“En als de pont dan weer zijn weg zoekt door het ruime sop
Dan komen er werktuiglijk gedachten bij me op
Zo denk ik dikwijls over het geheim van het bestaan…”
Soms prakkiseer je over de vergrijzing van de orgelcultuur. Ik herinner me een concert waar de gemiddelde leeftijd van de bezoekers misschien wel 65 was, zo niet hoger. Dat is best zorgwekkend. Maar anderzijds: wat waren juist dáár de reacties hartverwarmend. En, om nog even bij datzelfde concert te blijven: het programma vermeldde onder meer Psalm 33 van Cornelis de Wolf, een stuk waarover de NCRV-gids ooit schreef dat het een “gedateerde indruk maakt”, mede vanwege de niet-ritmische koraalmelodie. Misschien had het te maken met de leeftijd van het publiek, maar juist dàt stuk bleek veel waardering te oogsten…
In de orgelbouw: soms, heel soms word je werkelijk geïnspireerd door een nieuw orgel van topklasse, zó rijk dat je je tegelijkertijd afvraagt of de gemeente wel beseft wat voor ’n waardevol meesterwerk zij in huis heeft. Dat zijn ervaringen die ik koester: laten we de lat maar hóóg leggen, want wanneer wij als directe betrokkenen al concessies gaan doen aan kwaliteit en niveau, waar eindigt het dan? Anderzijds is het ook weer mooi om te zien hoe een gemeente low-budget toch een orgelbouwproject weet te realiseren, ondanks beperkte middelen gegáán is voor de natuurlijke klank van echte pijpen – en hoe men ook écht blij is met het instrument.
In de lespraktijk: wat is het fantastisch om na een orgelexcursie met leerlingen de reacties te peilen, te merken dat een Trompette van Cavaillé-Coll of een Prestant van Garrels gewoon (nee, niet gewoon!) diepe indruk maken op organisten-in-spé van 9 of 10 jaar oud! Kijk, denk ik dan, ze horen het toch maar, dat de ene Prestant de andere niet is! En anderzijds: wat zijn ze ook weer trots als ze kunnen vertellen dat thuis de nieuwe Domus-met-twee-intonaties is afgeleverd…
Enerzijds, anderzijds… Het achterliggende halfjaar speelde ik de meeste diensten op een slecht functionerende pneumaat. Hoe goed je ook je best doet, door de onnauwkeurig reagerende tractuur is het domweg onmogelijk om daar verzorgd en gaaf orgelspel te leveren, het blijft altijd wat rommelig klinken. Da’s best frustererend! En toch: na acht maanden helemaal geen diensten te hebben gespeeld was het sowieso al een genot om weer een plekje te hebben waar je de lofzang gaande kunt houden. En als er dan ook nog een stukje waardering tegenover staat, een stuk vertrouwen, een positieve samenwerking met predikanten, een gemeente die steeds beter gaat zingen, dan kun je ook een onwillige pneumaat weleens voor lief nemen…
CD’s, bladmuziek, concerten: van alles wat er verschijnt en gebeurt, is een substantieel deel gericht op easy listening, op music for the millions. Zoals het goed is dat er evangelisten zijn die de Blijde Boodschap op een verstaanbare manier weten te verwoorden tegenover rand- en buitenkerkelijken, zo is het ook goed er organisten zijn die toegankelijke muziek maken om mensen enthousiast te krijgen voor het orgel. Maar: zoals je moet constateren dat er kerkmensen zijn die de gewone diensten verzuimen en liever naar de evangelist gaan omdat het daar “gezelliger” is en omdat ze daar “leukere liedjes” zingen, zo zijn er ook orgelliefhebbers die nooit meer Vierne, Bach of Van Noordt horen. Dat was jaren geleden toch anders: Asma bereikte óók een groot publiek, maar speelde die serieuze orgelmuziek wél!
Kijken we ten slotte nog even naar de diverse orgelfora op internet, dan lijkt het allemaal wat stil, wat gezapig. Ook dàt is wel eens anders geweest. Maar is het erg? Toen de mailinglist [organist] van start ging – wat lijkt dat al lang geleden! –, was het primair te doen om de uitwisseling van informatie, niét om de discussie. De informatiestroom is nu bij www.orgelnieuws.nl in goede handen. Dat de discussiestormen zijn geluwd, vind ik eerlijk gezegd niet zo’n ramp. We hebben elkaar veel te hard nodig in deze tijd! En het kan ook geen kwaad om nu en dan een beetje te relativeren. Tot op zekere hoogte geldt voor organisten immers hetzelfde als voor de veerman van drs. P:
”Wij zien hier voor ons oog een onverbiddelijke wet
Want ik als ik niet de veerman was, dan was een ander het”.
© 2005 orgelnieuws.nl