik kort zijn: uitstekend! Een goede techniek en gevoel voor muziek en instrument gaan hand in hand.
De kennismaking met het orgel van de Laurentius verraste mij en ook al klinkt de Schyven op deze cd hier en daar wat gammel, die warme deken uit de kathedraal sla ik maar al te graag om me heen. Qua opname en uitvoering van de cd doet Aeolus wat we van Christoph Martin Frommen doorgaans gewend zijn: klasse!

Naarmate ik deze cd frequenter en intensiever beluisterde, groeide mijn enthousiasme. U mag van mij gerust volgende week de vijftigste integrale Franck of Mendelssohn aanschaffen, maar deze betrekkelijk onbekende muziek verdient absoluut meer aandacht. Ondanks mijn kanttekeningen wil ik deze originele dubbelaar van vijf sterren voorzien!

 

 


Guy Weitz – Complete Organ Works

Joseph Jongen – Quatre pièces, Toccata, Sonata Eroïca

Peter van de Velde
Pierre Schyven organ (1891) | Our Lady’s Cathedral
B. Pels & Zoon organ (1935) | Laurentius Church Antwerp

CD1 – Fanfare And Gothic March; Ave Regina, Antiphon; Benedicite Dominum, Introit; Prière, Prelude on ‘Salve Regina’; Christmas Rhapsody; De profundis clamavi; In Paradisum (Weitz); Mortify us by thy grace (Choral, Cantata No. 22) (Bach, arr. Weitz); Sicilienne; Grand-Choeur (Voluntary on the fifth mode) (Weitz); Quatre Quatre Pièces, op.37: Cantabile, Improvisation-Caprice, Prière, Choral; Toccata, op. 104 (Jongen)

CD2 – Symphony for Organ; Symphony No. 2 for organ; Paraphrase on ‘Regina Coeli Laetare (Weitz); Sonata Eroïca, op. 94 (Jongen)

Label: Aeolus
Nummer: AE-11091 – SACD
Speelduur: 81’32 + 78’12
Booklet: (EN/FR/DU/NL)
Prijs: € n.b.