Hoe vaak zal opnameman Aad van der Waal al zijn afgereisd naar de Groningse orgeltuin om daar ons historisch erfgoed vast te leggen? Ook dit jaar was hij er weer, dit keer op uitnodiging van Margreet Prinsen die graag het Hinsz-orgel van Zandeweer wilde vastleggen.
Sinds de restauratie in 2008 staat het instrument in de belangstelling van onze noordelijke organisten en zijn er meerdere opnames verschenen. Een mooie aanwinst. Naast de andere, vaker gehoorde instrumenten uit de regio mag ook Zandeweer er zeker zijn.
De eersteling van Hinsz telt zestien stemmen, verdeeld over hoofd- en rugwerk en een aangehangen pedaal en is onderdeel van zo’n typisch romaanse Groningse kerk. Zoals wel vaker in het Groningse land is het instrument, ondanks zijn bescheiden omvang, flink aan de maat voor de kleine kerk. Akoestisch geeft de ruimte dan ook niet echt mee en heb je vanuit iedere positie te maken met een zeer fraaie maar wel directe orgelklank. Ook is de mechaniek hierdoor duidelijk hoorbaar.
Zelf zegt Margreet Prinsen over deze opname: ‘Bij de zoektocht naar passend repertoire voor het prachtige Hinsz-orgel van Zandeweer, besloot ik om een cd te maken met composities van in hoofdzaak Nederlandse en Duitse componisten uit de Vroegbarok en de Barok. Geïnspireerd werd ik hierbij door de kleurrijke klank van het orgel waarbij de middentoonstemming verademend werkt. De keuze viel op een programma met afwisseling in stemming in licht en donker, vrolijk en droef en gerichtheid op leven en dood’.
Daarom mocht Sweelinck uiteraard niet ontbreken. In zijn ‘jongens’-variaties heeft Prinsen niet alleen de mogelijkheid om de klankschoonheid te laten horen, maar valt ook op hoe mooi de middentoonstemming hier zijn werk doet. In het ‘Erbarm Dich’ van Hanff horen we hoe de Octaaf 2 van het Rugwerk twee octaven lager een schitterende vocale prestant wordt. Overigens klasse om het aan te durven, dit bijna kruislings te spelen.
Een minder gelukkige keuze vind ik de Biblische Sonate van Johann Kunau. Dat ligt niet aan de componist en de vertolker. Kuhnau, voorganger van Bach als Thomasorganist en -cantor was in zekere zin origineel in zijn retorische muziek en Prinsen spant zich goed in om het verhaal van David en Goliath na te vertellen. Echter de muziek vraagt wel meer ruimtewerking en dat kan de kerk van Zandeweer niet bieden. Dat is jammer.
Wel weer buitengewoon fraai, bijna intiem, is de Aria Rofilis van Buxthude. Het instrument mist viervoets fluiten. Geen probleem voor Prinsen, de 8 voet van het Hoofdwerk en de 2 voet van het Rugwerk kunnen, respectievelijk een octaaf hoger en lager, prima in dialoog met elkaar. Het programma wordt besloten met een echt Buxtehude-praeludium, waarbij toccata-achtige episodes en fuga’s elkaar afwisselen. Helaas zit in de laatste fuga de middentoon Buxtehude in de weg, maar een G-dur geeft juist in deze stemming wel weer een heel stralend slot. Ieder nadeel heeft zo zijn voordeel.
Het spel van Margreet Prinsen (die onder andere leerling van Anthon van der Horst is geweest, wie kan dat nog zeggen!) is verzorgd. Wel had er soms iets meer dynamiek in aangebracht kunnen worden, zodat het ook wat levendiger wordt. Prinsen heeft veel aandacht besteed aan het uitzoeken van registraties. Hierbij valt het iedere keer weer op hoe mooi de individuele registers zijn en hoeveel aandacht Hinsz (en ongetwijfeld ook de latere restaurateurs) aan de intonatie heeft besteed om in alle liggingen het beste daaruit naar boven te halen. Dat kan lang niet van ieder instrument gezegd worden.
Margreet Prinsen heeft een mooi programma samengesteld op een boeiend instrument. Dat de ruimte bij forsere registraties zo af en toe wat vermoeiend werkt wordt ruimschoots gecompenseerd door de vele kleinere registraties. Terecht dat Hinsz daarna in Leens zijn proeve van bekwaamheid opnieuw mocht tonen!
Het Hinsz-orgel 1731 Zandeweer – Margreet Prinsen
Introïtus (Dretzel); Carol ‘Een Kindeken is ons geboren’ (Bull); Myn Goed Voet mij al myn Herder ghepressen, 23 sallem (Susanne van Soldt Manuscript); Mein junges Leben hat ein End (Sweelinck); Toccata ex d (Weckmann); Erbarm dich mein, o Herre Gott (Hanff); Allein Gott in der Höh sei Ehr BWV 711, Alle Menschen müssen sterben BWV 643 (Bach); Biblische Sonate Nr. 1 ‘Der Streit zwischen David und Goliath’ (Kuhnau); Aria Rofilis BuxWV 248, Passacaglia in d BuxWV 161, Wie schön leuchtet der Morgenstern BuxWV 223, Praeludium in G BWV 162 (Buxtehude)
Label: SIOG
Nummer: SIOG 201702
Speelduur: 70’30
Booklet: 24 pagina’s (NE/EN)
Prijs: € 15,00
Bestellen: margreet.prinsen2014@gmail.com