Vlak voor een orgelreis naar Londen besloot ik bij de bibliotheek wat cd’s te lenen om mij op deze reis muzikaal voor te bereiden. Er zat een cd tussen met een Evensong vanuit King’s College Cambridge. Als Postlude werd Howells’ Psalm Prelude Set 1 No. 1 gespeeld. Het werd mijn eerste ervaring met deze bijzondere componist.
Heimelijk hoopte ik dat we die Psalm Prelude in Londen zouden horen en die wens ging in vervulling. In – nota bene ! – St. Paul’s werd dit werk voor de dienst gespeeld. Bij het aanzwellen van de orgelklanken wandelde het koor de kerk binnen en dacht ik, nogal onder de indruk: ‘Die muziek is precies voor een gelegenheid als deze geschreven!’
In Cambridge kocht ik ‘Christopher Dearnly plays Howells’ vanuit St. Paul’s (op het label Hyperion).
Tot op de dag van vandaag een top-tien-cd in mijn discotheek.
Bij het beluisteren van deze dubbelaar door Andrew Senn moest ik daarom direct denken aan de woorden van Gerben Mourik in diens recensie van de Widor-cd door Joseph Nolan: Hoe lastig is het om bepaalde uitvoeringen ‘uit het geheugen te verdringen’ bij het beluisteren van een andere cd met dezelfde muziek.
Heel bescheiden werd op de achterzijde van deze cd’s ‘Volume 1’ geschreven en zouden we er vanuit kunnen gaan dat Senn aan deze cd’s een vervolg gaat geven. Het label Priory kwam ook met een complete Howells en in ons eigen land heeft Tjeerd van der Ploeg enkele cd’s aan deze componist gewijd.
De muziek van Howells is door en door Brits, maar sowieso herken je direct de handtekening onder zijn composities. Binnen het oeuvre van mannen als Stanford, Elgar, Vaughan Williams en Thalben-Ball neemt Howells een geheel eigen plek in. Zijn harmonisaties en klankkleuren herken je na een paar maten. Zeer regelmatig roepen zijn composities iets op van een symfonische improvisatie waarin Howells vanuit een bijna aarzelend pianissimo toewerkt naar een climax, om uiteindelijk weer terug te keren naar de rust van het begin.
De afbeeldingen die ik van Howells ken tonen een gentleman die zich niet tot grote uitspattingen laat verleiden. In ‘The music of Herbert Howells’ (Phillip Cooke en David Maw) wordt dit beeld door John Rutter in het voorwoord bevestigd: Een elegante man, die er op hoge leeftijd nog goed en immer verzorgd uitzag. Die stijl en die beheersing komen terug in zijn muziek.
Zeker, Howells wil ook wel eens flink uitpakken, maar op de een of andere manier houd je het gevoel dat dit ‘zijn ding’ niet is.
Zo moest ik op deze dubbel-cd, bij het ‘Allegro assai’ uit de 2e Sonate, denken aan een snookertafel waarop de eerste speler met de witte bal alle rode, in een driehoek geplaatste, ballen uiteen doet spatten over het laken. Alles rolt naar onverwachte richtingen en ballen schieten na een botsing met andere ballen, of de banden van de tafel, opnieuw in een verrassende richtingen. Als luisteraar is het soms knap lastig om in die wirwar van noten en motieven iets van een systeem of idee te ontdekken, maar luisteren blijf je!
Senn laat in het booklet helaas niet weten waarom hij zo graag deze muziek (compleet) wilde opnemen, maar dat hij affiniteit met dit genre heeft staat buiten kijf. In spel en registratie wil hij de luisteraar meenemen in de betoverende wereld van deze poëet op de orgelbank. En in zijn programmakeuze voor deze twee schijven komen veel aspecten van Howells aan bod.
Zou het bij deze dubbel-cd blijven, dan heeft Senn de orgelcomponist Howells van veel kanten belicht, inclusief werken die oorspronkelijk niet voor orgel zijn geschreven, werken die pas na de dood van Howells in 1983 werden gepubliceerd én zijn laatste orgelwerk ‘Saint Louis comes to Clifton’ dat eindigt met één lange noot die lijkt te zeggen: ‘Het is goed, zo.’
Ja, Senn voelt Howells uitstekend aan. Zo raakt Senn in het ‘Quasi lento: Teneramente’ een gevoelige snaar en probeert hij met ongebruikelijke registraties bepaalde werken op zijn geheel eigen wijze te belichten. In het ‘Chorale’ uit de Six Short Pieces moet Senn teruggedacht hebben aan zijn studententijd waarin hij assistent was op het beroemde Wannamaker-orgel in Philadelphia.
In de derde uit de eerste set Psalm Preludes gebruikt Senn bij de kenmerkende pedaalstoten aan het begin, die het ‘wandelen in een dal van de schaduwen des doods’ verbeelden, de ‘chimes’ die als ware doodsklokken dit aangrijpende werk inluiden.
Het orgel van The First Presbyterian Church in Philadelphia mag van Amerikaanse snit zijn, het heeft genoeg Engelse karaktertrekken om geschikt te zijn voor deze muziek. Senn maakte overigens zelf de prima opnames van deze cd, net zoals Wayne Marshall deed met de cd die ik in oktober van commentaar mocht voorzien.
Er rest één maar: de ruimte! Natuurlijk wordt de toehoorder met de opname van Dearnley uit St. Paul’s enorm verwend met een flinke dosis nagalm, maar – zoals zo vaak in Amerikaanse kerken – deze kerk in Philadelphia is qua akoestiek zo dood als een pier. En – ondanks prima muzikaal spel en goed uitgekiende registraties – is dat een groot gemis bij deze twee schijven.
De muziek van Howells heeft ruimte nodig en die krijgt ze hier niet. Misschien is het juist daarom dat die soms over elkaar buitelende noten me gingen tegenstaan bij het beluisteren van deze verder fraaie cd. Alsof Howells die uiteenspattende klanken als kleuren wil mengen in de ruimte van een kathedraal, terwijl het nu allemaal verschillende snookerballen op een groen laken blijven.
Senn mag zijn keu van harte gaan krijten voor de volgende wedstrijd: Volume II mag van mij komen, maar dan graag in een ruimte opgenomen waar zijn kunnen en de unieke en kleurrijke muziek van Howells beter uit de verf komen.
Herbert Howells The Complete Organ Works, Volume 1
Andrew Senn at the organ of The First Presbyterian Church, Philadelphia
CD1: Sonata No.2; Six Pieces (Preludium ‘Sine Nomine’; Saraband for the Morning of Easter; Master Tallis’s Testament; Fugue, Chorale and Epiloguq; Saraband in Modo Elegiaco; Paean); Rhapsody No. 4 ‘Bene Psallite in Vociferatione’
CD2: Psalm Preludes Set 1: No. 1 Psalm 34:6, No. 2 Psalm 37:11, No. 3 Psalm 23:4; Six Short Pieces, ed. Robin Wells (Tranquillo ma con moto ; Allegro scherzando; Aria; Allegro impetuoso; Chorale; Quasi lento: Teneramente); Tw Slow Airs, ed. Robin Wells (Slow Air; Lento, assai espressivo); Siciliano for a High Ceremony; Three Pieces, ed. Robin Wells (Intrada No. 2; Flourish for a Bidding; Saint Louis Comes to Clifton)
Label: eigen productie Andrew Senn
Nummer: –
Speelduur: 77’10 + 74’11
Booklet: 13 pagina’s (EN)
Prijs: $ 30,00
Bestellen: www.andrewsenn.com