Op vrijdag 15 juni wordt het Timpe-orgel in de Nieuwe Kerk te Groningen officieel weer in gebruik genomen. De afgelopen jaren is het instrument in twee fasen hersteld door Mense Ruiter Orgelmakers.
In 2008-2011 werden vooral orgelbouwtechnische werkzaamheden uitgevoerd en is de orgelkast hersteld en herschilderd, vanaf 2015 vonden restauratie en klankherstel van het pijpwerk plaats.
Heringebruikneming
Om 16.00 uur wordt het instrument weer ‘teruggegeven’ aan de Protestantse Gemeente Groningen. Het wordt dan bespeeld door Wim Diepenhorst en Peter van Dijk, die respectievelijk namens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en als orgeladviseur bij de tweede fase betrokken waren.
Vanaf 18.00 tot 23.00 uur is er vervolgens een orgelmarathon met Groninger organisten, waaronder de beide organisten van de Nieuwe Kerk, Jelte Hulzebos en Stef Tuinstra.
In de pauzes is er gelegenheid om de inwendige mens te versterken en aan het eind ook de mogelijkheid om bij het orgel te kijken.
Timpe
De in 1664 voltooide Nieuwe- of Noorderkerk te Groningen bleef de eerste anderhalve eeuw van haar bestaan orgelloos. Mede dankzij een aanzienlijk legaat kon in 1828 aan Petrus van Oeckelen de opdracht worden gegeven tot het maken van een frontontwerp en een bestek, met overleg van den Heer S.W. Trip.
Petrus van Oeckelen (1792-1878) was op dat moment actief als Organist, Klokkenist, Orgel- en Fortepianomaker en speelde een belangrijke rol in het Groninger muziekleven. Daar was hij bevriend geraakt met de jurist Jonkheer Mr. Samuel Wolther Trip (1804-1886), een veelgeprezen amateur-organist en -dirigent. De bouw van het orgel werd in 1829 opgedragen aan de orgelmaker Johannes Wilhelmus Timpe (1770-1837), onder opzicht van Van Oeckelen en Trip.
Timpe’s opus magnum werd in alle delen goedgekeurd op 3 mei 1831. De keurmeesters concludeerden dat dit uitmuntend Orgel … zeker gerangschikt mag worden onder de voortreffelijkste van Nederland.
Wijzigingen
In 1832 (Timpe), 1840 en 1848 (beide Van Oeckelen) werden kleine wijzigingen uitgevoerd. Vanaf 1893 had de firma Doornbos het orgel in onderhoud. Vanwege aantasting van de voetspitsen werd in 1912/13 een substantieel deel van het labiaalpijpwerk in de discant vernieuwd. In de jaren 1931-1942 voerde Doornbos nog diverse wijzigingen uit.
Verval
Bij de kerkestauratie van 1952/53 werd het orgel helaas slechts provisorisch afgedekt. Dit had zeer nadelige gevolgen voor het technisch functioneren van het instrument. Het raakte vervolgens steeds verder in verval en was in de jaren 1960 nauwelijks meer bespeelbaar.
Restauratie
Al in 1960 had Cor Edskes een uitgebreid en goed gedocumenteerd rapport over het orgel opgesteld, maar cantor-organist Evert Westra moest nog tot 1976 wachten voordat een restauratie, door Leeflang Orgelbouw te Apeldoorn, daadwerkelijk een aanvang nam.
Bij deze restauratie werd de situatie-1831 voor een belangrijk deel gereconstrueerd. Zo werd alle Doornbos-pijpwerk vervangen. Wel werden de bestaande windvoorziening (magazijnbalg uit 1912) en enkele Van Oeckelen-wijzigingen gehandhaafd.
Marcussen
Bij de ingebruikneming in 1980 waren de tongwerken nog niet hersteld cq gereconstrueerd. Die werkzaamheden zijn in 1989 uitgevoerd door de orgelmaker Marcussen (Aabenraa, Denemarken). De orgelkast werd in 1976-80 waar nodig hersteld.
Twee fasen
Sedert 1980 is de kennis en ervaring met betrekking tot ons 19e-eeuwse orgelbezit sterk toegenomen. Toen rond 2005 groot onderhoud noodzakelijk bleek, kon tevens de als onbevredigend ervaren situatie 1980/1989 worden herzien. Dit in twee fasen verdeelde herstel is respectievelijk in de jaren 2008-2011 en 2015-2018 uitgevoerd door Mense Ruiter Orgelmakers.
In het rijke Groninger orgelbezit neemt het Timpe-orgel nu weer een volwaardige, geheel eigen plaats in.
Dispositie
Hoofdwerk C-f3
Prestant 16
Bourdon 16
Octaaf 8
Holpijp 8
Baarpijp 8
Quintadena 8
Octaaf 4
Speelfluit 4
Quintfluit 3
Octaaf 2’
Mixtuur IV-VI bas/discant
Fagot 16
Trompet 8
Rugpositief C-f3
Bourdon 16
Prestant 8
Holpijp 8
Roerfluit 8
Octaaf 4
Fluit 4
Octaaf 2
Mixtuur III-IV
Trompet 8
Oboe 8
Bovenwerk C-f3
Prestant 8
Holfluit 8
Fluit-travers 8
Viola di Gamba 8
Octaaf 4
Fluit 4
Woudfluit 2
Flageolet 1
Carillon III – af c1
Vox-humana 8
Pedaal C-d1
Prestant 16
Subbas 16 – open
Octaaf 8
Holpijp 8
Octaaf 4
Nachthoorn 4
Bazuin 16
Trompet 8
Trompet 4
Werktuiglijke registers
Koppeling Hoofdwerk – Bovenwerk
Koppeling Rugpositief – Hoofdwerk
Koppeling Pedaal – Rugpositief
Koppeling Pedaal – Hoofdwerk
Tremulant Rugpositief
Tremulant Bovenwerk
Stemtoonhoogte: a1 = 440 Hz
Stemming: evenredig zwevend
© 2018 fotografie Stef Tuinstra