Het Magnificat is ongetwijfeld het meest bezongen en gespeelde lied. Deze lofzang van Maria is vanaf het ontstaan van de christelijke kerk een belangrijk lijflied geweest, zelfs de reformatie heeft dat niet doorbroken. Katholieken en protestanten heffen met ingetogen vrolijkheid het Magnificat aan. Dat gebeurt vanzelfsprekend veelkleurig.
In de loop de eeuwen is er als voertuig van het loflied een keur aan melodieën ontstaan. In de zeventiende en achttiende eeuw waren dat hoofdzakelijk de acht psalmtonen. Organisten improviseerden en componeerden daar graag op, waarschijnlijk vooral gedreven vanuit hun liturgische praktijk om in afwisseling met liturg, koor of gemeente het lied extra kleur te geven. Soms deed men dat heel herkenbaar. Vaak is het, zeker als je niet bekend met de gebruikte melodieën uit de tijd en betreffende regio, ook zoeken naar het Magnificat dat ten grondslag ligt aan betreffende orgelbewerking. Ook in de Franse liturgie werd deze Magnificat-praktijk beoefend.
Voor Régis Allard een reden om er een cd aan te wijden. Helaas doet hij dat niet door ook de alternatim-praktijk te demonstreren (hij verwijst in zijn toelichting daar wel naar en daar was op de cd nog wel ruimte voor geweest). Maar dat maakt deze uitgave niet minder interessant. Allard heeft namelijk een dubbele reden voor de samenstelling van zijn programma. Hij heeft zijn cd de titel meegegeven ‘Magnificat 1739’, omdat in dat jaar niet alleen het Premier Livre de Pièces d’Orgue van Jean-François Dandrieu postuum werd gepubliceerd (hij was het jaar daarvoor overleden), maar ook het jaar dat de orgelbouwer Louis Alexandre Clicquot het orgel van de Église Saint Jacques in Houdan opleverde. Als titularis van dit instrument wilde Allard graag op deze wijze zijn orgel in de schijnwerpers zetten. Dat is hem uitstekend gelukt. Naast twee Magnificat suites en enkel losse werkjes van Dandrieu uit genoemde uitgave, speelt hij ook twee suites van Nicolas Clérembault die eveneens gestoeld zijn op de lofzang.
Maar waarom moet je deze cd gehoord hebben?
De orgelmarkt is zeker niet overspoeld met opnamen uit de Franse barok. Op deze cd maken we kennis met twee hoogstaande componisten uit die periode. Dandrieu is een meester in de ‘kleinkunst’. De losse onderdelen van zijn suites zijn vaak maar anderhalve minuut lang. Dan heeft hij zijn thema ook mooi uitgewerkt en is het tijd om te stoppen. Hij denkt daarbij heel vocaal. Daarom had ik ook graag die alternatimpraktijk teruggehoord. Collega Clérambault daarentegen is grilliger, vraagt ook door de veelheid van versieringen een beduidend hogere techniek, neemt ook meer tijd (maar ook hij blijft niet dralen!) en buit het orgel nog meer uit.
Naast deze (hernieuwde) kennismaking met dit repertoire is het ook gewoon aangename muziek om naar te luisteren, zowel om het detail te volgen als om de ‘stilte te laten verdrijven’. De opname is mooi in balans, alleen wel heel direct opgenomen, waardoor ook alle tractuurgeluiden worden meegeleverd. Mede gezien de grote kerkruimte maakt mij dat wel nieuwsgierig hoe het instrument op luisteraarsniveau klinkt. Toch maar eens ter plekke gaan horen…
Clicquot heeft in Houdan een fantastisch instrument opgeleverd, bestaande uit de gebruikelijke opstelling Grand Orgue, Positief, Récit en (in dit geval) aangehangen pedaal. Met zijn 21 stemmen is het, zeker gezien de enorme ruimte, een bescheiden instrument. Ook ontbeert het een 16 voet, maar de schoonheid van zowel labialen als tongwerken is subliem. Ondanks dat zijn nalatenschap beperkt is en het instrument ook niet helemaal ongeschonden de eeuwen heeft doorstaan, doet het zeker niet onder voor zijn beroemde collega Silbermann. Overigens vraagt het instrument wel een grote beheersing van de speler. Door die typisch kwetsbare Franse windvoorziening heeft, vraagt het niet alleen om bescheidenheid in de registraties, maar ook om de beheersing van de organist. Met name in plein jeu– registraties hoor je soms hoe lastig dat dit is.
Régis Allard heeft met eerder productie van Scheidemann en Bach al bewezen een barokexpert te zijn en daarbij onder andere goed geluisterd te hebben naar Harald Vogel, één van zijn leermeesters. Ook hier toont hij weer zijn vakmanschap. Vanuit vocale lijnen denkend, mooi fraserend en met een aangenaam tempo verveelt het nergens. Bij sommige onderdelen zou wellicht een iets lager tempo wat fraaier zijn geweest (bijvoorbeeld daar waar de Cromorne in de bas zijn rol speelt), maar storend is het niet. Hij registreert fraai, daarbij moet uiteraard aangetekend worden dat veel registraties al vanuit Dandrieu en Clérembault vastliggen.
In ieder geval leren we het orgel in al zijn facetten kennen. Mij fascineert deze klank wel, zoals eerder aangegeven moet Allard zich beperken tot kleine registraties, maar er is zoveel solistisch moois dat dit zeker niet verveelt! Helaas ontbreekt een opgave van de registraties, maar deze zijn wel te raden als je de dispositie erbij pakt.
Allard en zijn achttiende-eeuwse inspiratoren hebben geen verdere aanbeveling nodig. Luisteren dus!
Magnificat 1739
Régis Allard – Orgue Clicquot de Houdan (Yvelines)
Premier Livre de Pièces d’Orgue: Magnificat, Pièces en G Ré Sol Mineur, Pièces en D La Ré, Magnificat (Dandrieu); Premier Livre d’Orgue: Suite du Premier Ton, Suite du Deuxième Ton (Clérambault)
Label: Editions Hortus
Nummer: Hortus143
Speelduur: 60’03
Booklet: 28 pagina’s (FR/EN)
Prijs: € 15,00
Bestellen: editionshortus.com