Ma fin est mon commencement… [RECENSIE]

‘Deze opname is het anachronistische resultaat van de verbinding van drie factoren. Om precies te zijn: een 21ste eeuwse organist speelt 14de / 15de eeuwse muziek op een 17de / 18de eeuws orgel. Maar wat is anachronisme? Is niet iedere uitvoering of interpretatie anachronistisch?’ Aldus de inleiding van de organist Louis Thiry (die in 1958 afstudeerde in Parijs) op zijn cd met polyfonie uit de 14de en 15de eeuw op het Lefebvre-orgel uit 1732 in de kapel van het Hôpital Charles-Nicolle in Rouen (Frankrijk).

Text Example

advertentie



Een opmerkelijke productie, waarin vocale composities van Guillaume de Machaut (ca. 1300-1377), Guillaume Dufay (ca. 1400-1474) en Josquin des Prés (ca. 1450-1521) op een typisch Frans barokorgel worden gespeeld. Het zijn negentien overwegend korte stukken, die samen voor een karige speelduur van bijna 53 minuten zorgen. Wat mij betreft is dat echter lang genoeg. Dat is niet negatief bedoeld: het is moedig om deze, voor onze 21ste eeuwse oren taaie muziek op een eigenzinnig orgel als dit ten gehore te brengen. Dat vraagt veel van zowel de uitvoerder (bijvoorbeeld creativiteit) als de luisteraar (bijvoorbeeld inlevingsvermogen). Na ruim vijftig minuten is het dan wel mooi geweest. De cd had aan zeggingskracht gewonnen wanneer er enkele composities door een vocaal ensemble vertolkt zouden worden.

De praktijk om vocale werken instrumentaal te vertolken is eeuwenoud en heeft prachtige resultaten opgeleverd (zoals in onze tijd bijvoorbeeld Jordi Savall met zijn ensemble Hespérion). Toch moet me van het hart dat deze opname me niet overtuigt. Dat ligt deels aan het orgel maar voor het grootste deel aan de speelwijze van Thiry. Het orgel is ongetwijfeld een prachtig instrument, in de jaren tachtig van de vorige eeuw voortreffelijk gerestaureerd. Maar de klank, met tamelijk rauwe prestanten, veel tertskleuren en typisch Franse, boventoonrijke tongwerken, heeft ook wel iets voorspelbaars – althans op de manier zoals Thiry ermee omgaat. Deze renaissancistische muziek kan heel levendig en sprankelend klinken, maar dat is op deze opname helaas zelden het geval. Thiry’s toucher is naar mijn smaak te eenvormig, waardoor een zekere mate van voorspelbaarheid en zelfs saaiheid optreedt.

De opname is nogal direct, hetgeen de verstaanbaarheid van het polyfone stemmenweefsel ten goede komt, maar na verloop van tijd wel leidt tot enige luistermoeheid.

Het begeleidende boekje bevat in twee talen (Frans, Engels) een verantwoording van Louis Thiry, informatie over de componisten, de organist en het orgel. De vormgeving is sober maar stijlvol. Jammer genoeg zijn er geen foto’s opgenomen in het boekje.

Nog een citaat uit de inleidende tekst: Waarom zulke uitgesproken vocale muziek spelen op een orgel? Ik kan alleen dit antwoord geven: Ik hou van die muziek en ik hou van het instrument. Vandaar dat het voor mij vanzelfsprekend is om deze twee gegevens te combineren, in de hoop dat het de juiste ‘chemie’ oplevert.

Het laatste is wat mij betreft niet helemaal het geval. Maar uit deze productie spreekt wel veel zorg en liefde. En het is hoe dan ook een creatief idee om zo’n cd te maken.

 

Ma fin est mon commencement…

Polyphonies des XIVe et XVe siècles

Louis Thiry à l’orgue de l’hôpital de Rouen

Éditions Hortus 035

Speelduur 52:47

Booklet 20 pagina’s (F, E)