Een kernsteek levert al eeuwenlang een discussie op. Volgens de een helemaal okay, voor de ander volstrekt fout. Dat verklaart dus waarom de schrijver m/v van de nieuwe column op Orgelnieuws tegendraads kan zijn. Soms zelfs in het geheel niet objectief. Maar wel altijd betrokken op de orgelwereld. De teksten ingeleverd via een vage server in Verweggistan, tast zelfs de redactie in het duister wie ‘Kernsteek’ is.
De columns van Kernsteek worden gelezen, dat is zeker. De redactie van www.orgelnieuws.nl is inmiddels wel gewend geraakt aan de talloze felicitaties, bossen bloemen en wijnpakketten, maar is wat geschrokken van een aantal haatmails, poederbrieven en lekgeprikte autobanden. Inmiddels schijnt er op internet zelfs een ‘Meldpunt Kernsteken’ te zijn. Genoeg reden dus voor de redactie om Kernsteek te vragen nu eens met een positieve Insteek te komen en voor één keer het quasicynische gebabbel over Nederlandje Orgellandje te staken. Om de daad bij het woord te voegen kreeg Kernsteek twee vrijkaarten voor de beurs Kerk & Gemeente in de Utrechtse Jaarbeurs. Hieronder het verslag:
Goedgemutst gingen wij (mijn orgelmaatje Stemring en ondergetekende) op zaterdag 31 maart op pad naar Utrecht. Utrecht moet je nooit met de auto bezoeken. En omdat de stad geen privé-vliegveld heeft, moest worden uitgeweken naar de trein. Het regende niet, het vroor niet, er vielen geen blaadjes en toch was het Prorail gelukt om de honderd kilometer spoorbaan naar Utrecht te laten stremmen zodat wij onverwacht een groter deel van Nederland te zien kregen dan ons lief was. Aan het aantal schoudertassen, seniorenkaarten en meegebrachte zakjes boterhammen was al snel te zien dat wij niet de enige beursbezoekers zouden zijn. Het was dan ook bijzonder gezellig in de coupé. Eenmaal in Utrecht werd snel de Febo bezocht, want je weet het maar nooit met de catering op zo’n kerkbeurs (wij houden niet zo van Fair Trade thee en biologische boterkoek).
Bij de entree van de Jaarbeurs kwamen de eerste beursverlaters ons al tegemoet. Zij waren bepakt met een grote verzameling plastic tassen met folders, pennen en andere hebbedingen dus wij hadden er meteen zin an! Eenmaal binnen keken we onze ogen uit. Wat valt er als handige ondernemer toch veel te verdienen aan de kerk: architecten met als specialisatie ‘kerk verbouwen-tot-van-alles-als-God-er-zich-maar-niet-meer-thuisvoelt’, koperslagers, ontwerpers van liturgische confectie, kerkbankenspecialisten, geluidsjongens, ringleidingspecialisten, glazeniers, boekhandelaren, uitzendbureaus, Hollandkoor, EO, verzekeringsmaatschappijen, Trouw enzovoorts. Ondanks verwoede pogingen van een fanatieke jongeman van de CU om ons te bekeren tot zijn partij, gingen wij op zoek naar het muzikale, liever gezegd: orgelmatige aanbod van de beurs. Al vrij snel struikelden we over de Belgische firma Delorgue (Vanderorgel, je verzint het niet) die zich presenteerde met een rijtje pijpen dat op elk midi-apparaat kan worden aangesloten en bespeeld, zowel in de huiskamer als in de kerk. Toch handig als je als kerkganger niet meer weet hoe een echte orgelpijp er uitziet of klinkt.
Nu we eenmaal orgelmetaal geroken hadden, wilden we meer. In een piepklein standje moest de familie Van Rumpt zich behelpen om hun firma Pels & Van Leeuwen te presenteren. Wijselijk genoeg hadden zij de zijkant van hun hokje ingericht voor het uitserveren van werkelijk uitstekende Bossche bollen en koffie. Daarnaast wist het bedrijf zich prima te presenteren in de gratis glossy ‘Gids herinrichting kerken’. Op naar de volgende orgelbouwer dan maar. Dat bleek de firma Consultare/Škrabl. Die had ook niet echt de ruimte gekregen maar met een kistorgeltje, wat cd’s en foldermateriaal viel er genoeg te snaaien. En op deze overwegend protestants georiënteerde beurs verwacht je natuurlijk ook de orgelmakers die in die kringen hun werk hebben: Van Vulpen, Reil, Nijsse, Mense Ruiter, Bakker & Timmenga, Van den Heuvel enz. Helaas, behalve harmonumrestaurateur Schüller was dit het wel zo’n beetje.
Maar dan komt nu de grote positieve verrassing! Vlak voordat wij mismoedig besloten het beursveld te verlaten (er waren zelfs geen bladmuziekuitgevers), gingen wij terstond kwispelen bij het zien van een bord met opschrift ‘Mixtuur’. Nee, Gerard Verloop was gewoon thuis in Schagen gebleven. Het ging hier om de firma Mixtuur Virtual Pipe Organs. Deze mensen verdienen toch wel de Nobelprijs voor de Eredienst. Met hun vinding, de Ecantore, is het mogelijk om het orgel (pijp- of elektronisch orgel) te laten klinken zonder organist. Mét organist klinkt het vaak ook niet, horen wij sommigen nu denken. En inderdaad, daarom is dit nu het Ei van Columbus. Volgens Mixtuur hebben professionele organisten (namen willen we!) complete liedboeken, voorspelen, zettingen en orgelwerken ingespeeld en dit alles is opgeslagen in een klein apparaatje, de Ecantore. De koster kan nu vervolgens met een apparaatje een lied, de toonhoogte, het tempo, de registratie en het volume instellen (kosters hebben gelukkig overal verstand van) en op ‘send’ drukken. Het orgel doet de rest, zonder organist. Natuurlijk moet uw kerkorgel dan wel een MIDI-ingang hebben. Alle mechanische orgels zijn al bij voorbaat kansloos, dat dan weer wel. Maar onze elektro-pneumaten zijn simpel (zegt men) om te bouwen en bij elektronische orgels is het helemaal appeltje-eitje. Nooit meer gezeur met misselijke of ongestelde organisten, organisten die niet uit Opwekking kunnen of willen spelen, organisten die geen punt aan hun voorspel kunnen draaien of organisten die alleen maar lekker hard knetteren.
We waren helemaal beduusd over de Ecantore toen we weer over het winderige beursplein liepen. Van alle opwinding hadden we lekkere trek gekregen en dus gingen we ‘m eens lekker raken in de Febo, want met onze smaak is niets mis. [KERNSTEEK]
Wilt u reageren?
Natuurlijk kan dat …
info@orgelnieuws.nl
U kunt ook reageren op de Facebook-pagina van orgelnieuws …
© 2012 www.orgelnieuws.nl
© 2012 foto archief orgelnieuws.nl