Op vrijdag 2 oktober 2009 is het Knipscheer-orgel van de Hervormde Kerk te Woudenberg opnieuw in gebruik genomen. Het orgel uit 1868 werd onlangs gerestaureerd door de orgelmakers Gebr. Van Vulpen te Utrecht
Bouw
In 1868 bouwt de Amsterdamse orgelmaker Hermanus Knipscheer II het orgel voor de Hervormde dorpskerk van Woudenberg. Het orgel vervangt een harmonium dat dan slechts acht jaar daarvoor was gebouwd achter een schijnfront op een galerij aan de westwand van de kerk. Knipscheer heeft voor de orgelkas wellicht gebruik gemaakt van een ontwerp van de firma Ibach uit Barmen (D). Eind 1868 wordt het orgel door de plaatselijke organist A. van den Hooff en de Utrechtse orgelmaker C. Stulting in de werkplaats van Knipscheer gekeurd. Stulting stelt op 3 december 1868 een positief keuringsrapport op en op nieuwjaarsdag 1869 wordt het orgel in gebruik genomen.
Oorspronkelijke dispositie
Hoofdwerk
Bourdon 16 – bas eiken, discant metaal
Prestant 8 – gepolijst tin in het front
Octaaf 4 – metaal
Nasard 3 – metaal
Octaaf 2 – metaal
Mixtuur II-IV
Cornet IV – discant
Trompet 8 – bas/discant
Bovenwerk
Baarpijp 8 – metaal
Viola di Gamba 8 – C-H gecombineerd met Bourdon 8
Bourdon 8 – bas eiken, discant metaal
Salicet 4 – metaal
Roerfluit 4 – metaal
Dulciaan 8 – in 1897/1898 Clarinet genoemd
Pedaal
geen eigen registers
Werktuiglijke registers
Manuaalkoppeling
Pedaalkoppeling – HW
Pedaalkoppeling – BW
Afsluiting HW en BW
Ventiel
Lotgevallen tot 1965
Van 1874 tot vermoedelijk 1897 wordt het orgel onderhouden door de organist, A. van den Hooff. In 1898/99 voert J.F. Witte schoonmaak- en herstelwerkzaamheden uit, egaliseert de intonatie van de grondstemmen en beleert de kelen van de Trompet 8. De Dulciaan, omstreeks 1897/98 Clarinet is gaan heten, is nagenoeg onbruikbaar en wordt niet hersteld. Het register zal in 1905 plaats moeten maken voor een Voix céleste 8′ van J. de Koff. Er volgen nog kleine reparaties door R. Pothoven (1909) en J. de Koff (1918). Laatstgenoemde stelt in 1919 nog voor om de Trompet 8′ te vervangen, maar dit voorstel wordt niet aangenomen.
De Koff voegt in 1938 een pneumatische tremulant toe en zeven jaar later wijzigt hij de mixtuursamenstelling, waarbij 36 nieuwe pijpen worden geleverd,
Restauratie 1965-1968
In 1965 wordt het orgel onderzocht door de Stichting Orgelcentrum en de Synodale Orgelcommissie der Nederlandse Hervormde Kerk (SOC). Stichting Orgelcentrum stelt in drie varianten een restauratie met dispositiewijzigingen voor. De SOC adviseert een grotendeels conserverende restauratie, waarvoor De Koff een offerte indient. De werkzaamheden worden uiteindelijk opgedragen aan de firma M.R. Koppejan te Ederveen onder begeleiding van de Stichting Orgelcentrum. Het orgel wordt gerestaureerd en ondergaat ingrijpende dispositiewijzigingen. Toetsbeleg, bakstukken, klavierlijst en registerplaatjes worden vernieuwd. De windladen van HW en BW worden van hechthouten platen en ingeboorde telescoophulzen voorzien, loden conducten vervangen door westaflex-slang. De Bovenwerklade wordt heringedeeld waarbij stokken (deels?) en roosters nieuw worden gemaakt. In plaats van de pneumatische transmissie van de manuaal-Bourdon 16′ wordt een zelfstandige pedaallade gemaakt, opgesteld in een uitbouw aan de achterzijde van de orgelkast.
Dispositie van 1968
Hoofdwerk C-f3
Prestant 8 – 1868
Roerfluit 8 – C-H 1868, af c *
Octaaf 4 – 1868
Gedekt Fluit 4 – C-f2 1868, af fis2 *
Octaaf 2 – grotendeels 1868
Mixtuur III-IV – 1868/1945
Cornet Disc. IV – 1868
Trompet Bas/Disc. 8 *
Bovenwerk C-f3
Baarpijp 8 – 1868
Prestant 4 – 1868, in 1968 gewijzigd
Roerfluit 4 – 1868
Nasard 2 2/3 – 1868
Woudfluit 2 – *
Scherp III – **
Pedaal C-d1
Subbas 16 – 1868
Werktuiglijke registers
Manuaalkoppel
Pedaalkoppel – HW
Pedaalkoppel – BW
Tremulant – 1938?
* door Koppejan uit eigen voorraad geleverd tweedehands pijpwerk.
** nieuw, of door Koppejan uit voorraad geleverd tweedehands pijpwerk.
Werkzaamheden vanaf 1968
In 1977 is het de firma J.L. van den Heuvel te Dordrecht die een nieuwe mechanische pedaallade maakt en (?) een nieuw pedaalklavier. De Trompet 8′ van het HW wordt vernieuwd en de Scherp III van Koppejan ruimt het veld voor een nieuwe Dulciaan 8′.
De firma Hendriksen & Reitsma te Nunspeet voert in 1996 nog herstelwerkzaamheden uit.
2009: restauratie door Gebr. Van Vulpen
In 2009 is het orgel door de Utrechtse orgelmakers Gebr. Van Vulpen gerestaureerd. Daarbij werd het orgel geheel schoongemaakt en daar waar nodig hersteld. De pedaalkanalisatie van westaflex is vervangen door een houten kanaal. De klaviatuur is geheel hersteld waarbij het celluloidbeleg van de manualen is vervangen door nieuw beenbeleg.
De voornaamste werkzaamheden betrof het pijpwerk. Op het Hoofdwerk is het fabriekspijpwerk van de Roerfluit 8′ vervangen door het Knipscheer-pijpwerk (C-f1) van de in 1968 gecreëerde Gedekte Fluit 4. Daarmee is de in 1868 op het Bovenwerk geplaatste Bourdon 8′ weer grotendeels in ere hersteld. De Gedekte Fluit is in 2009 nieuw gemaakt naar voorbeeld van het Knipscheer-orgel (1858) in de Hervormde Kerk te Opijnen. De Trompet 8′ is eveneens nieuw gemaakt en gekopieerd van de door Ibach geleverde Trompet van het Knipscheer-orgel (1860) van de Hervormde Kerk te Varsseveld.
De samenstelling van de Mixtuur is vanaf c2 herzien met gebruik van alle Knipscheer-pijpwerk, aangevuld met 30 nieuwe pijpen. Oorspronkelijk was de samenstelling gebaseerd op de aanwezigheid van een Bourdon 16′ op het Hoofdwerk. Bij de recente herziening heeft de mixtuursamenstelling van Knipscheer-orgels zonder manuaal-Bourdon model gestaan.
Op het Bovenwerk werd de intonatie herzien van de Prestant 4′ en de Dulciaan 8′ om deze registers meer in het Knipscheer-klankbeeld te laten passen. Ten slotte werd de orgelkast opnieuw geschilderd in de bestaande kleurstelling.
Ingebruikname en cd
Op vrijdag 2 oktober werd het Knipscheer-orgel in gebruik genomen. Het orgel werd toen bespeeld door Peter van Dijk die als adviseur bij het werk optrad. De klank van het gerestaureerde orgel wordt vastgelegd op een cd die later dit najaar zal worden uitgebracht.
Dispositie 2009
Hoofdwerk C-f3
Prestant 8 – 1868; C-dis en b-g1 front, e-a afgevoerd, rest op lade
Roerfluit 8 – 1868
Octaaf 4 – 1868
Gedekte Fluit 4 – 2009; metaal; C-h gedekt, rest open cilindrisch
Octaaf 2 – grotendeels 1868
Mixtuur III-IV – grotendeels 1868, 30 pijpen 2009; samenstellen C-h1 origineel
Cornet IV – 1868; op de lade
Trompet 8 Bas/Disc. – 2009; metalen stevels, loden koppen, metalen bekers
Bovenwerk C-f3
Baarpijp 8 – 1868; open conisch; C-e afgevoerd achter front op HW-hoogte
Prestant 4 – 1868; oorspr. Salicet; intonatiewijziging 1968 herzien in 2009
Roerfluit 4 – 868; gedekt met roeren, af gis2 open conisch
Nasard 3 – 1868; oorspr. op HW, 1968 naar BW; open, conisch
Woudfluit 2 – 19e-eeuws, 1968 geplaatst, Duitse herkomst; open, conisch
Dulciaan 8 – 1977; herintonatie 2009; metalen bekers en stevels, loden koppen
Pedaal C-d1
Subbas 16 – 1868; eiken. C-h oorspr. Bourdon 16; c-d oorspr. Bourdon 8 BW
Werktuiglijke registers
Koppelingen: HW-BW, Ped-HW, Ped-BW
Tremulant – 1968?
Toonhoogte: a1 = 440 Hz
Temperatuur: evenredig zwevend
Winddruk: 72 mm wk
Windvoorziening: magazijnbalg met twee schepbalgen
gegevens met dank aan Peter van Dijk
Link
© 2009 www.orgelnieuws.nl
© 2009 fotografie www.orgelfotografie.nl