Wanneer koopt een liefhebber een cd met orgelmuziek? U kent de veel voorkomende beweegredenen: men wil een opname van het instrument, van de desbetreffende musicus, of het gespeelde programma spreekt aan.
Loreto Aramendi is (nog) geen grote naam in de orgelwereld en het Cavaillé-Coll-orgel van de Santa María in San Sebastián (Spanje) geniet minder bekendheid dan de grote orgels van deze bouwer. Bovendien verkeert het allerminst in topconditie. Het programma op deze cd levert voor de gemiddelde orgelfanaat weinig verrassingen op, dus:
Redenen genoeg om deze dubbelaar te laten liggen in de winkel, of door te klikken naar een volgende webpagina van de internetwinkel …
Redenen genoeg om deze recensie hierbij te laten en over te gaan tot de orde van de dag.
U voelt ’m al aankomen: Dat ga ik niet doen en niet zonder redenen.
Het spel van de organiste dwong me te blijven luisteren. Ze durft, speelt temperamentvol, zonder onnodig effectbejag. Op het internet circuleren enkele filmpjes van haar en die geven hetzelfde beeld: Aramendi voelt zich thuis op het instrument, is het de baas, maar gunt het ook de ruimte om iets met de muziek te doen. Kortom, een musicus om in de gaten te houden!
Goed, het programma is niet spannend in de zin van: ‘Kijk nou! Deze muziek hoorden we nog nooit!’ In dat opzicht geen verrassingen, maar met al die cd’s die de afgelopen decennia verschenen, is het samenstellen van ‘een programma anders dan anders’ ook lastig geworden.
Hoe dan ook, dít programma – Aramendi draagt de gespeelde werken op aan haar orgelleraren – klinkt op dít orgel. Een niet zeer groot, maar wel interessant instrument van de beroemde orgelbouwer Cavaillé-Coll en het grootste, van deze bouwer, dat deze Spaanse plaats kent. Bovendien een instrument waaraan veel minder is gesleuteld dan aan de vele orgels die wel regelmatig op cd verschenen.
Het orgel is zo’n beetje een kopie van het orgel in de Sainte-Clotilde van Parijs, maar in redelijk originele staat verkerend. Horen we Franck op dit orgel in San Sebastian, dan zouden we wel eens de klank kunnen horen die vroeger in Parijs moet hebben geklonken. De klank die Franck zelf heeft gekend. En daarmee wordt deze opname opnieuw boeiender dan je op het eerste gezicht zou denken.
Daarbij krijgt de luisteraar met een opname op een iets bescheidener instrument, in een kerk zonder overdadige, maar wel zeer fraaie akoestiek, details te horen die op menig cd zouden vervliegen.
Omdat Aramendi als organiste titulaire met dit instrument kan lezen en schrijven, krijgen we een zeer veelzijdig orgel te horen, dat soms doet denken aan het Clotilde-orgel uit de tijd van Langlais, maar bij de koralen van Brahms de warmte en grandeur heeft van het orgel van de Saint-Sulpice. Het vraagt nogal wat van een organist om de lange ‘Ad nos’ van Liszt boeiend te houden op een orgel van ‘slechts’ 44 registers. Dat lukt haar en dat is dus prijzenswaardig.
Het orgel heeft – dat moge duidelijk zijn – een flinke opknapbeurt nodig. De mechaniek is, met name bij het gebruik van de speelhulpen, zeer rumoerig en qua stemming staat er het nodige naast. Gelukkig is dat laatste op dit type orgel minder storend. Ooit zei een collega-organist: ‘Een valse Bätz klinkt vervelender dan een ontstemde Cavaillé-Coll.’
Des te meer redenen om dit orgel (opnieuw) onder de aandacht te brengen en daarmee te behouden voor het nageslacht.
Een goede opname maken van zo’n orgel valt niet mee. Het resultaat mag er, ondanks die bijkomstigheid, wezen. Daartegenover staat het prachtig vormgegeven booklet in vijf talen, waarin u ook ziet dat bij de registernamen van dit instrument niet de bekende voetmaat is gebruikt, maar de ‘palm’. Dat levert dus namen op als: Flautado 26, Clarin 6½ en Contrabajo 52.
Cavaillé-Coll stond erom bekend dat hij met veel respect omging met oude instrumenten en oude principes. Daarom heeft hij ook van deze oude en in Spanje veel (bij barokorgels) toegepaste lengtemaat en registernamen gebruik gemaakt. Iets meer specifieke informatie over dit instrument was niet onaardig geweest in dit verder rijkelijk gevulde boekje.
Een in veel opzichten kleurrijke dubbel-cd die het niet verdient om in de schappen te blijven liggen.
Loreto Aramendi
Órgano Cavaillé-Coll Santa María San Sebastián
Brahms Franck Liszt Tournemire
Choral-Improvisation sur le ‘Victimae paschali’ (Tournemire, tr. Duruflé); Praeludium und Fuge g-Moll [1857] (Brahms); Uit 11 Choralvorspiele: ‘Herzlich tut mich verlangen’, ‘O Welt, ich muss dich lassen’, ‘Herzlich tut mich erfreuen’ (Brahms); Prélude, fugue et variation (Franck); Pièce héroïque (Franck); Fantasie und Fuge über den Choral ‘Ad nos, ad salutarem undam’
Label: Hydre Music Productions
Nummer: – [2CD]
Speelduur: 82’
Booklet: 80 pagina’s (Spaans, Baskisch, Frans, Engels, Duits)
Prijs: € 18,00 (verzendkosten Europa € 6,00)
Bestellen: loretoaramendi.com