Was er in de vorige aflevering van de Improvisatiecursus voor organisten aandacht voor protestantse avondmaalsmuziek. Dit keer kom het improviseren tijden de Heilige Communie aan bod (ook leerzaam voor protestanten!).
Notenvoorbeelden zijn ook bij dit deel overbodig.
Ik behandel hier het improviseren tijdens de Heilige Communie. Afhankelijk van het type gemeente waar je speelt kun je deze manier van improviseren ook in protestantse erediensten gebruiken. Uiteraard is er verwantschap met de avondmaalsmuziek over Psalm 84 die we in deel 14 hebben behandeld.
Als thema voor de communiemuziek gebruik ik een mooie melodie van Antoine Oomen; hij schreef die bij de tekst ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’ van Huub Oosterhuis. In Liedboek 2013 is dat lied 601. Je vindt hem ook bij lied 91a, een fraai geschreven psalmlied bij Psalm 91 van de hand van Jan Duin. Dezelfde melodie is het thema van de openingsimprovisatie in deze aflevering. De slotimprovisatie gaat over ‘Wij moeten Gode zingen’, van Willem Vogel. Liedboek 713 in het Liedboek 2013.
Ik gebruik de pentatonische toonladder, een ladder van vijf tonen waarin geen halve afstanden voor komen. Je kunt hem spelen op de zwarte toetsen van het klavier en dan transponeren. Er zijn twee vormen: de eerste is cis, dis, fis, gis, ais. De tweede begint op fis. Transponeer deze ladder naar andere tonen.
De pentatonische ladder heeft bijgedragen aan het tot stand komen van de kerktoonsoorten. Vandaar dat hij goed bruikbaar is bij het improviseren over Gregoriaans of Geneefse Psalmen, die immers gebruik maken van kerktoonsoorten.