Maurice Guillaume – Oeuvres pour orgue. Jean-Philippe Merckaert à l’orgue Delmotte de l’église St Victor à Auvelais. Hommage à César Franck op. 25 (Guillaume); Thème, Variations et Fugue (Frèteur); Berceuse marine op. 24 (Guillaume); Improvisation-Pastorale W. 338 (Jongen); Deux pieces d’orgue pour la Fête-Dieu op. 36 (Guillaume); Paraphrase-Carillon, extrait de l’office de l’Assomption (Tournemire); Suite Pascale op. 54 (Guillaume). CD CL0819 € 22,25
Muzikale interpretatie * * * *
Programmakeuze * * * * *
Keuze van de instrumenten * * * *
Kwaliteit van de opname * * * *
Informatie in het boekje * * *
Grafische vormgeving (cd, boekje) * *
België, het is ons buurland, deels met een gemeenschappelijke taal, maar kennen we de 20e eeuwse Belgische toondichters wel goed genoeg ? Natuurlijk, iedereen heeft wel eens een stukje of stuk van Flor Peeters gespeeld en Joseph Jongen kennen we ook nog wel. Maar veel verder komen we hier gek genoeg toch niet. Zeker als het gaat om de muziek van het francofone gedeelte, Wallonië, moeten we toch toegeven dat behalve de al eerder genoemde Jongen en misschien Paul de Maleingreau we verder nauwelijks iets kennen. En dat is jammer, want er is daar nog veel te ontdekken. Gelukkig doen de Walen sinds enige tijd aan zelfpromotie (groot gelijk!) en één van de vruchten van die arbeid is een cd die een bescheiden portret poogt te zijn voor de organist/componist Maurice Guillaume (1899 – 1983).
Guillaume leefde en werkte als een talentvol maar verder zeer bescheiden musicus in de buurt van Charleroi. Jarenlang was hij organist van de St. Pierre et Paul te Châtelet, waar hij de beschikking had over een groot 3-klaviers orgel van de Doornikse bouwer Delmotte. Hij gold als één der getalenteerdste leerlingen van Joseph Jongen en was in zijn jonge jaren ook bevriend met Charles Tournemire. Na het overlijden van Guillaume verenigden zijn vrienden en bewonderaars zich in de Association Maurice Guillaume (www.a-m-g.be) die zich vervolgens richtte op het toegankelijk maken van het compositorische oeuvre van Guillaume. Deze cd is hiervan een eerste wapenfeit. Inmiddels is men ook begonnen met de uitgave van de bladmuziek.
De muziek van Guillaume leunt inspiratief en architectonisch sterk op die van zijn illustere landgenoot (!) César Franck, maar ook de invloeden van Debussy, Vierne en Tournemire gaan gaandeweg zijn leven een grote rol spelen. Er zijn mindere goden om je mee in te laten als componist! Sympathiek is dat op de cd de 4 werken van Guillaume worden geflankeerd door werk van Jongen (Improvisation-Pastorale, niet zijn sterkste opus), Charles Tournemire (diens Parafrase-Carillon de l’Assomption) en zijn streekgenoot en collega Richard Frèteur die ons jarenlang geleden al inpakte met zijn inventieve en smeuïg-impressionistische klanktaal.
Een zeer interessant werk is de 4-delige Hommage à César Franck. Het eerste deel is haast een ‘herdichting’ van Francks Prélude (die van de Fugue et Variation), maar voegt wel degelijk iets aan het repertoire toe. Een wat later stuk is de Suite Pascale over Victimae Paschali Laudes, een werk waarin de invloeden van Tournemire en Langlais om de gunst lijken te strijden. Zo opgeschreven lijkt het alsof Guillaume niets meer of minder is dan een epigoon, maar dat is te kort door de bocht. Wat we hier horen is integer gecomponeerde muziek met een geheel eigen charme, waard om ook bij ons op de lessenaars te vinden.
De 28-jarige Merckaert doet flink zijn best om de hoorbaar niet altijd eenvoudige partituren van Guillaume te verklanken en slaagt daar uitstekend in. Zijn registraties zijn goed uitgebalanceerd. Als medium voor deze muziek koos men eigenaardig genoeg niet voor Guillaume’s eigen Delmotte-orgel in Châtelet maar dat van het iets kleinere Delmotte-orgel (1959) in de St. Victor te Auvelais, altijd nog een instrument met 40 stemmen. Over het hoe en waarom lezen we niets in het booklet…. Nu was de (overigens nog bestaande) firma Delmotte in de vorige eeuw zo’n beetje werkzaam in de helft van alle Waalse kerken, echt kennen doen wij in Nederland zijn instrumenten niet. Het orgel van Auvelais is vergelijkbaar met de orgels die de firma Pels en de firma Vermeulen te Weert destijds bouwden: neoklassiek, electrische tractuur, open front en een zeer verzorgde intonatie. Alleen alles wel een beetje aan de voorzichtige, bescheiden kant. Het orgel van Auvelais is in zijn soort echt een juweel, maar vaak zou je willen dat het wat meer zijn mond opentrekt. Het lijkt ook alsof het derde manuaal (Récit) nogal ver is weggemoffeld. De balans tussen bijvoorbeeld rugwerk en dit récit is een beetje zoek. Het neoklassieke rugwerk prikt er dan telkens wat te present op los. Een speciale vermelding verdienen zeker de fraaie tongwerken van dit orgel.
Het booklet geeft beknopte info over Guilaume en de op deze schijf gespeelde werken. Twee plaatjes van orgel en componist kunnen er nog net vanaf. Jammer dat op de achterkant van de cd de orgelfoto digitaal is aangepast aan de afmetingen van het doosje. Nu lijkt het orgel breder dan het in werkelijkheid is. Dit gebeurt vaker in cd-land en verdient geen schoonheidsprijs. Het booklet is drietalig: Frans, Engels en Duits. Erg flauw van die Walen om niet ook te kiezen voor het Nederlands. Zo wordt het nooit wat met dat land… [AART DE KORT]
[button link=”http://www.orgelshop.nl/orgelnieuws” target=”_new” style=”large” title=”BESTELSERVICE”][/button]
© 2008 www.orgelnieuws.nl