De dubbel-cd ‘Edouard Batiste – Le dompteur d’orgues‘ valt bij onze recensent bijzonder in de smaakt: ‘Organist Innocenzi weet Merklins Spaanse furie overtuigend te temmen en daarmee dit nog vrij onbekende instrument in één keer op de internationale kaart te zetten. De mix van de vrijwel onbekende Batiste en de overbekende Beethoven maakt het programma bijzonder toegankelijk.’ Ook de redactie kreeg de smaak te pakken en bombardeert de dubbelaar tot Keuze van de Redactie!
Als weinig andere klinkt het Merklin & Schütze-orgel (1857, 63/IV/P) van Murcia in surround: van achter een classicistisch front in de renaissance voorkerk en aan de andere zijde in de eigenlijke kathedraal van achter een voluit gotisch front. De cd-opname zal aan gotische zijde hebben plaatsgevonden, waar bij tijd en wijle – we zijn tenslotte in een Spaanse kathedraal – een imponerend chamadekoor 8’-8’-4’ in tweevoud de microfoons in mag brallen. De dispositie toont aan dat het moderne orkestrale orgeltype dat we doorgaans in het cd-sorteervak ‘Franse romantiek’ aantreffen anno 1857 in hoofdzaak zijn vastomlijnde vorm heeft verworven. Hoe ‘Frans’ dit orgeltype is doet trouwens ook deze cd-weer betwijfelen: Beethoven-transcripties en composities deels opgedragen aan Britse en Amerikaanse collegaorganisten vertolkt op een in Brussel gebouwd instrument van een Duitse orgelmaker….
Niettemin een goed initiatief van Aeolus in samenwerking met het centre de musique romantique française Palazzetto Bru Zane om deze dubbel-cd te wijden aan een representatieve selectie uit het oeuvre van Edouard Batiste (1820-1876), vanaf 1854 titularis van de Parijse Saint-Eustache. De Revue et Gazette musicale de Paris karakteriseerde deze organist ooit als dompteur d’orgues, als orgeltemmer, na hem bij de opening van de Exposition universelle van 1867 een instrument van Merklin & Schütze te hebben horen demonstreren. Dat verklaart misschien direct waarom Batistes oeuvre in tegenstelling tot zijn tijd- en stijlgenoot Léfébure-Wely nog nauwelijks op cd is vastgelegd: waar ook een César Franck zijn bekende Pastorale opdroeg aan Cavaillé-Coll vinden we bij Batiste een Communion opgedragen aan zijn ‘ami J. Merklin, facteur d’orgues’. Daarmee profileerde Batiste zich als de belangrijkste promotor van deze orgelmaker, vanaf de overname van de firma Ducroquet in 1855 de belangrijkste concurrent van Cavaillé-Coll.
Ondanks dat Batistes muziek duidelijk de style mondain vertegenwoordigt is deze geschreven voor die momenten binnen de liturgie waarop in Fanse kerken binnen de hoofddienst het hoofdorgel klonk: offertoire, élévation, communion en sortie. Dat verklaart op zich een zekere eenvormigheid in het cd-programma: zelfs bij de huidige cultuurbezuinigingen zijn zestien offertoires wat veel van het goede. Binnen het genre verstaat Batiste echter overtuigend zijn vak: in het offertoire opus 27 bijvoorbeeld horen we zowel een degelijke fuga-expositie als een schrijfstijl en orgelgebruik die direct hoorbaar maken waar een Edwin H. Lemare in 1888 aan de andere zijde van de oceaan de inspiratie voor zijn beroemde latere Moonlight & Roses vandaan haalde.
De felle tremulanten van het in 2008 gerestaureerde orgel van Murcia weten het hierbij behorende klankbeeld feilloos te realiseren. Vertoont de dispositie een vertrouwd ‘Frans’ beeld, in de klank zijn toch wezenlijk andere invloeden hoorbaar. Allereerst staat het pijpwerk op kegelladen, waardoor de voor Cavaillé-Coll vertrouwde intense klankversmelting hier toch minder tot stand komt. Het instrument klinkt daardoor toch grover en minder samenhangend in het tutti dan bijvoorbeeld een vroege Cavaillé-Coll in Saint-Omer. Een compleet andere wereld wordt betreden als in Batistes transcriptie van de Marche funèbre uit Beethovens Eroïca-symfonie de doorslaande tongwerken worden ingezet. Het samengaan van notenbeeld en klank is hier werkelijk fenomenaal en overrompelend; met het beroemde Andante uit de ‘zesde’ en het eigenlijk heel orgelmatige allegretto uit de ‘zevende’ voor uw recensent absoluut de hoogtepunten van deze productie. Batiste blijkt Beethovens notenbeeld in zijn aan de Belgische musicoloog François-Joseph Fétis opgedragen transcripties redelijk getrouw te volgen – zo horen we het finalethema uit de bekende ‘negende’ conform het origineel unisono gepresenteerd – maar voor liturgisch gebruik wordt het originele stuk doorgaans wel ingekort. Met het thema van de vioolsonate opus 47 gaat Batiste vrijer om, tegenover de originele bezetting ietwat vervreemdend openend in tutti-tongwerkklank inclusief chamades.
Organist Innocenzi weet Merklins Spaanse furie overtuigend te temmen en daarmee dit nog vrij onbekende instrument in één keer op de internationale kaart te zetten. De mix van de vrijwel onbekende Batiste en de overbekende Beethoven maakt het programma bijzonder toegankelijk. Documentatie en booklet zijn daarbij voortreffelijk en super audio opname en fotowerk ronduit spectaculair. [BART VAN BUITENEN]
Edouard Batiste – ‘Le dompteur d’orgues’
Grands Offertoires & Transcriptions de Symphonies de Beethoven
Diego Innocenzi – Merklin & Schütze organ (1857)
Murcia | Iglesia Catedral de Santa María
Label:: Aeolus
Nummer: AE-107831 [2cd – SACD]
Speelduur: 80’32 + 79’47
Booklet: 36 pagina’s FR/DU/EN
Prijs: € 31,95
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]
© 2012 www.orgelnieuws.nl