Hybride-orgel alternatief voor echte pijpen?

Een slimme combinatie van orgelpijpen en elektronica maakt kostbare verbeteringen aan bestaande orgels weer betaalbaar. De hervormde gemeente van Tollebeek nam onlangs een ”hybride”-orgel in gebruik en claimt hiermee voor Nederland een primeur te hebben. Daar is niet iedereen het mee eens.

Text Example

advertentie



Het Van Vulpen-orgeltje hield de gemeentezang in Tollebeek (Noordoostpolder) jarenlang met verve gaande. Maar het was met één klavier en aangehangen pedaal wel wat beperkt. Vooral het feit dat het pedaal geen eigen stemmen bezat, ervoeren de organisten als gemis. Uitbreiding met een Subbas 16’ zou alsnog de nodige draagkracht aan het orgel geven. Maar de kosten bleken te hoog. De bouwer deed een offerte van 26.000 euro. Daardoor bleef het voor de gemeente bij plannen.

De Staphorster orgelhandelaar Loonstra had voor dit probleem een niet onaantrekkelijke oplossing. Voor ongeveer een derde van de prijs van de offerte van de bouwer kon hij het pijporgeltje niet alleen de nodige draagkracht geven, maar ook nog uitbreiden met een tweede klavier waarop een handvol extra registers beschikbaar kwam. Loonstra: „We praten hier over een ”hybride” oplossing. Daarbij gebruik je twee totaal verschillende systemen om hetzelfde doel bereiken. In dit geval werken de originele stemmen van het pijporgel en de originele stemmen van een stemmenbank samen.”

Verbluffend

Begin dit jaar kregen de orgelpijpjes ondersteuning van de gesampelde orgeltonen uit de Allen Ensemble expander. Een expander is een uitbreidingsdoos voor elektronische orgels die een aantal gesampelde registers bevat -een stemmenbank- die via een aansluiting op een bestaand orgel tot klinken worden gebracht. Uiterlijk onderging het instrument nauwelijks wijzigingen. Slechts een zwart kastje met witte druktoetsjes en een groen oplichtend display verraden de toevoeging van de digitale elektronica. Twee luidsprekerboxen zijn onzichtbaar opgesteld achter het pijpenfront.

Loonstra: „Het geheel mengt uitstekend met de stemmen van het pijporgel. Het resultaat is verbluffend en indrukwekkend. Zelfs kenners zullen het zeer moeilijk krijgen om de stemmen nog te analyseren.” Dit laatste valt nog te bezien, hoewel een eerste kennismaking met het hybride-orgel, opgesteld in een akoestisch goed klinkende kerkzaal, wel een goede versmelting van pijp- en luidsprekerklanken laat horen. De draagkracht lijkt nu zeker voldoende voor de begeleiding van de gemeentezang. Organist Piet Wiersma speelt in Bachs bekende trio over ”Wachet auf, ruft uns die Stimme” de melodie met een gesamplede Trompet, die -op het eerste gehoor- authentiek overkomt.

Heeft Tollebeek de primeur? Jan Noordzij, organist van de Grote Kerk van Noordeloos, zal dit zeker ontkennen. Ook hij miste aan zijn Van Puffelen-orgel uit 1873 diepe pedaalstemmen om het orgel een grootse klank te geven. Noordzij: „Het was eigenlijk een orgel met maar één been.” In samenwerking met Elpro, fabrikant van de Content-orgels, bouwde hij al in 2002 een pedaalexpander in het oude orgel, genoeg voor zeven extra pedaalstemmen. Daaronder was ook een Violon 32’, met een volgens de organist mooie diepe en zware ondertoon. Noordzij kwalificeert zijn toevoeging als een muzikaal kunstbeen, dat bedrieglijk echte tonen voortbrengt.

Een ander voorbeeld is het hybride Bach-orgel dat al vanaf 2002 in de concertzaal van Johannus Orgelbouw in Ede klinkt. En niet te vergeten de huispijporgeltjes die te klein zijn om de grote pijpen van zestienvoetspedaalregisters te herbergen, of het zou een Sourdon 16’ moeten zijn, een tongwerk dat een wat onbestemd knorrend geluid voortbrengt. Soms bouwden de eigenaars er dan liever een elektronisch basregister bij.

In de Amerikaanse orgelwereld zijn hybride-orgels echter allang gemeengoed. In de zeventiger jaren pionierde de Allen Organ Company al met het toevoegen van pijpenstemmen aan zijn elektronische orgels. De fabrikant werkte daarvoor samen met Rufatti, de grootste Italiaanse pijporgelbouwer. Zeker in die tijd, met een nog behoorlijk steriele klank van het elektronische orgel, was een aanvulling met ’levende’ pijpklanken geen overbodige luxe.

Inmiddels heeft het Amerikaanse Rodgers wereldwijd meer dan 3300 veelal hybride-orgels geïnstalleerd. Ook op de Frankfurter Musikmesse duiken al tientallen jaren mengvormen van pijp en elektronica op. Dit jaar toonde Rodgers daar een fraai ogende uitbreidingsset met 61 pijpen die voor elk elektronisch orgel beschikbaar is.

Acceptatie

Vormen de hybriden de laatste overgangsfase naar de culturele acceptatie van het elektronische orgel dat, volgens directeur Van der Weerd van Johannus, het traditionele pijporgel inmiddels al heeft „geëvenaard”? Er zullen ongetwijfeld organisten zijn die al watertanden bij de suggestie van Loonstra om aan hun orgel heel bijzondere registers toe te voegen zoals een ronkende Bazuin 32’ of een mystieke Violon 32’, twee voorbeelden van de in totaal 254 stemmen die in de Allen-box klaarstaan voor gebruik.

Frank Lacino, schrijver van het boek ”The Sound of Music, Electronics versus Pipes” denkt daar toch wel iets anders over: „We moeten ons realiseren dat, net als het leven van een menselijk wezen, de klank van een levend muziekinstrument erg moeilijk is te kopiëren.”

met toestemming overgenomen uit het RD

© 2006 Wim Eradus

© 2006 fotografie Wim Eradus