Een integrale opname van l’Orgue Mystique van Tournemire. Over de vraag of ik die wilde bespreken hoefde ik als bewonderaar van deze componist niet lang na te denken. Wat een buitenkans! Maar toen ik alle veertien cd’s had gedownload drong zich meteen de vraag op: hoe kun je de prestatie van zowel de componist als zijn vertolker ooit rechtdoen?
Laat ik meteen bekennen dat ik vier van de veertien cd’s nog niet beluisterd heb. De enige reden waarom ik het toch aandurf deze recensie te schrijven is dat ik zo enthousiast ben over wat ik gehoord heb, dat ik geen reden heb om aan te nemen dat de delen 7, 9, 11 en 12 me alsnog teleur zullen stellen. Het is inmiddels bijna drie maanden geleden dat Orgelnieuws.nl deze megaproductie aankondigde en ik wilde de lezers niet nog langer laten wachten.
Maar waar begin je dan? Ik start maar met de orgels die Sandro R. Müller heeft uitgekozen voor zijn vertolkingen. Het zijn vrijwel allemaal moderne Duitse instrumenten. Met uitzondering van het Seifert-orgel uit Bottrop-Eigen, gebouwd is in 1929. Müller heeft zijn opnames daar gemaakt vóór het in 2006 werd uitgebreid met een vierde klavier. Op papier lijkt dit orgel geschikter voor Tournemire dan het neobarokke instrument van Alexander Schuke in Elberfeld (1968), waarvan Müller de vaste bespeler is. Al was het alleen omdat dit orgel geen zwelwerk met zwevende stemmen heeft. Merkwaardig genoeg klinkt Tournemire echter verbluffend goed op dit verhoudingsgewijs kleine instrument. Müller moet daarvoor wel wat kunstgrepen toepassen, zoals het gebruik van Vox Humana met tremulant om een Franse sfeer te scheppen. Toch slaagt hij daar wonderwel in. De enige kanttekening die ik erbij wil maken is dat deze registratie noodgedwongen wat te vaak voorbij komt op de eerste beide cd’s. Als je echter met de downloads van Cybele.de je eigen cd samenstelt, zou ik er zeker voor kiezen om een Office uit Elberfeld mee te nemen.
Dan het spel van Sandro R. Müller. Het ligt voor de hand om te gaan vergelijken met de opnames die Tjeerd van der Ploeg gemaakt heeft (waarvan helaas nog maar vijf delen verschenen zijn). Dan hebben beide vertolkingen hun voors en tegens. Het spel van Müller straalt wat meer rust uit. Bij Van der Ploeg komt de onderhuidse spanning van Tournemires muziek wat beter tot haar recht. Dat laatste is wat mij betreft vooral het geval als ik Müller in Bottrop-Eigen en Van der Ploeg in Douai achter elkaar beluister. Vergeleken met Van der Ploeg klinkt Müllers uitvoering van Alleluia No.1 voor de vijfde zondag na Pinksteren wat braaf. Maar daar is ook het elektro-pneumatische instrument van Seifert in Bottrop-Eigen debet aan. Dat mist de felheid die de instrumenten van Schuke, Rieger en Jann wel hebben. Op die orgels klinkt het volle werk echter ook wat minder rauw en wat meer onderkoeld dan op het Mutin-orgel uit Douai en dat doet de mystiek van Tournemire goed.
De agressieve kanten van Tournemires klankwereld kan sommige luisteraars wat afschrikken. Met name de grote postludia klinken soms ongenaakbaar, alsof ze uit basalt gehouwen zijn. Het mag bekend zijn dat Messiaen een groot bewonderaar van Tournemire was. In de over het algemeen korte delen die Tournemire geschreven heeft bij offertorium, elevatie en communie lijkt hij inderdaad al vooruit te wijzen naar het idioom dat we van Messiaen kennen. Maar in zijn Pièces Terminales komt er bij Tournemire soms geen wierook, maar lava uit de orgelpijpen. Adembenemend, verbijsterend en soms ook onthutsend. Die sfeer weet Müller niet minder goed te treffen dan Van der Ploeg. Soms hebben zijn vertolkingen een nog grotere grandeur, als hij erin slaagt zo’n lang slotdeel onder één grote spanningsboog te zetten.
Het hoeft niet te verbazen dat het oeuvre van Tournemire bij het concertpubliek onbekend gebleven is. L’Orgue mystique is ook niet geschreven voor de concertzaal, maar voor de Tridentijnse misliturgie. Haal je de vijf delen waaruit een Office van Tournemire bestaat uit hun liturgische setting en voer je ze achter elkaar uit alsof ze een symphonie vormen, dan ontstaat er een nogal onevenwichtig geheel. Je zou eigenlijk de delen van zo’n Office over een concertprogramma moeten spreiden om ze enigszins tot hun recht te laten komen. Als organisten Tournemire al in hun concertprogramma’s opnemen, beperken ze zich veelal tot een postludium uit L’Orgue mystique. Maar welk postludium? Er zijn er eenenvijftig! Je kiest dan toch vaak voor een postludium dat je een ander hebt horen uitvoeren. Met als gevolg dat het overgrote deel van L’Orgue Mystique nooit tot klinken komen. Ik ga er dan nog aan voorbij dat Tournemire ook in de rooms-katholieke eredienst niet meer terecht kan, sinds de afschaffing van de Tridentijnse misliturgie op het Tweede Vaticaans Concilie.
Voor een complete Tournemire op cd is geen markt. Daarom is het een uitkomst dat Cybele Records de mogelijkheid biedt om alle delen te downloaden. Praktisch heeft dat wel weer z’n nadelen. Mijn cd-spelers thuis en in de auto kunnen FLAC-bestanden nog niet lezen. Ik heb alle tracks dus eerst naar .wav geconverteerd, voor ik ze op een cd gebrand heb (die er niet uitziet). Maar als je niet meteen de behoefte voelt om een complete Tournemire aan te schaffen, kun je nu wel een mooie dwarsdoorsnee binnenhalen. Als ik een suggestie mag doen: de Offices no. 13 (voor zondag sexagesima), opgenomen in Elberfeld (Schuke 1968, II/27), 39 (voor de 13e zondag na Pinksteren), opgenomen in Kleve (Rieger 1992, III/45), 4 (voor de octaafzondag van Kerst), opgenomen in Zweibrücken (Rieger 1995, III/44), en 27 (voor Sacramentsdag), opgenomen in Waldsassen (Jann, V/103). Past precies op één cd. De postludia van deze selectie klinken zoals ze horen te klinken: grillig, bezonken, betoverend en adembenemend.
Kortom, als je Tournemire nauwelijks kent, maak dan nu eindelijk eens kennis ‘het mystieke orgel’ dat deze componist geschapen heeft. Zo spiritueel en zo eigenzinnig, dat moet je eens ondergaan. Grijp je kans nu de monumentale vertolkingen van Sandro R. Müller voor het downloaden liggen.
Charles Tournemire – l’Orgue Mystique – Volume 1-14
Offices Nr. 1-51 – Edition intégrale
Sandro R. Müller an verschiedene Orgeln
l’Orgue Mystique, 51 Offices de l’année liturgique inspirés du chant grégorien et librement paraphrasés (Opp. 55-57) (Tournemire)
- Vol. 1-2: Schuke-orgel (27/IIP, 1968) – Alte Reformierte Kirche, Wuppertal-Elberfeld
- Vol. 3-4: Rieger-orgel (58/IIIP, 1969/70) – Abtei Marienstatt, Marienstatt
- Vol. 5-6: Seifert/Weyland-orgel (42/IIIP, 1929/1933)- Liebfrauen-Kirche, Bottrop-Eigen
- Vol. 7-9: Rieger-orgel (45/IIIP, 1992) – Stiftskirche St. Mariä Himmelfahrt, Kleve
- Vol. 10-12: Rieger-orgel (44/IIIP, 1995) – Heilig-Kreuz-Kirche, Zweibrücken
- Vol. 13-14: Jann-orgel (103/VP, 1989) – Stiftsbasilika Waldsassen, Waldsassen
De cyclus is in de afgelopen twintig jaar deel voor deel op cd uitgebracht, de laatste delen ook als cd-on-demand. De complete editie is nu ook als download (zo’n 3.600 MB) verkrijgbaar in FLAC-formaat. Voor 9,90 euro extra worden de bestanden op USB-stick geleverd.
Label: Cybele Records
Nummer: Cybele 14CD 051401
Speelduur: 1.025’
Booklet: 240 pagina’s (pdf)
Prijs: € 189,90 (+ €9,90 op USB-stick)
Bestellen: Cybele Records