In deze achtste aflevering van de Improvisatiecursus voor organisten laten we ons inspireren door klank. Hoe kan je improviseren op een specifieke registratie.
Een improvisatie op strijkers heeft een andere beweging en een ander affect dan een improvisatie op tongwerken.
De muziek van achttiende-eeuwse Engelse componisten als John Stanley biedt voorbeelden te over.
Cornet, Trumpet, Vox Humana, Flutes en Diapasons, ze krijgen alle het volle pond in de hun toegedachte stukken. Hetzelfde zie je in muziek van Franse componisten als Couperin, De Grigny, Clérambault, Daquin en Dandrieu.
Volgende week komt in aflevering 9 de hexatonische toonladder opnieuw ter sprake. (Wie de notenvoorbeelden in aflevering 7 heeft gemist: ze zijn inmiddels beschikbaar). De registerimprovisaties krijgen dan een vervolg met behandeling van zogenaamde hoornquinten.
Analyseer en speel alvast het tweede deel van Voluntary in F major, opus 7 nr. 6 van John Stanley.