Het Orgel 2005/5 is na het themanummer over Jean-Baptiste de Pauw weer een ‘gewoon’ nummer, met onder meer een artikel van Kees Weggelaar over de onterecht onbekende componist Piet Groenendijk, die inmiddels een ruim oeuvre met toegankelijke, maar niettemin eigentijdse orgelmuziek heeft gerealiseerd.
Verder aandacht voor de deplorabele staat van veel historische orgels in de Lutherse Kerk in Hongarije. De Hongaarse treintechnicus Gyula Kormos ging samen met Het Orgel-redacteur Geert Jan Pottjewijd op inventarisatiepad en schreef een uitgebreid achtergrondverhaal, geïllustreerd met een groot aantal foto’s – waarvan de meeste tamelijk schrikwekkend zijn.
Jan R. Luth, redacteur Kerkmuziek van Het Orgel, presenteert in het actuele nummer een eerste deel van een fors artikel over hoe Duitse auteurs als Türk en Anthes over orgelspel in de eredienst dachten. Luth illustreert zijn betoog onder meer met een paar voorbeelden waarmee deze auteurs lieten zien hoe het volgens hen niet moet…
Het Orgel 2005/5 wijdt ditmaal een fors aantal bladzijden aan besprekingen van nieuw verschenen boeken. Onder meer van het boek dat naar aanleiding van de restauratie van het Schnitger/Hinsz-orgel in Uithuizen is verschenen, waarbij wordt opgemerkt dat het merkwaardig is dat van de discussie die naar aanleiding van de stemming van dit instrument in Het Orgel is gevoerd, in dit boek niets terug te vinden is.
Aart de Kort staat inmiddels bekend om de speelse manier waarop hij de rubriek ‘De Achterplaat’ vult. Ditmaal is zijn tekst haast te lezen als een verkapte advertentie: wie nog een groot kathedraalorgel nodig heeft, moet volgens hem nodig naar Worcester afreizen.