Het nieuwste nummer van Kerk en Muziek (uitgave van de VOGG) is verschenen. Een greep uit de inhoud van dit november/decembernummer:
• Musicoloog Simon Groot vestigt in zijn artikel de aandacht op de motetten van Joannes Tollius, een componist van nationale allure. Hij publiceerde tussen 1590 en 1598 motetten en madrigalen. Zijn muziek kreeg indertijd veel waardering, maar is tegenwoordig vrijwel onbekend.
• De redacteuren Okke Dijkhuizen en Geerten Jan van Dijk togen naar de Grote Kerk te Dordrecht, waar onlangs het Bach-orgel in gebruik werd genomen. Daar spraken zij met de orgelbouwer Léon Verschueren en Cor Ardesch, bespeler van dit instrument.
• Redacteur Kees Alblas voert in zijn Prelude een pleidooi voor de vele kleuren en tinten die het orgel bezit.
• Vanaf de ontstaanstijd heeft het lied ”Vom Himmel hoch da komm ich her” veel componisten geïnspireerd tot het schrijven van instrumentale en vocale werken. Redacteur Okke Dijkhuizen gaat in op de complexe ‘canonische Veraenderungen’ die J.S. Bach op basis van dit kerklied componeerde.
• Anje de Heer schrijft in haar column over een ervaring die haar dieper bij het hart van de evensong bracht.
• In acht cd-recensies komen opnamen aan de orde (met muziek) van J.S. Bach, Evert van de Veen, Euwe en Sybolt de Jong, Peter Planyavsky, Buxtehude, Holm Vogel, de Utrechtse Domcantorij en Martin Zonnenberg.
• Redacteur Geerten Jan van Dijk bespreekt het de bundel ”Kogels in de kerk” van de hand van Dirk Zwart.
• In Muzikaal profiel staat de jubilerende organist Jan van Westenbrugge centraal.
• Kees Weggelaar doet verslag van het vierde Nationaal Improvisatieconcours 2007, dat op 10 november plaatsvond in het Amsterdamse Orgelpark. Hij stelt dat de improvisatie nog springlevend is, maar dat de jonge organisten te veel onder invloed van stijlen uit het nabije verleden staan.
© 2007 www.orgelnieuws.nl