Kristiaan Seynhave à l’orgue van den Heuvel
du Victoria-Hall de Genève
Guilmant – Vierne – Dupré
Kristiaan Seynhave à l’orgue van den Heuvel du Victoria-Hall de Genève
Label : Fuga Libera – GUG503 – 2004
Totale tijd : 71’03’’
Kristiaan Seynhave, organist van de Nationale Basiliek te Koekelberg-Brussel, toont zich een warm pleitbezorger voor Van den Heuvel-orgels getuige de orgelkeuze voor zijn cd-opnames. Werden zijn eerste twee cd’s opgenomen op orgels van de Dordtse orgelbouwers in Stockholm (Widor 5 & 6) en München (Franck), nu is het dan de beurt aan dat van de Victoria Hall in Genève.
Na de brand die in 1984 het rijk gedecoreerde interieur van de Victoria Hall verwoestte, besloot men de concertzaal in oude luister te herstellen. De firma Van den Heuvel kreeg de opdracht voor deze zaal een orgel te bouwen. Het staat er nu alweer sinds 1992. Met vier manualen, pedaal en een Frans-romantische dispositie van 71 stemmen biedt het Seynhave alle mogelijkheden om zijn programma met werk van Guilmant, Vierne en Dupré goed uit te voeren. Die mogelijkheden worden dan ook benut, zoals bijvoorbeeld het gebruik van het voorgeschreven Bombardeklavier in de climax van de Marche funèbre et chant séraphique en in de eerste maten van Guilmants Eerste Sonate. Het ontbreken van een kathedrale akoestiek zou je nog als een gemis kunnen ervaren, maar de opname is voldoende ruimtelijk om dat te doen vergeten.
Bovendien is Seynhave een gedreven speler die met zijn virtuoze spel je aandacht weet vast te houden. Zijn keuze voor overwegend vlotte tempi heeft zo zijn positieve uitwerking op de Introduction et Allegro en de Final uit de Eerste van Guilmant, waardoor beide delen aan zeggingskracht winnen; juist in de zaalakoestiek. Dat is helaas niet te zeggen van Viernes Toccata waarin het tempo zo hoog ligt dat Seynhave zichzelf voorbij lijkt te spelen. De Hymne au Soleil staat daarentegen als een huis. Slechts in het slotakkoord wordt zoveel van het orgel gevraagd dat het vrijwel letterlijk naar adem snakt!
Twee lyrische delen uit de Pièces en style libre zorgen voor rustpunten dit virtuoze geweld.
De cd besluit met de complete Trois Préludes et Fugues opus 7 die Marcel Dupré in 1912 schreef. Zelf zei Dupré destijds dat ze van een ‘onoverkomelijke moeilijkheidsgraad’ waren. Seynhave laat horen dat deze veleisende werken voor hem geen technische belemmeringen kennen.
Programma: Sonate I op. 42, Marche funèbre et chant séraphique op.17 (Alexandre Guilmant), Hymne au Soleil op.53/3, Toccata op.53/6, Complainte op.31/3, Arabesque op.31/5 (Louis Vierne), Trois Préludes et Fugues op.7 (Marcel Dupré).
De cd-uitgave is keurig verzorgd met een tekstboekje in Nederlands, Frans, Engels en Duits. [WILFRED FOLMER]