Komende zaterdag gaat het Orgelpark in Amsterdam open. Het moet een plek worden waar een niet-kerkelijk publiek orgelmuziek leert waarderen. Organisten en componisten krijgen er de gelegenheid zich te ontwikkelen.
‘Ik wil een nieuwe groep mensen voor het orgel interesseren. Het instrument is me te veel omklemd in een kerkelijke omgeving. Dat mag, maar daardoor kunnen veel mensen het orgel niet los zien van zijn kerkelijke context. Daar wil ik het juist uithalen, want het orgel heeft zoveel te bieden.’ Aan het woord is Loek Dijkman, initiatiefnemer en voorzitter van het Orgelpark in Amsterdam. In het park, dat komende zaterdag door burgemeester Cohen van Amsterdam officieel wordt geopend, staan behalve twee vleugels, een harmonium en een kistorgel ook drie pijporgels.
Dijkman liep al lang met het plan rond een concertzaal op te zetten waar orgels uit verschillende stijlperioden een plek zouden krijgen. De concertzaal zou dan een plek moeten worden waar vakorganisten en componisten de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen. Daarnaast moest er plek zijn voor concerten, veel concerten. ‘We streven naar 120 concerten per jaar. De orgels zijn dan op allerlei manieren te horen, gericht op verschillende doelgroepen: orgel en ballet, een concert waarbij mensen zelf kunnen dansen op orgelmuziek, orgel en jazz, orgel en improvisatie en natuurlijk ‘gewone’ orgelconcerten.’ Verder kunnen koren en zangsolisten optreden en komen er tentoonstellingen en symposia in het Orgelpark.
Het orgel moet uit de kerkelijke omklemming, en dan zit het nieuwe Orgelpark uitgerekend in een voormalige hervormde kerk aan de rand van het Vondelpark in Amsterdam. ‘Dat we in een kerk zitten is toeval. Mijn eerste plan was het bouwen van een nieuwe concertzaal als onderkomen voor de orgels. We hebben ook nog de ‘kathedraal’ van Radio Kootwijk op het oog gehad. Stadsherstel raadde me in 2003 aan in de Parkkerk te gaan kijken. Dat ben ik gaan doen. Ik was nog nooit in zo’n protestantse kerk geweest als deze. Het was al een theater, met drie galerijen rondom een preekstoel.’
De Parkkerk, die al jaren niet meer voor erediensten werd gebruikt, was in zeer slechte staat. In de kelder had een IT-bedrijf gezeten en een dansgroep gebruikte de kerkzaal als oefenruimte. Het gebouw is grondig gerestaureerd. De van oorsprong witte muren zijn bont beschilderd in theaterkleuren. Kerkbanken hebben plaatsgemaakt voor luxe stoelen. Orgelmaker Elbertse uit Soest heeft het aanwezige Sauer-orgel uit 1922, met groenrode frontpijpen, gerestaureerd. Dijkman ervaart het als een geschenk dat juist dat orgel nog in de kerk stond. De speeltafel van het orgel staat sinds de restauratie op de preekstoel. ‘We wilden ook een orgel waarop barokmuziek kon worden gespeeld. Een van de adviseurs tipte dat het Van Leeuwen-orgel van de Adventkerk in Loosduinen te koop was.’ Dat orgel staat nu op een van de galerijen. Recht eronder staat een vroeg 20e-eeuws Molzer-salonorgel, afkomstig uit Wenen. Over twee jaar verrijst op de galerij tegenover de preekstoel een groot drieklaviers orgel, dat bij uitstek geschikt is voor het uitvoeren van muziek uit de Franse romantiek. Orgelmaker Verschueren uit het Limburgse Heythuysen gaat het bouwen.
Het Orgelpark heeft drie mensen in dienst. Johan Luijmes is artistiek leider, Hans Fidom is als musicoloog en redacteur van tijdschrift Timbres. Dat blad – het eerste nummer was al 150 pagina’s dik – is het huisorgaan van het Orgelpark. Facility manager is Sonja Duimel. Zij regelt alle praktische zaken die met de uitvoering van concerten te maken hebben. Verder zijn er nog twee mensen in full-time dienstverband en acht mensen die op de avonden werken.
Initiatiefnemer Dijkman financiert stichting het Orgelpark via zijn stichting Utopa. Die laatste stichting heeft geld afkomstig uit het dividend van de vroegere bedrijven van Dijkman. Utopa is eigenaar-aandeelhouder van het Orgelpark. ‘Voorlopig zal het Orgelpark wel geen geld opleveren, want een nieuw publiek opbouwen, kost tijd. Het orgel heeft nog steeds een slechte naam, ook bij jongeren die het orgel niet kennen. In de zaal is ruimte voor ongeveer vijfhonderd mensen, maar die aantallen halen we de komende tijd niet, verwacht ik. We hopen daarom dat mensen ons steunen en ‘GastVriend’ worden. Geef ons tien jaar de tijd om onze nieuwe doelgroep te vinden.’
Het Orgelpark staat aan de Gerard Brandtstraat in Amsterdam. Zie ook www.orgelpark.nl
De Parkkerk werd in 1914 gebouwd als gereformeerde kerk. In 1915 werd Johannes Gerardus Geelkerken (1879-1960) er predikant. Hij kwam in conflict met zijn kerkverband omdat hij betwijfelde of de slang in het paradijs werkelijk gesproken had. De synode van Assen in 1926 schorste hem. De gemeente van de Parkkerk en een aantal kerken in het land bleven hem trouw en vormden de Gereformeerde Kerken in Hersteld Verband. In 1946 ging het Hersteld Verband op in de Nederlandse Hervormde kerk. Om de herinnering aan die gebeurtenissen levend te houden, heeft het Orgelpark de leuningen van de trappen naar het souterrain van de kerk als slangen uitgevoerd. Beeldhouwster Lia van Vugt uit Amsterdam ontwierp de slangen, die in Athene zijn gegoten.
De Parkkerk in Amsterdam is omgebouwd tot een theater voor de orgelliefhebber. Het nieuwe orgelpark herbergt diverse orgels en poogt om ‘het orgel uit de omklemming van de kerkelijke omgeving te halen’. Zo wordt orgelmuziek bereikbaar en toegangkelijk voor breed publiek. [PETER SNEEP]
[Bron: Nederlands Daglad.]