Eind september werd het gerestaureerde Maarschalkerweerd-orgel van de Maria van Jessekerk in Delft opgeleverd na een twee jaar durende restauratie en reconstructie door Elbertse Orgelmakers te Soest. Op zaterdag 24 oktober werd het orgel officieel in gebruik genomen.
Het orgel van de de Maria van Jessekerk werd in 1892/1893 gebouwd door Michaël Maarschalkerweerd uit Utrecht. Het instrument is, zoals meer van zijn instrumenten in die periode, Frans georiënteerd. Daarbij heeft met name het werk van Cavaillé-Coll model gestaan. Het orgel kreeg mechanische tractuur met barkermachines voor Hoofdmanuaal, Positief en Pedaal. De neogotische kas werd ontworpen en gemaakt door Te Poel en Stoltefuss te Den Haag. Op 25 september 1893 werd het orgel ingespeeld door Jos. A. Verheijen.
In 1914 wordt het orgel voorzien van elektrische windvoorziening.
Ombouw door Vermeulen
In 1930/31 wordt het orgel in technisch opzicht ingrijpend omgebouwd door de firma T. Jos. H. Vermeulen uit Alkmaar. De mechanische tractuur wordt vervangen door pneumatiek. Daartoe worden nieuw kegelladen gemaakt. Vermeulen behoudt echter wel de de stokken en roosters van Maarschalkerweerd. Bij deze gelegenheid wordt de manuaalomvang met twee tonen uitgebreid tot g3, de pedaalomvang met drie tonen tot f1. De dispositie blijft ongewijzigd. Er wordt een geheel nieuwe speeltafel geplaatst, voorzien van voor die tijd gebruikelijke speelhulpen. Op 29 maart 1931 speelt titularis Adriaan G. Venderbos het orgel in.
Restauratie van een rijksmonument
Vanaf 1991 is gewerkt aan erkenning van het Maarschalkerweerd-orgel als rijksmonument. Die monumentenstatus wordt verleend, zodat kan worden gewerkt aan een verantwoorde restauratie van het instrument. Toen het kerkbestuur zich geconfronteerd zag met een aanstaande totale kerkrestauratie, is ook besloten om het orgel te restaureren en te reconstrueren naar de situatie van 1893.
In verband met de kerkrestauratie wordt het orgel in maart 2003 gedemonteerd. De firma Elbertse Orgelmakers BV te Soest krijgt de opdracht voor de restauratie van het orgel. Als adviseurs zijn Rudi van Straten (namens de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) en Jos Laus (KKOR) bij het project betrokken.
De restauratie en reconstructie is uitgevoerd met de situatie van 1893 als uitgangspunt. Het orgel heeft nu opnieuw een mechanische tractuur met een barkermachine voor het Hoofdmanuaal. De windladen zijn nieuw gemaakt op basis van het bewaarde pijpstokkenplan. De uitbreiding van de klavieromvang van 1931 is gehandhaafd.
Hieraan lagen niet alleen praktische redenen vanuit de concertpraktijk ten grondslag, ook de klavieromvang van andere Maarschalkerweerd-instrumenten uit die tijd (o.a. Concertgebouw, Amsterdam) rechtvaardigden deze beslissing. De oude pijpstokken zijn op de uitgebreide omvang aangepast.
De speeltafel is geheel nieuw gemaakt en is vrijstaand voor het orgel geplaatst, waarbij de bespeler de kerk in kijkt. De speeltafel, naar Frans model ‘en terrasse’, is naar voorbeeld van Maarschalkerweerd gereconstrueerd. De speelhulpen zijn als voettreden aangebracht.
De windvoorziening is gecontroleerd (de originele balgen waren nog aanwezig) en de winddrukken zijn op de oude, nog bekende, hoogte teruggebracht. De orgelkas is hersteld en schoongemaakt. Het pijpwerk is gereinigd en tenslotte geïntoneerd.
Ingebruikname
Op zaterdag 24 oktober 2009 werd het orgel officieel in gebruik genomen met een concert door Petra Veenswijk. Zondag 25 oktober vond de plechtige inwijdingsviering plaats waarin Mgr. A.H. van Luijn, bisschop van Rotterdam, voorganger was. Het parochiekoor Deo Sacrum onder leiding van Petra Veenswijk voerde de Mis in fis van Charles-Marie Widor uit.
Van het gerestaureerde orgel verscheen een cd en een brochure.
Festival
Tijdens een driedaags festival van 6 tot en met 8 november staat het gerestaureerde orgel centraal in een viertal concerten.
Vrijdag 6 november, 20.00 uur – orgelconcert door Ignace Michiels (Brugge).
Zaterdag 7 november, 15.00 uur – Sprookje “Het geheim van Fifaro” verteld en op orgel gespeeld waarbij alle registers aan bod komen. Petra Veenswijk (orgel), vertellers.
Zaterdag 7 november, 20.00 uur – orgel met zang: Ben van Oosten en sopraan Margaret Roest.
Zondag 8 november, 15.00 uur – orgel en orkest: Orgelconcert in F (Händel) en Orgelconcert (Poulenc). Haags Serenata Orkest onder leiding van Ernst Wauer, Petra Veenswijk (orgel)
Dispositie
Hoofdmanuaal – I – C-g3
Prestant 16
Prestant 8
Bourdon 8
Salicionaal 8
Flûte harmonique 8
Prestant 4
Gemshoorn 4
Quint 3
Octaaf 2
Mixtuur III-VI
Cornet V
Trompet 16
Trompet 8
Klaroen 4
Positief – II – C-g3
Bourdon 16
Prestant 8
Roerfluit 8
Octaaf 4
Fluit-dolce 4
Nazard 3
Woudfluit 2
Mixtuur II-III
Trompet 8
Récit – III – C-g3 (in crescendokast)
Viola di gambe 8
Vox céleste 8
Holpijp 8
Flûte octaviante 4
Piccolo 2
Basson Hobo 8
Vox humana 8
Pedaal – C-f1
Open Subbas 16
Gedekt 16
Octaafbas 8
Gedekt 8
Quintfluit 6
Corni-dolce 4
Bazuin 16
Trombone 8
Hulptreden
Koppeling IIe klavier aan Ie klavier
Koppeling IIIe klavier aan Ie klavier
Koppeling IIIe klavier aan IIe klavier
Subkoppeling IIIe klavier aan IIe klavier (2009)
Koppeling Ie klavier aan Pedaal
Koppeling IIe klavier aan Pedaal
Koppeling IIIe klavier aan Pedaal
Crescendo voor het IIIe klavier
Tremolo voor het IIIe klavier
Combinatietrede voor het Hoofdmanuaal
Samenstelling mixturen
Mixtuur III-VI (Hoofdmanuaal)
C: 2 – 1 1/3 – 1
c0: 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
c1: 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
c2: 5 1/3 – 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3 – 1
c3: 8 – 5 1/3 – 4 – 2 2/3 – 2 – 1 1/3
Cornet V (Hoofdmanuaal)
c1: 8 – 4 – 2 2/3 – 2 – 1 3/5
Mixtuur II-III (Positief)
C: 1 1/3 – 1
c0: 2 – 1 1/3 – 1
c1: 2 2/3 – 2 – 1 1/3
c2: 4 – 2 2/3 – 2
Met dank aan Jos Laus en Petra Veenswijk.
© 2009 fotografie www.orgelfotografie.nl