Trio “Organum ad libitum” Dubbel-CD
Walcker-orgel Martinikerk Doesburg (NL)
Gerrit Christiaan de Gier, Heinz-Peter Kortmann en Jean-Paul Imbert
Label: AAVV – Organ-records
Boekje: 26 pagina’s (Nederlands, Duits en Frans)
Speelduur: cd-1: 54’10 / cd-2: 60’32”
Prijs: € 19,95.
Klik hier om dit artikel te bestellen
Het organistentrio Gerrit Christiaan de Gier (NL), Heinz-Peter Kortmann (D) en Jean-Paul Imbert (F) togen naar de Martinikerk in Doesburg voor een gezamenlijk cd-project. Wie onder ons kent niet dat Hanzestadje aan de IJssel? Dan doel ik niet op de prachtige ligging van het stadje (dat zeker de moeite waard is) en al evenmin op het beroemde Mosterdmuseum, maar op het robuuste vierklaviers Walcker-orgel in genoemde kerk. Menigeen heeft zich inmiddels laten betoveren door zijn veelheid aan klankkleuren.
Deze uitgave is een initiatief van AAVV-belastingadviseurs uit De Meern. De organisten kregen de opdracht muziek ten gehore te brengen die grotendeels nog niet eerder op cd is verschenen. Het feit dat een belastingsadvieskantoor een orgel cd uitbrengt met een opdracht naar de organisten is een lovend initiatief. De strekking hiervan ontgaat me, maar dat is hier ook niet van belang.
Een blik op het programma leert dat de keuze van het orgel in verhouding tot de te spelen werken een zeer geslaagde is. Er worden werken gespeeld van Bach, Reger, Karg-Elert en Zweers, maar ook orkesttranscripties van Saint-Saëns en Schubert. Vooral de transcripties vallen op aan deze productie. Stuk voor stuk werken die dit orgel op het lijf geschreven zijn. De werken van Bach en Reger behoren weliswaar niet tot het weinig opgenomen repertoire, maar ze passen hier prima thuis.
Kortmann opent de eerste cd met twee delen uit de Cathedral Windows Opus 106 van Sigfrid Karg-Elert: Lauda Sion (slotdeel) en Saluto Angelico (Ave Maria vertolking). Dit is voor mij tegelijk het hoogtepunt van deze schijf. Betoverend mooie harmonieën horen we hier. Muziek van de bovenste plank! Jammer dat hier niet de hele cyclus gespeeld wordt, want dat is deze compositie meer dan waard! Karg-Elert componeerde dit werk in 1923 en zei zelf over dit werk: “Van deze compositie hou ik enorm, ik heb ze in een toestand van hevige religieuze emotie in één dag geschreven, toen ik voor het eerst in aanraking kwam met het Gregoriaanse koorgezang”.
Verder horen we vierhandig orgelspel van Kortmann (primo) en de Gier (secondo) in de Bacchanale “Samson et Dalila” van Saint-Saëns. Het is een bewerking van Hans Uwe Hielscher die hier zeer overtuigend wordt gebracht. Ritme is bijna constant aanwezig en dat werkt aanstekelijk! En, o, wat een prachtig orgel! Heerlijk ronkende grondstemmen, een keur aan tongwerken, twinkelende aliquootregisters en prachtige strijkers. Genieten! De vertolking van drie Bach-koralen (Erbarm dich mein o Here Gott – BWV 721, Schmücke dich o liebe Seele – BWV 759 en het Nun komm, der Heiden Heiland – BWV 659) door Jean-Paul Imbert roepen direct associatie op met Jeanne Demessieux’ ijzeren vertolking in de St. Madeleine van Parijs. Inventief orgelspel met een mooie voordracht waarbij kleurrijke registraties een belangrijke rol spelen. Hier hebben we hét bewijs dat Bach wel degelijk goed kan klinken op een op en top romantisch orgel. Reger is vertegenwoordigd met zijn bekende Toccata und Fuge Opus 59 nr. 5 & 6 en zijn Introduction und Passacaglia in d-moll. Vooral Opus 59 wordt hier in een stevig tempo neergezet. Boeind spel van Imbert. Het eerste schijfje wordt besloten met het Symphonischer Choral “Ach bleib mit deiner Gnade” Opus 87 nr.1 van Sigfrid Karg-Elert. Een dynamisch stuk, wat veel inlevingsvermogen vraagt van de organist. Imbert voldoet hier aan alle eisen; muzikaal en spannend orgelspel!
Het tweede schijfje wordt geopend door Kortmann met een uitvoering van zijn eigen transcriptie van Saint-Saëns’ Carnaval des Animaux. Een leuke anekdote over de ontstaansgeschiedenis is te lezen in het booklet. Als je een uitvoering in de originele orkestbezetting naast deze orgelbewerking beluistert, krijg je een goed beeld van de transcriptie. De conclusie is duidelijk: Kortmann kwijt zich hier subliem van zijn taak. Enerverend en enthousiast loodst hij ons door ieder deel. Of het nu Langoren zijn of Olifanten, het maakt allemaal niet uit. Een plezierig stuk muziek, boeiend, ook voor jeugdige luisteraars.
De overige ruimte van dit tweeluik wordt gevuld met spel van Gerrit Christiaan de Gier.
Allereerst een transcriptie van de Symphonie in h-moll “Unvollendete” D 759 van Franz Schubert. Schubert krijgt het volle pond. Naarmate ik langer naar dit stuk luister treed er bij mij wel een soort luistermoeheid op. Dat ligt niet in de eerste plaats aan orgel en organist, maar meer aan het stuk zelf. Om bijna 26 minuten lang geboeid te blijven luisteren vond ik een hele opgaaf. Voor de liefhebbers valt hier veel te genieten. De Gier verhaalt in het booklet hoe deze compositie tot stand kwam. Dat geeft de compositie tijdens het beluisteren een positieve meerwaarde. De Gier besluit deze schijf met een Preludium en dubbelfuga in f kl.terts van Bernard Zweers (1854-1924). Altijd plezierig om eens kennis te maken met wat onbekender werk. Zweers was leraar compositie aan het Amsterdams conservatorium. Hij schreef in die hoedanigheid nauwelijks voor orgel. Deze Preludium en dubbelfuga is zijn meest omvangrijke in dit genre, die terecht een plaats verdient op de lessenaar.
Concluderend: Markant en inventief orgelspel. Je maakt kennis met drie internationale organisten (voor zover die nog niet bekend zijn/waren, in mijn geval betrof dat Heinz-Peter Kortmann) en met orkesttransscripties die op een overtuigende wijze neergezet worden. Opnametechnisch is dit schijfje ook dik voor elkaar. Hulde aan de opnameman, wijlen Willem van Beek (1967-2006). Je waant je midden in de kerk, zonder dat de klank diffuus wordt. Ook de vormgeving van het geheel ziet er verzorgt uit. Een uitgebreide beschrijving in drie talen (NL, D, en F) van composities en organisten zijn in het booklet opgenomen. Storend is wel het consequent ontbreken van een tracknummer. Dat is lastig zoeken. Ook de abrupte afbreking van de fade-out bij het laatste nummer van cd-2 is een slordig detail. Jammer, maar niet storend aan deze productie, is dat het merendeel van de composities allemaal van negentiende-eeuwse herkomst is. Zeker met de opdracht om muziek ten gehore te brengen die nog niet eerder op cd is verschenen, was dit een uitgelezen kans geweest om een onbekend twintigste-eeuws werk te etaleren. Afgezien van deze kleine onvolkomenheden is het een cd-tweeluik om met smaak en veel plezier naar te luisteren. Aanschaffen dus! [JAN-WILLEM VAN BRAAK]
Klik hier om dit artikel te bestellen
© 2006 www.orgelnieuws.nl