Kaat & Tijhuis-orgel ‘de Hofstad’ Apeldoorn [RECENSIE]

Text Example

advertentie



Kaat & Tijhuis-orgel ‘de Hofstad’ Apeldoorn

Animato Music Productions AMP 20081950

Speelduur 74:31

Booklet 16 pagina’s (alleen Nederlands)

Prijs € 17,50

Klik hier om dit artikel te bestellen

Vorig jaar zomer werd in het nieuwe kerkgebouw De Hofstad (PKN) in Apeldoorn een ‘nieuw’ orgel in gebruik genomen, vervaardigd door de firma Kaat & Tijhuis uit Kampen.

De Hofstadgemeente is een fusie van drie protestantse gemeenten in Apeldoorn-Zuid. Uit de orgels van twee van die drie gemeenten (Pauluskerk en Zuiderkerk, gebouwd door respectievelijk Koch, 1958 en G. van Leeuwen, 1932) werd een grote hoeveelheid pijpwerk gebruikt. Met dertig registers is dit het Opus Magnum van de Kamper firma, die vorig jaar ook nog eens haar vijfentwintigjarig jubileum vierde. Samen met adviseur Hans Kriek werd een concept uitgedacht dat aansluit bij de romantiek. Het hoofdwerk doet nog klassiek aan, maar het ruim bezette zwelwerk bevestigt de gekozen uitgangspunten, evenals het stevige pedaal.

Dick Sanderman, organist in Rijssen, presenteert het instrument met een bont programma. Zo te horen hoef je je op dit orgel beslist niet te beperken tot werken uit de romantiek. Het robuuste plenum heeft daarvoor genoeg helderheid, terwijl er vooral op het zwelwerk veel mooie soloregistraties te maken zijn. Op de cd wordt dat met een paar werken van Johann Sebastian Bach geïllustreerd. Sanderman opent met Psalm XVIII van Benedetto Marcello in de bewerking van Théodore Dubois. Als luisteraar word je direct overrompeld met het feestelijke tutti waarin de Cornet en de Bazuin van het pedaal een grote rol spelen. De Franse romantiek komt aan bod in twee werken uit de Dix Pièces van Théodore Salomé en in het Andante cantabile uit de vijfde symfonie van Charles-Marie Widor. In laatstgenoemd werk horen we de mooie Voix Céleste. Helaas ontbeert het hoofdwerk de in dit werk voorgeschreven Flûte Harmonique, een gemis dat de Roerfluit niet compenseert. De tongwerken komen uitgebreid aan bod in het Menuetto van Berthold Tours. Dat het orgel over fraai versmeltende grondstemmen beschikt valt waar te nemen in de Spring Song van Alfred Hollins en de geslaagde compositie over Psalm 4 van Sanderman zelf (merkwaardig genoeg ontbreekt dit werk in de toelichting). Dat de cd voor elk wat wils biedt, blijkt uit twee Nederlandse composities die elkaar in tijd ruim zestig jaar schelen, en stilistisch mijlenver uit elkaar liggen: Fantasie over Psalm 33 van Cornelis de Wolf en Psalm 150 van Toon Hagen. De degelijke compositie van De Wolf komt onder de handen van Sanderman beter tot z’n recht dan de dansante bewerking van Hagen, die mijns inziens om een nog meer swingende aanpak vraagt.

Het orgel klinkt verrassend flexibel, levendig en veelzijdig. Sanderman demonstreert deze kwaliteiten van het instrument overtuigend. Zijn programma, dat ook nog werken van Walton, William Lloyd Webber en de Belg Gabriël Verschraegen bevat, is zonder meer zeer afwisselend. Keerzijde is dat er weinig lijn in het programma zit. Dat neemt niet weg dat deze productie een uitstekend visitekaartje is van Kaat & Tijhuis. De opname van het orgel is fraai. Het stijlvol vormgegeven boekje bevat teksten over de geschiedenis van Kaat & Tijhuis, een uitgebreide toelichting op het programma, enige achtergronden van het instrument, een levensbeschrijving van Sanderman en (uiteraard) de dispositie. Bovendien wordt een en ander gelardeerd met prachtige foto’s van Gérard van Betlehem.

Een felicitatie aan de firma Kaat & Tijhuis is zeker op z’n plaats: proficiat! [ERIK VAN DER HEIJDEN]

© 2006 orgelnieuws.nl