Italiaanse klankpracht met Nederlands tintje [RECENSIE]

Sommige producties krijgen van hun maatschappij een tweede leven. In veel gevallen kun je daar blij mee zijn, zo ook bij de hier te bespreken cd met muziek uit het Venetië van vierhonderd jaar geleden. Het gaat om een heruitgave van een in 2000 uitgebrachte, maar sinds enige tijd uitverkochte cd. Harmonia Mundi heeft de (uit 1998 daterende) opnamen ditmaal ondergebracht in de budgetserie musique d’abord.

Text Example

advertentie



Venetië was in de zestiende eeuw een belangrijk cultuurcentrum in Italië. In de eerste helft van de eeuw werkte de Vlaming Adriaan Willaert (ca. 1490-1562) als kapelmeester in de Basilica di San Marco. Deze enorme basiliek had de beschikking over twee tribunes, elk voorzien van een orgel. Willaert liet zich hierdoor inspireren en verdeelde de musici (zangers en instrumentalisten) in meerdere groepen of koren. Deze groepen werden tegenover elkaar geplaatst (cori spezzati) op de tribunes en konden zo op diverse manieren met elkaar ‘communiceren’.

De Venetiaanse concerterende stijl (stile concertato), statig én virtuoos van karakter, werd verder ontwikkeld door de opvolgers van Willaert: Andrea Gabrieli (1533-1585) en diens neef Giovanni Gabrieli (1553-1612). Die laatste bracht ontwikkeling in de dubbelkorigheid door niet alleen twee gelijkwaardige groepen tegenover elkaar te stellen, maar ook met andere contrasten te werken, zoals hoog-laag en klein-groot . Na de dood van zijn oom werd Giovanni Gabrieli de belangrijkste componist van sacrale muziek van de San Marco. Hij was verantwoordelijk voor het inzetten van extra zangers en instrumentalisten tijdens belangrijke feestdagen. Naast vocale muziek schreef Gabrieli ook zuiver instrumentale muziek, qua niveau gelijkwaardig aan de beste vocale muziek van die tijd.

De basisklank van zijn ensembles werd bepaald door trombones en zinken (een rechte of gebogen houten hoorn, ook wel cornetto genoemd). Deze instrumenten hadden een minder doordringende klank dan hun moderne tegenhangers en overstemden daardoor niet het ensemble. De twee orgels van de San Marco waren niet zo groot en hadden volgens bronnen mede door hun heldere en lieflijke klank een opmerkelijk ‘vocaal’ karakter. De ensembleklank was aldus een mengsel van een lieflijk orgeltimbre met de wat meer doordringende, maar nog steeds zangerige klank van violen, trombones en zinken. Kortom, instrumentale muziek met een vocaal karakter.

De instrumentale canzones en sonates op de hier besproken cd zijn afkomstig uit de Sacrae Symphoniae (1597) en de postume Canzoni e sonate (1615). Bruce Dickey, een van de muzikaal leiders van Concerto Palatino, geeft in het booklet aan dat er ondanks alle progressie die is gemaakt op het gebied van de interpretatie van deze muziek, één hinderlijk obstakel blijft bij pogingen deze muziek zo authentiek mogelijk uit te voeren: de orgels. De orgels van Gabrieli staan namelijk al lang niet meer in de San Marco.

In hun zoektocht naar geschikte alternatieven kwamen de musici uit in de Basilica di San Petronio in Bologna. Deze kerk heeft vergelijkbare afmetingen als de San Marco en heeft bovendien twee tegenover elkaar staande orgels die vrijwel overeenkomen met de verloren gegane Venetiaanse instrumenten. De orgels dateren respectievelijk uit 1475 en 1596 en werden succesvol gerestaureerd tussen 1974 en 1982. Deze twee instrumenten zijn op papier dus uitstekend geschikt voor de dubbelkorige muziek van Gabrieli en gelukkig wordt dat op deze cd ook volledig waargemaakt. Ruim 75 minuten lang een ongekende klankpracht van blazers, strijkers en orgels.

Natuurlijk onderga je de sensatie die deze muziek teweeg kan brengen eigenlijk pas ten volle als je er zelf ‘live’ bij aanwezig bent. Dat laat onverlet dat het de musici en de opnametechnici naar mijn idee uitstekend is gelukt iets van de sfeer weer te geven zoals die waarschijnlijk destijds in de San Marco geproefd kon worden. Reconstructie geslaagd, zou ik zeggen.

Het drietalige booklet bevat een beknopte inleiding op de gespeelde werken en een summiere beschrijving van de twee gebruikte orgels. Foto’s en specifieke gegevens ontbreken echter, evenals biografieën van de musici.

Concerto Palatino is een ensemble dat is gegroepeerd rond een vaste kern van twee cornettisten en drie trombonisten. Waar nodig worden die aangevuld door andere instrumenten. Voor deze cd levert dat een totaalbeeld op van vier cornettisten, zes trombonisten, twee violisten en twee organisten. Die laatste twee zorgen voor het Nederlandse aandeel. Het betreft landgenoten die al enkele decennia in het buitenland werkzaam zijn en hun sporen ruimschoots hebben verdiend in de ‘oude muziek’: Jan Willem Jansen en Liuwe Tamminga. Jansen is docent en organist in Toulouse, Tamminga is werkzaam in Bologna, waar hij een van de twee organisten is van de San Petronio. Op zijn website zijn gedetailleerde beschrijvingen en foto’s te vinden van de twee bespeelde orgels.

Wat mij betreft is het een goede zaak dat degenen die deze productie eerder hebben gemist of in de winkel tegen een ‘uitverkocht’ opliepen, op deze manier alsnog in de gelegenheid worden gesteld deze bijzonder fraaie productie aan hun collectie toe te voegen.

 


Giovanni Gabrieli (1553-1612)

Sonate e Canzoni ‘per concertar con l’organo’

Concerto Palatino | Jan Willem Jansen & Liuwe Tamminga (orgel)

Harmonia Mundi – HMA 1951688, TT 75’59; booklet 12 p. (FR/EN/DU), prijs ca. € 8,00

 

Meer informatie: